Het Koor

Het Koor van DNO

Hier zie je de leden van het koor van de Nationale opera met hun zakelijke en artistieke leiding.

Het Koor van De Nationale Opera

Het koor bestaat uit zo’n 50 vaste leden, en levert een grote bijdrage aan het succes en de kwaliteit van de voorstellingen van De Nationale Opera. Het koor werd ooit uitgeroepen tot beste operakoor van de wereld, en staat onder leiding van dirigente Ching Lien Wu. 

Regelmatig worden er opera’s uitgevoerd waarin een veel groter koor nodig is. Soms wel tot 90 of 100 zangers! De Nationale Opera werkt hiervoor samen met een grote groep freelancers, zangers die vaak worden ingehuurd om mee te zingen in producties.

Het Koor

Benieuwd wie er in het Koor zingen? Klik hier.

Een bekend koorstuk: Va Pensiero

Een heel bekend koorstuk dat door het koor afgelopen seizoen heel vaak is gezongen, is Va, pensiero, ook bekend als het ‘slavenkoor’ uit de opera Nabucco van Giuseppe Verdi. Hieronder vind je een link naar dat stuk, gezongen door ‘ons’ koor. Luister maar eens hoe mooi het is als een grote groep met fantastische zangers samen zingt; van zeer zacht tot zeer luid en indrukwekkend vol van klank. Hier zie je het vaste koor aan het werk, maar ook bijna alle freelance zangers staan hier op het podium.

Va Pensiero - De Nationale Opera

Va Pensiero - De Nationale Opera
Die walkure

Het operaorkest

Als je in de grote zaal kijkt van Nationale Opera & Ballet, zie je onder het podium de orkestbak. Hierin zit altijd een orkest te spelen tijdens een opera of balletvoorstelling.

De operasolist

De operasolist

Bij De Nationale Opera zien we bijna iedere maand weer nieuwe zangers onze deuren binnen lopen. Ze komen vanuit de hele wereld en zijn tijdelijk bij ons te gast om een de rollen te zingen in onze opera’s.

De operasolist

Meestal komen ze al repeteren in de twee maanden voor de première van de voorstelling. Ze krijgen een tijdelijk pasje om de deur van de artiesteningang te kunnen openen, en zijn dan voor een paar maanden bij ons ‘in huis’ – niet voor niets noemen we zo’n pasje ook wel een ‘bewonerspas’. (Maar slapen doen de zangers dan weer níet in ons gebouw.) De zangers die een grote rol zingen in een van onze opera’s hebben die rol meestal al heel vaak gezongen over de hele wereld, of ze zijn al bekend van andere operarollen die ze hebben gezongen in grote operahuizen in het buitenland. Een operasolist reist veel, en woont meestal daar waar hij of zij in dienst is voor een periode. Als ze een familie hebben, moeten ze ook regelmatig heen en weer reizen, of hun familie laten overvliegen.

Als je nog niet zo bekend bent als zanger, dan moet je vaak auditie doen om een rol te krijgen. Auditie doen betekent niet dat je altijd wordt aangenomen. Er is veel concurrentie, en veel zangers over de hele wereld willen heel graag op de podia staan van grote operahuizen. Ook de kleinere rollen in een opera worden door solisten gezongen. In Amsterdam zijn dat iets vaker Nederlandse zangers, jonge zangers of zangers uit ons koor of uit de Opera Studio.

Bij de Opera Studio zijn jonge zangers in dienst die in opleiding zijn voor het leven als operasolist. Klik hier om meer over ze te weten te komen.

Opleiding

Veel operazangers hebben hun hele leven lang al graag gezongen, maar ontdekken pas op latere leeftijd dat ze graag operazanger willen worden. Ze gaan dan naar een conservatorium, een soort hogeschool voor muziek, waar ze behalve zangles ook les krijgen in acteren, alle talen waarin ooit een opera is geschreven (Italiaans, Duits, Spaans, Engels, Russisch en soms ook Tsjechisch en andere bijzondere talen) en meer leren over de geschiedenis van muziek, en hoe muziek in elkaar zit.

Conservatorium
extra

Na zo’n opleiding aan een conservatorium gaan veel zangers die een carrière in de opera willen nog een tijdje werken en studeren bij een opera studio, zoals die van De Nationale Opera. Hier doen ze nog meer ervaring op, en leren ze veel mensen uit de operawereld kennen.

La Cenerentola
BAUS

Een operazanger moet dus veel kunnen: acteren, zingen, weten wat ze zingen in heel veel talen, maar ook samenwerken met verschillende orkesten, dirigenten en regisseurs. Dat vraagt een jarenlange studie en training van de stem. En een jarenlange ontwikkeling als professioneel zanger, beginnend op kleine podia, en in het geval van ‘onze’ solisten naar steeds grotere podia. Hoe meer ervaring ze krijgen, hoe meer rollen ze zingen op steeds weer andere plekken in de wereld. Dat vraagt behalve flexibiliteit en professionaliteit ook een grote zelfstandigheid. Bedenk je maar eens hoe zo’n leven er uit ziet: reizend van stad naar stad met telkens nieuwe collega’s, nieuwe werk- en woonplaatsen en andere culturen. Enorm interessant, maar tegelijkertijd soms ook heel alleen en zonder familie en vrienden om je heen.

Er zijn bij opera natuurlijk nog veel meer mensen betrokken. Bedenk je maar eens wie de kostuums maken, de schoenen, de pruiken, maar ook het decor en het lichtplan waarmee de voorstelling wordt belicht. Op de pagina ‘achter de schermen’ kun je hier meer over lezen en bekijken.