17-18 John ten Kulve-3534-liggend_0

Achter de schermen: in de behandelkamer bij John ten Kulve

13 september 2018

Tekst: Caroline Ruijgrok



De wereld achter het toneel van Nationale Opera & Ballet is een voorstelling op zich. Welke rollen zijn er te verdelen? In deze serie volgen we medewerkers van Nationale Opera & Ballet die niet op het podium te zien zijn. Decorbouwers, visagisten en voorstellingsleiders, maar ook de medische dienst, de brandweer en de medewerkers van de kantine.

Deze keer nemen we een kijkje in de behandelkamer van John ten Kulve, fysio-manueel therapeut en case-manager van de dansers van Het Nationale Ballet. Op zijn bureau pronkt een heus Oscarbeeldje, een prijs die hij bij een seizoens-eindfeest kreeg toegekend als de ‘most honoured not-dancer’.

John ten Kulve begeleidt al meer dan 30 jaar als fysio-manueeltherapeut dansers van Het Nationale Ballet. “Ik ben hier in de jaren '80 begonnen, samen met mijn collega Ted Willemsen, met wie ik vroeger ook bij Ajax werkte en tot 3 jaar geleden een praktijk mee op de Keizersgracht heb gehad. Daar zijn we mee gestopt, we hadden alles bij elkaar echt teveel werk.”

“Toen we hier begonnen was er alleen een masseur, en ik kwam af en toe langs als er een acute blessure was, letterlijk met het bureau van de secretaresse als behandeltafel, toen nog in de Stadsschouwburg. Gaandeweg is de medische begeleiding van de dansers veel beter en uitgebreider geworden. Dat zie je ook aan de grootte en uitrusting van onze afdeling. Wat we doen en kunnen is echt vertienvoudigd.”

UITBREIDING

Naast de bedrijfsarts van Nationale Opera & Ballet en de sportartsen van De Sportartsen Groep, bestaat het medische team inmiddels uit 3 fysiotherapeuten met elk een eigen aandachtsgebied, een mensendiecktherapeute, een pilatesdocente, 4 masseurs, een revalidatiedocent en een podotherapeut. “De masseurs wisselen elkaar af. De ene danser vindt nou eenmaal de ene stijl prettiger dan de andere. Zo is iedereen blij.” 

“De revalidatiedocent, Judy Maelor Thomas, is een hele waardevolle toevoeging aan het team. Zij is balletmeester en werkt nu al enige tijd ook 10 uur per week met ons als rehab-trainer. Als een danser er langdurig uit is geweest, bijvoorbeeld vanwege een blessure, dan begeleidt zij de laatste re-integratiestap naar de dansvloer. Zij geeft individuele training, buiten de algemene balletles om. Zo kunnen wij precies aangeven wat wel en niet kan, welke gebieden extra aandacht nodig hebben. De dansers zijn daar heel erg blij mee.”

“En omdat ze zowel deel uit maakt van de artistieke staf als van het medische team, fungeert ze ook als intermediair. Ik kan natuurlijk niet apart iedere choreograaf of balletmeester opzoeken om uit te leggen wat er met een danser aan de hand is.”

SOCIAAL MEDISCH OVERLEG

“Tegenwoordig krijgt elke danser eens per jaar een volledige medische check-up, en eens in de zoveel tijd hebben we een Sociaal Medisch Overleg. Daarin bespreken we met afgevaardigden van het medische en van het artistieke team, het hoofd personeelszaken, de artistiek directeur en de bedrijfsarts hoe het op sociaal en fysiek vlak met de dansers gaat. Er geldt natuurlijk medische geheimhouding, dus we bespreken altijd eerst met de danser zelf wat er wel en niet verteld kan worden. Dat is net als bij iedere andere werkgever, soms zijn er nou eenmaal zaken die wat meer in de privésfeer liggen. Maar het is wel van belang om de schakel tussen de artistieke en de medische staf te maken, om de ontwikkeling en prestaties van de dansers zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen.”

In de balletstudio bij Don Quichot, waarin de jongens vaak op hun knieën moeten landen.

DonQ_0.

VEELEISEND

In de tijd dat de medische begeleiding van de dansers uitgebreider en vakkundiger is geworden, zijn de dansers zelf ook veeleisender geworden. “Ze zijn zelf ook veel beter op de hoogte van wat er allemaal kan. Soms willen ze per se een MRI, puur om zeker te weten dat de diagnose klopt. Dat moet ik dan proberen aan de orthopeed of neuroloog te verkopen. Gelukkig hebben we voor de dansers speciale afspraken met onze zorgverzekeraar gemaakt, zodat we extra behandelingen mogelijk kunnen maken.”

UITDAGING

In de behandelkamer van John is het een komen en gaan van dansers én balletmeesters, die komen vragen hoe het er met een bepaalde danser voor staat. “Het kan best uitdagend zijn om de juiste beslissingen te maken, en ook omdat snel te doen. De artistieke staf wil natuurlijk altijd graag dat er gedanst wordt, die moet ik soms echt teleurstellen. Tegelijkertijd willen de dansers zelf ook het liefst het toneel op, ze dansen bijna altijd door de pijn heen. Maar als ze te lang door blijven dansen kan de blessure verergeren. Vaak is het voor de lange termijn beter om iemand er uit te halen. Ik treed dan echt als rem op.”

“Aan de andere kant komt het voor dat ik een danser die zelf denkt nog niet hersteld te zijn, moet vertellen dat ik het anders inschat. Maar dat doen we alleen als de nood hoog is, als bijvoorbeeld ook de tweede en derde bezetting geblesseerd is. Iemand moet het doen, want de voorstelling gaat altijd door.”

VERANTWOORDELIJKHEID

Een andere ontwikkeling in de medische begeleiding van dansers is de inzet van preventie-trainingen die veelvoorkomende blessures kunnen voorkomen. “We proberen de dansers voor te bereiden op wat er op het programma staat, preventief de mobiliteit en kracht van bepaalde regio’s aan te pakken.”

“Sommige balletten zijn conditioneel zwaar, bij andere komt alles op de enkels of knieën terecht. In Het Zwanenmeer zit bijvoorbeeld  heel veel spitzenwerk voor de meisjes, bij Don Quichot moeten de jongens vaak op hun knieën landen, en bij stukken van Balanchine hebben de dansers vaker last van hun liezen en heupen, vanwege het vele uitdraaien. We proberen om die regio’s vooraf al te versterken, ook afhankelijk van welke rol een danser heeft natuurlijk. Je ziet dat dansers zo langzamerhand veel meer tijd in de sportschool doorbrengen. We zetten erop in om de verantwoordelijkheid die dansers hebben voor hun instrument, hun lichaam, zo goed mogelijk te begeleiden. Als iemand uitvalt heeft dat voor de hele groep gevolgen. Zij moeten op tijd aangeven als er iets is, wij begeleiden ze medisch bij training, preventie en herstel.”

KLACHTEN

En wat zijn de meest voorkomende klachten? “Peesontstekingen, slijmbeursontstekingen, verstuikingen, overbelasting, chronisch peesletsel. Welke klachten er zijn hangt grotendeels van het ballet af, in combinatie met de mobiliteit, techniek en kracht van een danser natuurlijk. Sommige mensen hebben van nature meer kracht of mobiliteit dan anderen. Vrouwen hebben over het algemeen meer enkelproblemen op basis van overbelasting en klachten ten gevolge van hypermobiliteit. Hypermobiliteit is een combinatie van aanleg en extreem gebruik, op zich helemaal niet erg, zolang het maar niet leidt tot instabiliteit, want dat levert blessures op. Controle op basis van core-stability voorkomt dat.”

“De mannen hebben vaak last van de knieën of enkels als gevolg van het vele springen, en schouder- en rugklachten door het vele tillen. Daarom moeten ze gebalanceerde krachttraining doen: we zien namelijk ook jongens die puur op het zicht trainen en vergeten de ondersteunende spiergroepen mee te nemen. Dat is ook gevaarlijk. ”

ONDERZOEK

John maakt sinds kort gebruik van een digitale agenda waarin elke danser met een eigen inlogcode zijn of haar afspraak kan inplannen. “Dat is ontzettend handig, het scheelt een hele hoop telefoontjes. In hetzelfde programma noteren we alle gegevens. Welke rang ze hebben, de leeftijd, welke blessure er is en hoe er wordt behandeld. Dit is onderdeel van Fit to Perform, een groot onderzoek op initiatief van Codarts. De verzamelde gegevens kunnen we met elkaar vergelijken. Als we bijvoorbeeld zien dat in een bepaalde periode alle solisten geblesseerd waren, dan zegt dat iets over de belasting van het programma in relatie tot de rustverhouding. Of we kunnen, als een ballet waarbij veel enkelblessures voorkomen weer op het programma staat, preventieve training inzetten. Doel van het onderzoek is om de gezondheid van onze dansers beter te monitoren. Dat deden we al langer, maar nu kunnen we onderzoeken of het ook echt zo is, onze bevindingen hard maken.”

100% FIT

“De uitdaging van dit vak zit ‘m vooral op het sociale vlak. Je moet ook in stressvolle situaties het hoofd koel kunnen houden. Je moet zeker overkomen en zorgen dat dansers én balletmeesters je oordeel en vakkennis vertrouwen. Als je wel twijfelt of als je ziet dat de danser twijfelt moet je er een specialist bijhalen om die twijfel weg te nemen.”

“Daarbij komt dat de danswereld internationaal is, en dat we dus te maken hebben met uiteenlopende gewoontes en verwachtingen. In Amerika sturen ze iemand soms na een enkeloperatie al na 3 weken het toneel weer op. Wij doen dat niet, want dan is het feest na een jaar vaak helemaal voorbij – bij Ajax wordt dat ook niet meer gedaan. Bij ons gaan ze het toneel pas op als ze 100% fit zijn. Dat kan soms wel 3 maanden duren, en dat is vervelend voor alle betrokkenen.”

“Het is een ontzettend leuke uitdaging om iemand samen met het team zo snel mogelijk weer op de been te krijgen, ik werk hier niet voor niets al zo lang. We werken met jonge, supergemotiveerde mensen, en dat is echt een luxe in de medische sector. De combinatie met een artistieke omgeving maakt het extra interessant, dat miste ik uiteindelijk bij Ajax.”

“Door de jaren heen heb ik natuurlijk ook veel kennis over de verschillende balletten opgedaan, en dat voelen de dansers ook. In het begin wist ik niet eens wat een plié of relevé was, maar inmiddels ken ik de balletten soms beter dan de dansers zelf. Ik ben echt van ballet gaan houden. Het is de kunst van de eenvoud. Het publiek ziet niet hoe ongelooflijk zwaar het is, maar het is echt topsport op het allerhoogste niveau. Het ziet eruit alsof het helemaal geen moeite kost. Wij werken er hard aan om dat mogelijk te maken.”