ENO Porgy and Bess (c) Tristram Kenton (4).

De oorsprong van Porgy and Bess

5 december 2018

Tekst: Jessica Voeten



In The Gershwins' Porgy and Bess combineerde hij jazz met de westerse operatraditie en Afro-Amerikaanse en Russisch-Joodse muziek. Lees in dit artikel over de ontstaansgeschiedenis van deze opera - van Samuel Smalls, de man op wie het verhaal gebaseerd is, tot hoe de Porgy and Bess door de tijd heen is ontvangen.

‘I got plenty o’ nuthin’, An’ nuthin’s plenty for me.’


 Porgy’s lied, tweede akte Porgy and Bess

Er was eens een bedelaar genaamd Samuel Smalls. De inwoners van Charleston, South Carolina noemden hem ‘Geitenkar Sammy’, omdat hij in een houten karretje op twee wielen, getrokken door een geit, de stad doorkruiste. Volgens sommigen was hij vanaf zijn geboorte in 1889 verlamd. Anderen meenden dat hij als kleine jongen plotseling niet meer kon lopen. Hij bracht de dag door met bedelen of verkocht vanuit zijn geitenkarretje cakejes, groenten en soms bepaalde wortels die de potentie moesten verhogen. Winkeliers joegen de Geitenman geregeld weg. Ze vonden dat hij hun nering verstoorde.

Sommige mensen boezemde hij angst in door zijn vreemde uiterlijk, het grote lijf met lamme benen en omdat hij nu en dan nogal agressief uit de hoek kon komen. Maar meestal zag men hem als een vriendelijke man, die sprak met een zachte stem en die af en toe zong om klanten te trekken.

Een daad van agressie

In Charleston, een van de mooiste en oudste steden van Amerika, begin 17de eeuw ontstaan op een schiereiland aan de Atlantische Oceaan, was op 12 april 1861 de Amerikaanse Burgeroorlog ontbrand. De bloedige strijd tussen de Unionisten (de noordelijke staten) en de Confederatie (de zuidelijke staten, waaronder South Carolina) eindigde vier jaar later in een nederlaag voor de Confederatie.

Ondanks de – geleidelijke – afschaffing van de slavernij leefde de zwarte bevolking door de strikte segregatie nog steeds armoedige en anonieme levens. Niemand zou van Samuel Smalls hebben geweten, als niet een daad van agressie ervoor zorgde, dat hij nog immer over de hele wereld bekend is. Alleen niet onder zijn eigen naam.

‘Niemand zou van Samuel Smalls hebben geweten, als niet een daad van agressie ervoor zorgde dat hij nog immer over de hele wereld bekend is’

Op een ochtend in het voorjaar van 1924 las de verzekeringsman DuBose Heyward, verarmde telg uit een plantersgeslacht en in zijn vrije tijd dichter en schrijver, een berichtje in de plaatselijke krant dat hem intrigeerde. ‘Kreupele beticht van schieten op vrouw’. De man zou enkele schoten hebben afgevuurd op ene Maggie Barnes en was door de politie ingerekend. De schoten hadden haar overigens gemist, aldus een ander bericht, want ‘zijn schutterskunsten lieten te wensen over’. Heyward wist over wie het ging en stak zijn licht op bij de politie. Zo vernam hij, dat Smalls bij een eerder voorval had geprobeerd in zijn geitenkarretje te vluchten, maar was achterhaald en beboet. Hij kon de boete van driehonderd dollar niet betalen en hij moest twee maanden zitten. 

Catfish Row

Die zomer begon DuBose Heyward aan het verhaal over een kreupele bedelaar en zijn versmade liefde. Hij had zich verdiept in het gullah, het zwarte dialect, verwerkte zijn observaties van de stad die hij lief had en creeërde Porgy, Bess, Crown, Sportin’ Life en al de andere personages in en rond Catfish Row.

Hij modelleerde deze fictieve huurkazerne met het binnenterrein, waar zich de belangrijkste gebeurtenissen afspelen, naar het werkelijke 18de-eeuwse Cabbage Row in Church Street. Destijds was het gelegen in een achterbuurt, tegenwoordig zijn er keurige appartementen met beneden twee winkeltjes, genaamd: Porgy en Bess. Het gebouw is een gewilde attractie voor toeristen. En dat allemaal door een kleine gebeurtenis met grote gevolgen.

Boxoffice-hit

Naderhand memoreerde Heyward vaak dat het bericht hem de ogen had geopend. Zijn eigen vader was jong gestorven, hij kon zijn school niet afmaken omdat hij moest werken, had polio gekregen en tobde zowel financieel als met zijn gezondheid. Al voelde hij verwantschap, hij begreep hoe ver verwijderd van Smalls hij leefde, aan de ‘goede’ kant van de scheidslijn tussen zwart en wit.

Porgy verscheen in oktober 1925. Het besteeg de bestsellerlijst en kreeg vele vertalingen (overigens pas in 1956 in Nederland). DuBose Heyward vestigde zijn naam als literator. Met zijn vrouw Dorothy Hartzell Kuhns verwerkte hij de roman tot een toneelstuk voor het progressieve Newyorkse gezelschap Theatre Guild. De jonge, uit de Sovjet-Unie gevluchte Rouben Mamoulian werd aangetrokken als regisseur. Voor de cast kozen ze geen witte acteurs die in ‘blackface’ optraden, zoals tot dan toe gebruikelijk was, maar zwarte toneelspelers. Het stuk, waarin de Jenkins Orphanage Band uit Charleston de muziek verzorgde, ging in oktober 1927 in première. In New York, want een opvoering in Charleston was ondenkbaar. Hoewel de recensies lauw waren, stroomde het publiek toe. Porgy werd een boxoffice-hit met meer dan tweehonderd voorstellingen en al snel vele opvoeringen buiten New York en buiten de Verenigde Staten.

Hoezeer het succes in de mores van de tijd moet worden gezien, blijkt wel uit het feit dat Frank Wilson als Porgy en de overige spelers in de eerste toneelversie geen complimenten kregen voor hun acteerprestaties; men dacht dat zij ‘zichzelf’ speelden. De correspondent van het Algemeen Handelsblad schreef in 1929 over de Londense opvoering, met de originele cast: “Zij leven, deze negers. Wij gelooven in hen zooals zij daar in Catfish Row hun primitieve vreugden en smerten ondergaan met de sluwheid en kinderlijkheid van een natuurvolk dat bij ongeluk het oerwoud voor een Amerikaansche havenstad heeft verwisseld. Maar begrijpen doen wij hen niet. En dat is misschien de schuld van den schrijver of van de zwarte psyche zelf die misschien niet peilbaar is met blanke maatstaven.” 

Porgy-Sammy_Smalls_

Ingewikkelde ritmes

Zoals DuBose Heyward op een ochtend geïnspireerd raakte, zo gebeurde het George Gershwin op een avond. Terug van een repetitie voor zijn musical O, Kay! sloeg de Broadwaycomponist de roman Porgy open en vond het perfecte onderwerp voor de folkopera die hij wilde schrijven. Hij nam contact op met Heyward. Ze ontmoetten elkaar in 1927, maar pas in het najaar van 1932, toen het land en de wereld in een diepe financiële depressie was beland, begonnen ze aan de opzet.

Uit de correspondentie tussen de twee (bewaard in het historisch archief van Charleston) blijkt hoe librettist en componist te werk gingen en hoe openhartig en respectvol ze elkaar bejegenden. Toen Heyward, in geldnood, erover dacht met de immens populaire entertainer Al Jolson in zee te gaan, had Gershwin daar begrip voor. Alleen, schreef hij, was zijn eigen idee ‘veel serieuzer dan Jolson ooit zou kunnen uitvoeren’. Geroerd liet Heyward het plan varen.

Ideeën, scènes, teksten gingen over en weer – over de post – en Gershwin bezocht met Heyward James Island, Samuel Smalls geboorteplek, om de zwarte volksliedjes met de ingewikkelde ritmes te leren kennen. In Folly Beach nabij Charleston werkte hij een maand aan zijn opera. Zijn broer Ira schreef de meeste liedteksten, op het bluesy slaapliedje Summertime na, dat geheel van Heyward was.

Musical of opera?

Weer nam de Theatre Guild de productie op zich, met opnieuw Mamoulian als regisseur, en zwarte zangers: Todd Duncan als Porgy, Anne Brown als Bess en tapdanser John W. Bubbles als Sportin’ Life. De Russische ontwerper Sergei Soudeikine had voor de levensechte decors in Charleston inspiratie opgedaan. Het was Heyward die de nieuwe titel suggereerde, naar analogie van opera’s als Pelléas et Mélisande of Tristan und Isolde.

Op 10 oktober 1935 ging Porgy and Bess in première in het Alvin Theatre in New York. Achteraf is het makkelijk vaststellen, dat de makers hun tijd vooruit waren geweest in hun vermenging van theater en muziek, folk en opera. Maar de critici buitelden over Gershwin heen: dit was musical in plaats van opera; wat wist een witte jood nu van zwarte muziek; het leven van zwarte achterbuurtbewoners had niets te maken met kunst; hoezo opera op een Broadway-toneel? “Wagner, Brahms, Tsjaikovski, Ravel vermengd met negerjazz en spirituals”, hoonde een recensent.

‘Porgy and Bess ontkwam vanaf het begin niet aan controverse, die telkens de tijd zou weerspiegelen’

De opera flopte. Ondanks het (financiële) verlies dat ze leden, schreef Gershwin aan Heyward op 26 januari 1937: ‘Wat dacht je van een nieuwe opera of operette in de toekomst?’ Een halfjaar later was hij dood, geveld door een hersentumor. Op 16 juni 1940 stierf Heyward aan een hartaanval. Geen van beiden maakte de opmars van hun opera mee, die begon in 1942 met de reprise in New York en na de oorlog de hele wereld bereikte.

Controverse

Porgy and Bess ontkwam vanaf het begin niet aan controverse, die telkens de tijd zou weerspiegelen. Uit zwarte kring kwam weliswaar lof voor het sterke verhaal over echte mensen, maar waarom moest het zo nodig gaan over gokbeluste, drugsverslaafde, gewelddadige personages? Heywards afkomst uit een slavenhoudersgeslacht werd erbij gehaald. De heroïsche Porgy zou vooroordelen slechten… dan wel juist aanwakkeren.

In later jaren wijzigde Ira Gershwin schuldbewust stereotiepe scheldwoorden in liedteksten en recitatieven. Sindsdien staat in Porgy’s lied ‘I’ve Got Plenty O’ Nuttin’ de regel: ‘I tells you dat cripple's happy now’: ‘cripple’ (kreupele) in plaats van het destijds gebruikelijke n-woord.

Sidney Poitier en de andere spelers in de verfilming (1959, regie opnieuw Rouben Mamoulian) weigerden het zwarte dialect te spreken – terwijl die overigens wel klinkt in de gedubde liederen. Zelfs toen de opera allang de status had van ‘Amerikaans icoon’ bleef er debat: in recente jaren bijvoorbeeld over Porgy’s invaliditeit. Soms wordt hij daarom niet op zijn knieën, maar met krukken uitgevoerd. En de vraag klinkt of er geen ‘kleurenblinde’ versie moet komen.

‘Fascinerend en omstreden in al zijn oude én actuele aspecten is de levendige geschiedenis van de opera’

Fascinerend en omstreden in al zijn oude én actuele aspecten is de levendige geschiedenis van de opera. En huiveringwekkend. Porgy and Bess kon in Charleston, de stad van oorsprong, pas voor het eerst worden opgevoerd in 1970. De muziek gold toen als een panacee: een jaar eerder waren zwarte ziekenhuiswerkers in staking gegaan voor gelijke rechten.

Nog meer beladen was de opvoering van 2016. Een jaar eerder, op 17 juni 2015, drong een 21-jarige witte man de Emanuel African Methodist Episcopal Kerk in het centrum van Charleston binnen en vermoordde negen zwarte bezoekers. Hij wilde een ‘rassenoorlog’ ontketenen. De ontwerper van de operaproductie, die toen al in gang was gezet, heeft toen de karakteristieke witte torenspits van de 19de-eeuwse kerk opgenomen in zijn decor.

Foto

Samuel Smalls heeft nooit geweten van zijn roem als Porgy. Kort na zijn vrijlating in 1924 werd hij ziek en stierf. Zijn graf op James Island kreeg een simpele steen met de tekst ‘Sammy Smalls-1924’, tot in 1986 een nieuwe steen werd opgericht. Daarop staat te lezen:

SAMUEL “GOAT” SMALLS

better known as

PORGY

born 1889

died 1924

The inspiration for

DuBose Heywards novel Porgy

and later the opera

Porgy and Bess

by Heyward and Gershwin 

Hoe de inspiratiebron er in werkelijkheid uitzag wist allang niemand meer. Eindeloos vaak is Porgy met zijn geitenkarretje afgebeeld door illustratoren over de hele wereld. Talloze acteurs en zangers hebben hem vertolkt. Van Smalls was behalve de ooggetuigenverslagen alleen een schim op een groepsfoto bekend. Tot een paar jaar geleden. De historicus en schrijver Harlan Greene, geboren en getogen in Charleston, ontdekte een foto van Samuel Smalls in zijn geitenkarretje, gemaakt in september 1917, middenin King Street, met zijn bedelnap aan een stok. Het is een foto om lang naar te kijken.

 

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Odeon 112.

Scènefoto: Tristram Kenton voor English National Opera.