mozard

Een muzikale biografie van Nelson Mandela

19 april 2020

Tekst: Antonio Cuenca Ruiz



Peter Sellars toont in zijn regie van Mozarts opera La clemenza di Tito een maatschappij die opkomt en ten onder gaat en knoopt aan bij recente gebeurtenissen in Parijs en Brussel.

In dit diepgravende interview spreekt Sellars over zijn visie op de muziek van de revolutionair ingestelde Mozart en licht hij het verband met het moreel leiderschap van Nelson Mandela toe. Een prachtig artikel barstensvol uitspraken die aanzetten tot collectieve beweging en individuele reflectie.

Muzikale keuze's

La clemenza di Tito had al een hele tijd jouw belangstelling. Hoe heeft jouw visie op Mozart zich ontwikkeld na eerdere Mozart-ensceneringen?

“Om precies te zijn denk ik al 25 jaar na over La clemenza di Tito! Elk van Mozarts opera’s vormt een oprechte poging om te zoeken naar verzoening tussen mensen die elkaar gekwetst hebben en die een punt willen bereiken waarop zij niet langer worden beschadigd door wrok of schuldgevoelens. Mozart streefde een muzikale taal na die in staat was om de knoop van woede en pijn, die de wereld verstikt, los te maken."

"Verzoening en gelijkheid staan centraal in Mozarts Verlichtingsidealen. In Le nozze di Figaro kon hij zijn standpunten over gelijkheid duidelijk naar voren brengen. Op het muzikale vlak blijkt dat in de ensembles, waarin bedienden en meesters dezelfde mogelijkheden krijgen om zich uit te drukken. Die boodschap, een radicale democratisering van mensen die in deze muziek als gelijken zonder hiërarchie opereren, zit in alle opera’s van Mozart. Dat leidde tot een groot probleem toen hij zijn laatste opdracht kreeg: La clemenza di Tito, ter gelegenheid van de kroning van Leopold II tot koning van Bohemen. Het was voor de revolutionair ingestelde Mozart een bittere ironie van het lot, een in moreel en geestelijk opzicht pijnlijke tegenstrijdigheid, dat hij nu ineens de officiële componist werd van de voortzetting van het ancien régime."

‘Mozarts muziek dringt door tot in de kern van de conflicten en de strijd’

"De opdracht voor La clemenza di Tito dwong Mozart tot het gebruiken van een 57 jaar oud libretto van Metastasio. Die tekst zelf was al een enorm relict van het ancien régime, waarin vorsten gevleid worden en hovelingen zich kruiperig gedragen. De oorspronkelijke tekst bestaat uit een reeks solo-aria’s voor aristocratische individuen. Om hiervan een bruikbaar libretto te maken huurde Mozart de dichter Caterino Mazzolà in, die nieuwe versregels schreef − met name voor de ensembles die het stuk moesten voorzien van de nodige menselijke interactie. Intussen schoof hij het libretto door naar zijn leerling Süssmayr voor het schrijven van de recitatieven, waarvan hij geen noot zelf heeft gecomponeerd. Wij zijn ons werk begonnen met het zoveel mogelijk schrappen van die recitatieven en te focussen op Mozarts eigen werk. En op onze hoop op een maatschappelijke vooruitgang in onze tijd.”

Hoe komt Mozarts stuk tegemoet aan onze aspiraties van nu?

“Bij het creëren van een operaproductie proberen wij dat waar vorige generaties op hoopten over te dragen naar deze generatie. En we proberen uitdrukking te geven aan onze hoop van nu. Dat is de bedoeling van opera: over de generaties heen reiken vanuit de overtuiging dat de geschiedenis geen afgerond geheel is, dat heel wat historische processen onvoltooid zijn en tot een goed einde moeten worden gebracht."

"In muzikaal opzicht moeten we op een andere manier naar Mozart luisteren, hem een andere plaats in ons leven geven, buiten de commercie waarvoor Mozart alleen maar ‘mooie muziek’ is. Het was niet Mozarts intentie om te zorgen voor een gezellig sfeertje in een restaurant. Hij probeert je te bevrijden van woede. Mozarts muziek dringt door tot in de kern van de conflicten en de strijd. De strijd om te vergeven is namelijk de ware strijd.”

Je deelt deze benadering van Mozart met dirigent Teodor Currentzis.

“Teodor gaat op een totaal nieuwe manier te werk. Hij geeft aan Mozarts muziek een mate van indringendheid, van gevaar en intimiteit, die ver afstaat van de traditie van Mozart als cliché. Met zijn orkest en koor geeft Teodor ons een Mozart-klank die we nog nooit eerder hebben gehoord. En in de cast hebben we heel bijzondere mensen, die hun eigen levenservaringen meebrengen in de zaal. Deze zangers hebben persoonlijk geïnvesteerd in dit stuk en schenken het perspectieven die we in de opera niet vaak zien. Ze geven ons morele en geestelijke energie. Dit leidt tot unieke momenten.”

Een toekomstgericht gebaar

Eerder zei je dat opera onze generatie de hoop en de projecten doorgeeft die daarvóór onvervuld en onvoltooid waren gebleven. Is dit hoe je je voelt als je een opera maakt, bijvoorbeeld met John Adams? En hoe reizen ideeën in de tijd door de kunstvorm?

“Wanneer je een opera creëert, breng je mensen bijeen voor iets dat niet eerder bestond. Je schept een utopische maatschappij door samen iets te creëren. Dat is ons erfgoed. Een nieuwe opera creëren is het creëren van een nieuwe combinatie van mensen en een nieuwe mogelijkheid van dingen waaraan zij uitdrukking kunnen geven. Dat houdt in dat je een toekomstgericht gebaar maakt. Bij het schrijven van een opera moet je het heden erbij betrekken. Muziek draait om de kwaliteit van die aandacht voor het nu en verheft je tot een bepaald niveau van bewustzijn, van geestelijke focus, waardoor een weg naar voren ontstaat.”

Benader je La clemenza di Tito ook zo, ook al is het stuk meer dan tweehonderd jaar oud?

“Een stuk als La clemenza heeft meerdere historische lagen waar we naar moeten kijken om bij het heden te kunnen uitkomen. Mozart hoefde dat niet te doen, maar wij wel. Het gaat over de Romeinse geschiedenis, over de Joodse geschiedenis, over al die historische lagen uit Mozarts eigen tijd, waarin de Amerikaanse en de Franse Revoluties plaatsvonden.... Aan al deze lagen moeten wij recht doen. Pas dan komen die beelden tot ons in een tijd die de toekomst is die Mozart voor zich zag. Hoe zou het voor een verlicht leider zijn als hij de vergissingen uit de geschiedenis ongedaan kon maken en een nieuw tijdperk laten beginnen?”

Moreel leiderschap

Wat is typerend voor de tijd waarin wij leven en kunnen we dat terugvinden in wat Mozart probeerde te doen?

“Een van de belangrijkste gebeurtenissen voor mijn generatie en misschien wel voor de gehele recente geschiedenis was de verkiezing van Nelson Mandela tot president van Zuid-Afrika. Mandela was een heerser die het recht om te heersen had verdiend en die geprobeerd heeft een compleet stelsel van onrecht te ontmantelen, dat gedurende verschillende generaties breder en dieper was geworden. Hij gaf ons een uniek voorbeeld van geweldloosheid als eigenschap van moreel leiderschap."

"Mijn eerste indruk van La clemenza was dat Mozart in zijn laatste dagen op aarde een muzikale biografie van Nelson Mandela had geschreven. En Mandela is er een stralend voorbeeld van dat je nooit je verwachtingen aan één enkel individu moet ophangen. Een gewenste verandering moet meer inhouden dan geïnspireerd leiderschap alleen en dient voort te komen uit een gemeenschap die nieuwe inzichten heeft. Dat laatste sluit helemaal aan bij Mozart. Daarom hebben we het koor in onze productie meer muziek gegeven. Zoals gezegd, komt de samenleving zelf niet voor in het oude libretto: politieke kwesties worden daar besproken tussen belangrijke personen, achter gesloten deuren. Maar de maatschappij moet zelf invloed hebben op veranderingen."

‘Mandela gaf ons een uniek voorbeeld van geweldloosheid als eigenschap van moreel leiderschap’

"Een ander krachtig en belangrijk beeld, dat ons de laatste jaren levendig voor ogen staat, was het antwoord op aanslagen in diverse Europese steden. Na deze gewelddaden gingen grote aantallen mensen de straat op, met bloemen, kaarsen en foto’s. Demonstraties van mensen die vreedzaam bijeenkomen in een sfeer van verdriet, en die geweld niet met meer geweld beantwoorden. We moeten een nieuwe open ruimte creëren zonder hele groepen het zwijgen op te leggen. En volgens mij is dat wat Mozart met zijn muziek heeft nagestreefd. We moeten dat in Mozart horen en er binnen onze huidige context op reageren. Toen ik Teodor vroeg welke muziek deze combinatie van verdriet en geïnspireerde geestelijke veerkracht zou kunnen weergeven, antwoordde hij onmiddellijk: ‘Het ‘Kyrie’ uit de Mis in c.’ En daarmee begint de tweede akte van deze opera in onze voorstellingen, in onze eeuw.”

Sesto en Vitellia

Naast de coupures in de recitatieven en het toevoegen van nieuwe stukken, is er nog een belangrijke wijziging: Tito raakt daadwerkelijk gewond en sterft in de loop van de tweede akte. Daardoor krijgen we het gevoel dat elk personage, in het bijzonder Sesto en Vitellia, door de aanwezige en steeds dichterbij komende dood een ingrijpende transformatie ondergaat.

“In de wereldgeschiedenis, maar ook in onze persoonlijke geschiedenis kun je een probleem niet oplossen voordat de persoon die daarvoor verantwoordelijk is de mogelijkheid van verandering begint te voelen. Tito is niet alleen de oplossing maar is in eerste instantie het probleem. Bij Mozart vindt dit zijn uitdrukking in de persoon van Vitellia. Ik denk dat Mozart met dit personage veel verder is gegaan dan hij kon doen met het personage van Tito, aangezien hij de keizer is en de echte keizer Leopold naar de voorstellingen zou komen kijken. Vitellia, die vol razernij is, zingt tegen het einde van het stuk haar ongeëvenaarde aria ‘Non più di fiori’, waarin ze haar woede en wrok verwerkt. Na deze tegelijk wereldlijke én onaardse muziek is ze eindelijk in staat een stap naar voren te doen en haar rol bij de aanslag toe te geven. En ze verontschuldigt zich, vraagt om vergiffenis. Mozart koos Vitellia als het personage dat deze transformatie doormaakt. En hij geeft haar verbijsterend mooie muziek om dit te bereiken.”

Je zegt dat om een verandering mogelijk te maken de voor het probleem verantwoordelijke moet erkennen dat hij óf zij een deel van dat probleem is. Maar tegelijkertijd kan een samenleving alleen vooruitkomen door een collectieve beweging. Is dit de dynamiek waar alles om draait in La clemenza di Tito en in de wereld waarin wij leven?

“Ja.”

 



Vertaald door Frits Vliegenthart

Dit artikel verscheen eerder in Odeon 110.