Servantes_0

Het boek dat de moderne literatuur inluidde

7 februari 2021

Tekst: Barber van de Pol

Miguel de Cervantes (1547-1616) wilde de beste toneelschrijver van Spanje zijn, maar die eer kwam zijn aartsrivaal Lope de Vega toe. Wel schreef hij out of the blue de eerste moderne roman ter wereld. Zijn personages maken een psychologische ontwikkeling door en ze kleuren bovendien langzaam maar zeker naar elkaar, iets wat nog nooit was vertoond. Aan het eind hebben Don Quichot en Sancho Panza een verstandhouding waar menig echtpaar jaloers op kan zijn. Hun gesprekken zijn één en al misverstand, maar ze hebben elkaar nodig, ze willen en kunnen niet meer zonder elkaar.

In dit artikel bespreekt schrijfster en vertaalster Barber van de Pol de wereldberoemde roman Don Quichot van La Mancha. "Geen boek, behalve de Bijbel, heeft zoveel invloed gehad."

Pleidooi voor ontregeling

Al is Don Quichot de eerste moderne roman, dat betekent niet dat de regels van het genre erin worden gepredikt. Er geen sprake van een bepaalde poëtica, eerder van een constant pleidooi voor ontregeling, vandaar dat het boek ook geldt als de eerste anti-roman. Het motto is: zelf denken, zelf beslissen.

Er wordt constant de spot gedreven met schone schijn, met mooie praatjes, met goedgelovigheid en met alle pretenties omtrent het begrip waarheid. Dat begint al met het feit dat de hilarische gebeurtenissen, die overduidelijk uit de duim zijn gezogen, worden gepresenteerd als een kroniek waarin geen duimbreed van de waarheid is afgeweken.

‘Er wordt constant de spot gedreven met schone schijn, met mooie praatjes, met goedgelovigheid en met alle pretenties omtrent het begrip waarheid’

We treffen een wereld aan die realistisch lijkt, maar alleen in de verbeelding kan bestaan. De taal glorieert. Het mooist zijn de absurdistische dialogen tussen Don Quichot en Sancho Panza, en hun beider monologen. Daaraan merk je dat Cervantes hoe dan ook een eersteklas toneelman was.

Cervantes, de humanist

Je kunt Don Quichot lezen als een lange, subtiele verhandeling tegen radicalisme. Cervantes was behalve soldaat, ambtenaar en een rusteloos avonturier ook een belezen man, een geschoold humanist, een vrijdenker, die in zijn werk vooruitliep op de ideeën van de Verlichting.

Waarschijnlijk begon hij zijn meesterwerk in de gevangenis; de puzzel van zijn leven is niet helemaal te leggen. Dat hij ermee door de mazen van de censuur glipte, moet te danken zijn geweest aan een paar machtige mecenassen en aan het feit dat men de pen, zeker zo’n knotsgekke pen, als wapen niet serieus nam.

In een deel van het boek speelt censuur trouwens expliciet een rol, maar daarbij gaat het om het kwaliteitsbeginsel, niet om politieke of politiek correcte criteria. Je zit fout als je zouteloze kost verkoopt, niet als je kritisch bent. Cervantes kon de verleiding niet weerstaan om ook een vrucht van zichzelf via zijn oordelende personages op de brandstapel te doen belanden.  

Gehersenspoelde ridder

Twee kletskousen rijden door het landschap van La Mancha hun avonturen tegemoet, de een op z’n paard, de ander op z’n ezeltje. Het is begin zeventiende eeuw. De glans van het machtige Spaanse rijk neemt af, de Armada is al verslagen. Er heerst in het land een streng rooms-katholiek, centralistisch gezag. Moren en zeker joden zijn ongewenste gasten, de Inquisitie waakt. Daar gaat het óók over in het boek, tussen het gedoe en gedol door.

De ene kletskous is een ‘hidalgo’, een lage edelman zonder titel. Hij is mager; hij heeft het te druk om te eten, hij moet oreren. Hij heeft te veel ridderboeken, de soaps van zijn tijd, gelezen, hij is gehersenspoeld en gaat alsnog de middeleeuwse hoofsheid uitdragen. Hij trekt als een vleesgeworden personage uit zijn favoriete literatuur ten strijde tegen al wat scheef en krom is. Hij aanbidt Dulcinea, die een vrucht van zijn verbeelding is, zoals alles wat hij tegenkomt. Hij bevrijdt geketende boeven, omdat ze onvrijwillig naar de galeien worden gevoerd, ontoelaatbare dwang in zijn ogen. Hij is de idealist zonder gevoel voor verhoudingen en krijgt voortdurend klop. In een van de eerste hilarische scènes laat hij zich tot ridder slaan, maar een ‘hidalgo’ is wel een trapje lager dan een ‘ridder’. Zijn klassenbewuste omgeving prikt er feilloos doorheen, al wordt het spel uit vermaak of uit verveling soms een poosje meegespeeld.

Noodlottig verbond

De tweede kletskous, Sancho Panza, is de aardse tegenpool van de ander. Hij stopt het liefst de hele dag sappige kippetjes in z’n mond. Hij dient de ander als schildknaap in de hoop er beter van te worden, want weliswaar heeft hij het vermoeden dat zijn baas niet spoort, het lijkt hem toch een beter en in ieder geval invloedrijker mens dan hijzelf. Hij probeert de ander met vallen en opstaan in z’n hoogdravendheid te volgen, wat hem veel moeite kost. Zelf is hij meer een vertegenwoordiger van de volkswijsheid, of van de onderbuik, maar de twee vinden elkaar in een even ontroerend als noodlottig verbond. Zonder idealen gaat het niet, zonder common sense ook niet, lijkt uiteindelijk de boodschap. De grenzen zijn algauw niet meer zo makkelijk te trekken.

‘Zonder idealen gaat het niet, zonder common sense ook niet, lijkt uiteindelijk de boodschap’

De vraag naar het gelijk laat Cervantes in het midden en iedere generatie beantwoordt haar anders. Het blijkt een boek van alle tijden en laat zich steeds weer als nieuw en anders urgent lezen. Is Don Quichot nobel of dwaas, gevaarlijk of voorbeeldig? De humor komt onverminderd aan.

Mooiste feministische rede ooit

Het boek staat dicht bij de orale vertelkunst. Er wordt veel gepraat maar ook voorgelezen, in een kring. Dan volgt ter ontspanning een uitgesponnen, redelijk conventioneel verhaal, waar de oren rood van worden. Maar ook daar ligt de ontregeling op de loer. De fraaiste inlas, vaak afzonderlijk uitgegeven, is die over de dood van een herder waarvoor zijn versmaadster Marcela aansprakelijk wordt gehouden. Maar kijk: daar héb je Marcela. Ze springt op een rots en steekt ten overstaan van het beteuterde gezelschap de mooiste feministische rede ooit af. Het is begin zeventiende eeuw, let wel!

Invloed

Geen boek, behalve de Bijbel, heeft zoveel invloed gehad, vanwege die dankbare, archetypische tegenstelling tussen de dikke en de dunne, en vanwege die windmolens natuurlijk. Het wordt bij enquêtes onder schrijvers steevast genoemd als de nummer 1. Tal van componisten, beeldende kunstenaars (Goya! Picasso!), denkers, (toneel)schrijvers, choreografen en zelfs pantomimespelers hebben zich erdoor laten inspireren en kwamen met een persoonlijke verbeelding van de man die tegen windmolens vocht.

Dat beeld kent iedereen. Wat aan het eind van het bewuste hoofdstuk 8 romantechnisch wordt uitgehaald, biedt alleen al stof om een bibliotheek te vullen, en dat is dan ook gebeurd. Het aantal doctoren in de windmolenkunde is gigantisch.

Vervolg

Deel 1 verscheen in 1605 en was meteen een succes, ook in het buitenland, waarbij men moet bedenken dat Spanje nog een grootmacht was. Er verscheen op een gegeven moment ook een vervolg van een ander, reden waarom Cervantes in 1615 kwam met zijn eigen deel 2, dat nog spectaculairder was dan het eerste. Aan het eind gaat de held minuut voor minuut dood en wordt de pen ostentatief aan de spijker gehangen, met de implicatie: dit was het, meer is er niet. De epigoon belandde in een gekkenhuis in Toledo, maar dat heeft er misschien niets mee te maken.

Cervantes werd een jaar later in Madrid van de armen begraven. Met geld omgaan had hij nooit gekund. Hij ligt in een klooster in de Lope de Vega-straat, vlakbij de Cervantes-straat, waar het sjieke huis, nu een museum, van Lope de Vega staat. Zo blijven de wegen van deze rivalen elkaar kruisen.

Mijn vertaling, in 1997 verschenen, kent druk op druk en geeft op haar beurt almaar aanleiding tot allerlei kunstzinnige of intellectuele initiatieven, waaruit het inspirerende van dit geestige, wijze boek opnieuw duidelijk blijkt.

 

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Odeon 109.