minotaurus

Het labyrint van de minotaurus

7 maart 2018

Tekst: Margriet Prinssen



In Avventure di anima e di corpo verdwijnen de grenzen tussen mens en dier, lichaam en geest én tussen operazangers en instrumentalisten. Regisseur Nina Spijkers situeert Ligeti’s korte opera’s Aventures en Nouvelles aventures en een nieuwe compositie van Raphaël Cendo in een mini-gemeenschap van overlevers.

Een interview met initiatiefnemer Romain Bischoff en de jonge regisseuse Nina Spijkers, die in 2014 afstudeerde aan de Regie Opleiding van de Theaterschool Amsterdam.

De nieuwe voorstelling is een initiatief van Romain Bischoff. Pierre Audi vroeg hem, na het succes van Kopernikus (2014), om een nieuwe samenwerking. Bischoff is artistiek leider van Silbersee (voorheen bekend als VocaalLAB): onorthodox muziektheater met een hoofdrol voor de menselijke stem.

Hij wilde al langer iets doen met de experimentele mini-opera’s Aventures en Nouvelles aventures van Györgi Ligeti: “Dat zijn ankerstukken in de muziekgeschiedenis, het is hedendaags erfgoed. De titel Avventure di anima e di corpo verwijst behalve naar Ligeti ook naar Rappresentazione di Anima e di Corpo (1600) van Emilio de’ Cavalieri, dat ook wel wordt beschouwd als de eerste opera. Een knipoog naar het verleden.”

Onorthodoxe klanken

Bischoff: “Ligeti neemt de operawetten op de korrel: het belcanto zingen, de lange lijnen. Het is letterlijk een avontuur dat hij aangaat met zeven instrumentalisten en drie zangers, waarbij de instrumentalisten in onze Silbersee-versie ook zingen en de zangers ook instrumenten bespelen. De twee mini-opera’s duren samen maar 25 minuten. Ik heb de Franse componist Raphaël Cendo gevraagd om de muziek van Ligeti aan te vullen en van commentaar te voorzien. Hij is een hedendaags enfant terrible en heeft, net als Ligeti indertijd, een zwak voor onorthodoxe klanken. Allebei gebruiken ze de rijke geschiedenis van de opera als materiaal, waar ze op parafraseren. Cendo maakt in zijn compositie gebruik van dezelfde instrumentatie, alleen voegt hij er elektronica aan toe. Voor de regie heb ik Nina Spijkers gevraagd, die in 2014 afstudeerde aan de Regie Opleiding van de Theaterschool Amsterdam. Ik vind haar werk buitengewoon interessant en getuigen van een grote muzikaliteit.”

Imaginaire taal

Bischoff ziet zijn eigen rol als die van de kapitein van een schip: “Ik stuur het schip aan, bewaak het proces en doe de supervisie.” Hij heeft ook de casting gedaan van de musici en zangers, en dirigent/zangeres Francine Vis uitgenodigd die zelf ook mee zal zingen en spelen. “Alle performers gaan zingen in een soort imaginaire taal: Ligeti werkt veel met klanken, klinkers en onomatopeeën. Met Silbersee wil ik alle betrokkenen uit hun comfortzone trekken, nieuwe wegen betreden zonder te weten waar je naartoe gaat.” Lachend: “Inderdaad, het is één groot avontuur.”

Achter de schermen bij Opera Avventure di Anima e di Corpo

Achter de schermen bij Opera Avventure di Anima e di Corpo

Fysieke reactie

Een avontuur is het zeker ook voor regisseur Nina Spijkers die zichzelf een ‘absolute leek’ noemt op operagebied. Vroeger had ze zelfs een uitgesproken hekel aan klassieke muziek; pas na haar achttiende leerde ze klassieke muziek waarderen. “Vooral Arvo Pärt en Philip Glass, Fratres van Pärt vind ik bijvoorbeeld heel mooi. Hij weet met weinig tonen heel veel te bereiken. Ik reageer daar echt fysiek op, iets in mij springt open. Opera is voor mij een grotendeels onbetreden wereld. Bij mijn eerste opera viel ik eerlijk gezegd in slaap. Als theaterregisseur kun je zoveel nuances, zoveel relativering in het spel brengen, dat is bij opera – omdat het zo grootschalig is – anders. Maar inmiddels heb ik geleerd dat je de nuances, de piepkleine details vooral in de muziek moet zoeken, en als je die weet te vinden, hoef je ze niet ook nog in het spel in te kleuren. Nu ik meer opera’s heb gezien en dagelijks werk met musici en zangers, heb ik een grote liefde opgevat voor het genre. Ik ben heel blij met de kans me ook binnen de operawereld te kunnen ontwikkelen.”

Intensieve samenwerking

“Het werk van Ligeti kende ik helemaal niet. Ik moest een paar keer naar Aventures en Nouvelles aventures luisteren voor ik er wat mee kreeg. Het is een stuk zonder verhaal, plot of logica, maar ik heb er voor mezelf een verhaal van gemaakt. Zijn muziek is heel menselijk, vol emoties; het wordt vaak een klankopera genoemd maar ik vind het eigenlijk een emotieopera. Tegelijkertijd is het werk behoorlijk abstract maar ik probeer het voor ons als makers zo concreet mogelijk te maken. Dat hoeft wat mij betreft niet per se duidelijk te zijn voor het publiek; iedereen mag er zijn eigen verhaal in zien."

"Met Romain heb ik lang gesproken over de kwaliteit van de zangers en de musici. Ze moeten openstaan, bereid zijn te onderzoeken, goed bewegen en zin hebben om ook te acteren. Dat is nogal wat maar ik ben heel blij met het uiteindelijke team. Met Raphaël Cendo heb ik al in een vroeg stadium kennis gemaakt; het was wel belangrijk dat het tussen ons zou kloppen want het is een intensieve samenwerking. Gelukkig klikten we zowel inhoudelijk als persoonlijk heel goed. We hebben in december al een paar dagen met het hele team en de zangers en musici samengewerkt aan de ouverture: acht minuten muziek die ook een brug vormen naar Ligeti’s compositie. We willen graag dat de twee composities samen éen geheel gaan vormen.”



Afvoerputje van de maatschappij

“Ik heb me laten inspireren door de mythe van de Minotaurus, waarin het gaat over een woest beest dat elk jaar gevoed moet worden met om beurten zeven jongens en zeven meisjes. Ruben Wijnstok, mijn vaste decorontwerper, maakt een decor dat het afvoerputje van de maatschappij voorstelt. Stortkokers waar puin doorheen kan. Ook in de kostuums die Robby Duiveman{{ Lees in het artikel Achter de schermen: op bezoek bij Robby Duiveman meer over zijn werk als hoofd van de Kostuum/Kap en Grime afdeling.}} – directeur Kostuum/Kap en Grime van DNO – ontwerpt, gaan we uit van het recyclen van oude operakostuums."

‘Ligeti creëert een wereld waarin je kunt vluchten, een veilige plek waar je je beter kunt voelen’

"Opera dwingt je heel beeldend te denken. Ik zie een gemeenschap voor me van mensen die langzamerhand transformeren tot dieren, of beter gezegd een soort artificiële dieren. De figuren in Ligeti’s opera zijn in mijn visie ook een soort overlevers, degenen die nog steeds niet opgegeten zijn. Ligeti is vaak heel erg geestig en zijn humor maakt het stuk toegankelijk en niet pretentieus. Het zijn vreemde en vervreemdende klanken; je kunt er heel curieuze dialogen in horen. De muziek van Cendo is wat duisterder. Ligeti creëert een wereld waarin je kunt vluchten, dat heeft hij letterlijk zo gezegd, een veilige plek waar je je beter kunt voelen. Inderdaad, als een soort catharsis, loutering door kunst."

"Voor mij is kunst behalve troost ook vermaak en ik vind het jammer dat dat zo’n beladen term is geworden. Kunst hoeft niet alleen confronterend te zijn of rendabel of educatief of politiek correct. Een voorstelling mag prikkelen, aan het denken zetten, ontroeren en nog veel meer, maar ook eenvoudigweg vermaken. Wat dat betreft ben ik een hoer: ik gebruik alle mogelijke middelen om het publiek ergens mee naar toe te nemen.”

 

Dit artikel verscheen eerder in Odeon 109.