Angela Brower & Maria Bengtsson tijdens een repetitie voor Der Rosenkavalier
Maria Bengtsson & Angela Brower | Foto: Michel Schnater

‘Iedereen van boven de dertig kan zich herkennen in de Marschallin’

6 april 2023

Interview met sopraan Maria Bengtsson en mezzosopraan Angela Brower

 

Eindige relaties, vergankelijke schoonheid en de angst om ouder te worden; met zijn Rosenkavalier schreef Strauss een opera die meer dan honderd jaar later nog steeds relevant zou zijn – in het bijzonder voor de zangers die het werk uitvoeren. Sopraan Maria Bengtsson en mezzosopraan Angela Brower, die deze lente de rollen van de Marschallin en haar jonge geliefde Octavian (een broekenrol) zingen bij De Nationale Opera, vertellen hoe zij zich verhouden tot de thema’s uit Der Rosenkavalier.

Op het moment van het gesprek hebben Maria Bengtsson en Angela Brower net de eerste twee – “intense maar interessante” – repetitieweken voor Der Rosenkavalier achter de rug. “We hebben ook al een korte sessie gehad met Lorenzo Viotti, waarin hij een aantal nieuwe perspectieven deelde”, vertelt Bengtsson. “Bijvoorbeeld op de scène in de eerste akte waarin de Marschallin tegen Octavian zingt over hoe het leven voorbijgaat. In de meeste producties zijn de orkest- en de sopraanpartij daar heel dramatisch, maar Viotti zei: ‘ik laat het orkest zoveel zachter spelen dat je deze zanglijnen kunt zingen alsof je een kind troost.’ Ik vind dat een mooie benadering.”

‘Strauss wist hoe hij een vrouwenstem het best kon laten klinken’

Ook wil Viotti in zijn eerste Rosenkavalier een specifieke nadruk leggen op de chromatiek – een manier om melodieën te ‘kleuren’ met noten die niet in de gebruikte toonsoort thuishoren – in Strauss’ compositie. Brower: “De opera is heel melodisch en heeft duidelijke lyrische lijnen, maar ook een aantal passages vol chromatiek. Als je Der Rosenkavalier heel vaak hebt gezongen, zoals wij, dan heb je zo je maniertjes ontwikkeld om je daardoorheen te navigeren.” Hier komen ze bij Viotti echter niet zomaar mee weg. Brower: “Hij vraagt dan: ‘Wat deed je daar precies?’ Hij wil dat elke noot precies klinkt zoals hij geschreven is, waardoor we opnieuw moeten stilstaan bij de details van de muziek die we al zolang zingen.” Bengtsson: “Dat is voor ons even wennen, maar heel goed om te doen.”

 

Vrouwelijke kracht

Met drie vrouwelijke hoofdrollen, waarvan de stemmen in de derde akte samenkomen in een indrukwekkend trio, is Der Rosenkavalier volgens Bengtsson en Brower een ultieme viering van de vrouwelijke stem. Bengtsson: “Strauss hield van vrouwenstemmen. Zijn vrouw was een sopraan en hij wist hoe hij een sopraanstem het beste kon laten klinken. Dat hoor je terug in Der Rosenkavalier.” “Thank you, Strauss!”, beaamt Brower. “Wanneer je drie vrouwen samenbrengt – zelfs al speel ik een man – ontstaat een bijzondere energie. Waarschijnlijk is het trio daarom zo magisch: het is een briljante mix van soortgelijke harmonieën, een prachtige finesse zonder mannelijke inmenging. Als die er wel zou zijn, zou de mannenstem domineren.” Deze vrouwelijke kracht komt volgens Brower ook terug in de personages: “Ik kan geen andere opera bedenken die drie van zulke sterke vrouwenrollen heeft. Zelfs Sophie, die als een onderdanig karakter begint, vindt uiteindelijk haar stem en staat op tegen de man met wie ze van haar vader moet trouwen.”

 

Druk van de tijd

De personages in Der Rosenkavalier worden echter niet alleen gekarakteriseerd door kracht. Ook vergankelijkheid en angst spelen een grote rol in de opera – vooral in het personage van de Marschallin, die vreest door de tijd te worden ingehaald en haar jonge geliefde te verliezen. “Ik denk dat iedereen die ouder is dan 32 (de leeftijd van de Marschallin in Der Rosenkavalier, red.) zich kan herkennen in de Marschallin!”, stelt Bengtsson lachend. Serieuzer vervolgt ze: “Ik zou graag willen zeggen dat ouder worden iets prachtigs is, maar ik moet eerlijk toegeven dat ik bang ben om zwakker te worden en pijn te krijgen. En eigenlijk ook om dood te gaan.” “Om irrelevant te worden,” vult Brower aan. “Want het is toch eigenlijk gek als je je bedenkt hoe we oude mensen behandelen. Alsof ze er niet meer toe doen.”

Angela Brower & Maria Bengtsson tijdens een repetitie voor Der Rosenkavalier
Angela Brower & Maria Bengtsson tijdens een repetitie voor Der Rosenkavalier | Foto: Michel Schnater

Voor operazangers heeft deze druk van de tijd nog een extra dimensie. Want zoals de Marschallin in Der Rosenkavalier moet aanzien hoe haar geliefde Octavian haar ‘vervangt’ door de veel jongere Sophie, moeten opera-artiesten soms accepteren dat een nieuwe generatie zangers de rollen krijgen die zij voorheen zongen. Brower: “Je bent je constant bewust van het feit dat je tijd beperkt is. Net als sporters hebben wij als vocale atleten namelijk te maken met slijtage. Doordat je vijftien of twintig jaar lang zoveel zingt, en doordat je ouder wordt, rekken je stembanden uit. Op een gegeven moment kun je, ook qua energie, gewoon niet meer alles doen wat je wel kon toen je jonger was.” Op dat moment staat er alweer een gretige groep nieuwe zangers klaar om hun plaats in te nemen. Brower: “Veel operahuizen hebben geweldige studioprogramma’s waarmee ze jonge zangers op het toneel brengen. Zo hoort het ook – wij zijn zelf ook zo begonnen – maar als oudere zanger loop je daardoor soms wel het risico te worden vervangen door een jongere versie van jezelf.”

 

Overstap

Als voorbeeld noemen Bengtsson en Brower rollen uit het repertoire van Mozart, die ze beiden veel zongen aan het begin van hun carrière en waarvoor doorgaans jongere zangers worden gecast. Bengtsson: “Vocaal gezien zouden we nog best Mozart-rollen kunnen doen – en ik word thank God nog gecontracteerd als Contessa in Mozarts Le nozze di Figaro – maar voor de meeste rollen worden zangeressen van onze leeftijd niet meer gevraagd.” Brower: “De industrie zit nu eenmaal zo in elkaar, dus het ligt vaak buiten je macht. Maar als het gebeurt moet je als zanger bij jezelf nagaan welke richting je daarna op wilt gaan.” Deze overgangsperiode is kort en luistert nauw: terwijl je als zanger zoveel mogelijk kansen aangrijpt binnen het repertoire dat je je jarenlang eigen hebt gemaakt, moet je op tijd de overstap maken naar repertoire dat beter past bij een volgende levens- en stemfase. Bengtsson: “Ik ken zoveel voorbeelden van zangers die alleen maar Mozart zongen en die na hun veertigste ineens van het toneel verdwenen waren.”

 

Nieuwe kansen

Bij Bengtsson en Brower was dit gelukkig niet het geval. Beide zangeressen groeiden door in het repertoire van Strauss en rond hun vijfendertigste zongen ze voor het eerst de rollen van Marschallin (Bengtsson) en Octavian (Brower). Bengtsson: “Als je als jonge zanger een jaar of tien Mozart hebt gezongen, dan kom je op een heel organische manier bij Strauss uit. Strauss hield van Mozarts muziek en hun composities lijken – naar mijn mening – in technisch opzicht sterk op elkaar. Der Rosenkavalier is bijvoorbeeld een hommage aan Mozarts Le nozze di Figaro, waarbij de Marschallin is gebaseerd op de Contessa en Octavian een soort jongere versie is van Cherubino.” Brower: “Wel kun je in werken van Strauss, dankzij de langere lijnen en grootsere orkestratie, ongeremder en krachtiger zingen. Mozarts werken zijn geweldig, maar het zingen van Strauss voelt vrijer.”

‘Je bent je constant bewust van het feit dat je tijd beperkt is’

Met hun overstap naar het repertoire van Strauss tonen Bengtsson en Brower tevens een positieve kant van ouder worden: het openen van nieuwe deuren. Brower: “Tien jaar geleden zong ik Cherubino en was ik nog niet klaar voor een rol als Octavian. Nu ben ik dat wel. Daarnaast word je met de jaren natuurlijk wijzer en leer je beter met je stem omgaan, waardoor je – hopelijk – vocaal gezond blijft of zelfs gezonder wordt.” “Dat is inderdaad het mooie aan ouder worden”, beaamt Bengtsson.

Tekst: Rosalie Overing