Jevgeni Onjegin als een trip down memory lane
Tekst: Laura Roling
Jevgeni Onjegin is bij uitstek een opera over gemiste kansen. Over foute keuzes en ongelukkige samenlopen van omstandigheden. Een opera over weemoed, over een verlangen naar het verleden en spijt dat het leven niet anders is gelopen.
EEN GESCHIEDENIS DIE ZICH HERHAALT
De openingsscène van de opera is wat dat betreft al veelzeggend. Terwijl haar dochters Tatjana en Olga vrolijk aan het zingen zijn, blikt de oudere weduwe Larina met de kinderjuffrouw verlangend terug op haar gloriedagen. “Ze zijn aan het zingen… Dat deed ik ook vaak, in lang voorbije dagen.” Ze vertelt hoe ze door haar ouders uitgehuwelijkt werd en zich heeft moeten schikken in haar lot. “Gewenning is een godsgeschenk, een plaatsvervanger voor geluk,” herhalen de vrouwen tegen elkaar. Een onheilspellend motto dat in sterk contrast staat met de dromen en verlangens van de op de achtergrond zingende meisjes op de drempel van de volwassenheid.
De jonge Tatjana is smoorverliefd. Ljenski, de verloofde van haar zus, heeft zijn vriend Jevgeni Onjegin meegenomen naar het platteland. Tatjana is gevallen voor de wat stugge vreemdeling en schrijft hem op een avond een passievolle liefdesbrief waarin ze al haar gevoelens uitstort. De volgende dag komt Onjegin langs om om haar af te wijzen en op een vernederende wijze de les te lezen. Een keuze waar Onjegin jaren later spijt van krijgt.
Door de situatie met de zusters Larina lopen de spanningen tussen Onjegin en zijn vriend Ljenski op. Wanneer Onjegin op Tatjana’s verjaardagsfeest Ljenski probeert te sarren door openlijk te flirten met diens verloofde, loopt het uit de hand. Ljenski daagt zijn vriend uit voor een duel. De afloop: Onjegin schiet zijn vriend neer, die sterft. Opnieuw een gebeurtenis die Onjegin de rest van zijn leven zal blijven achtervolgen.
OMKERING
Vier jaar later in Sint-Petersburg bezoekt Onjegin, na omzwervingen in het buitenland, een bal van vorst Gremin. Die stelt hem voor aan zijn echtgenote. Het is Tatjana, die zich net als haar moeder geschikt lijkt te hebben in een huwelijk dat vooral op gewenning en gewoonte draait. Ze reageert nogal koeltjes bij het weerzien. Onjegin realiseert zich plotseling dat hij verliefd is op haar. De rollen zijn nu omgedraaid: Onjegin schrijft een passievolle liefdesbrief aan Tatjana. De geschiedenis lijkt zich te herhalen.
Tatjana ontvangt Onjegin en herinnert hem aan zijn afwijzing jaren geleden. Ze bekent hem dat ze nog steeds innig van hem houdt, maar dat ze haar echtgenoot trouw zal blijven. Het verleden keert niet weer en fouten kunnen niet ongedaan gemaakt worden. Onjegin blijft alleen achter, vol wanhoop.
HERHEIM EN DE SPANNING TUSSEN HEDEN EN VERLEDEN
Spijt, berouw, weemoed. De obsessie met het verleden waarmee de opera doordrongen is, vormde voor de Noorse regisseur Stefan Herheim het startpunt voor zijn regieconcept. Het verhaal van de opera vertelt hij in de vorm van een flashback, maar dan wel één waarin heden en verleden door elkaar lopen, zowel op een intiem menselijke als op een grotere, politiek-maatschappelijke schaal.
De opera begint in Herheims regie op een feest zoals alleen puissant rijke Russische oligarchen kunnen geven. Alle gasten zijn met overdadige juwelen behangen, het decor is ordinair-protserig. De oligarch-gastheer in kwestie is vorst Gremin. Op zijn feest komen Onjegin en Tatjana elkaar tegen. Het weerzien doet Onjegin belanden in een flashback.
Heden en verleden lopen in deze herbeleving door elkaar. Nu eens belichamen Tatjana en Onjegin jongere versies van henzelf, dan weer zijn ze slechts machteloos toeschouwer van hun eigen verleden. Momenten die elkaar spiegelen in de plot, plaatst Herheim naast elkaar op het toneel. Zo zien we tijdens Tatjana’s hartstochtelijke briefscène óók Onjegin achter zijn bureau zijn gepassioneerde liefdesbrief aan Tatjana schrijven. De treurige conclusie die Tatjana Onjegin aan het slot van de opera trekken wordt zo des te schrijnender: “Het geluk lag binnen handbereik, zo dichtbij, zo dichtbij!”
PARADE VAN DE RUSSISCHE GESCHIEDENIS
Het door elkaar laten lopen van heden en verleden doet Herheim in Jevgeni Onjegin overigens ook op een groter niveau. Hij contrasteert de van het geld bulkende oligarchen in Sint-Petersburg niet alleen met een simpel en rustiek geïdealiseerd plattelandsleven uit vervlogen tijden, maar ook met de hele Russische geschiedenis. Eeuwen aan iconische verschijningen passeren de revue, van patriarchen en Tataren tot kosmonauten en Sovjetsoldaten. Deze paradepaardjes van de Russische geschiedenis en toonbeelden van nationale identiteit staan in schril contrast met de lusteloze oligarchen die tevens het toneel bevolken. Indirect werpt Herheim vragen op over de manier waarop een maatschappij zich verhoudt tot het verleden, een collectie van iconische beelden en verhalen die als bouwstenen fungeren voor een gezamenlijke identiteit.