Kaija Saariaho: Een operacomponist die dacht dat ze niet geschikt was voor opera
Met haar intieme klankwerelden en theatrale sensitiviteit leverde de Finse componist Kaija Saariaho (1952-2023) een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de hedendaagse opera. Een portret van een componist die zichzelf aanvankelijk ongeschikt achtte voor de kunstvorm.
Tekst: Laura Roling
Saariaho studeerde compositie aan de Sibelius Academie in Helsinki. Ze vervolgde haar studie aan het conservatorium van Freiburg in Duitsland, volgde zomercursussen in het modernistische broeinest Darmstadt en verhuisde in 1982 naar Parijs, waar ze zich verder ontwikkelde aan het avantgardistische IRCAM (Institut de Recherche et Coordination Acoustique/ Musique).
Spectralisme
In Darmstadt raakte Saariaho in de ban van het spectralisme – een Franse compositorische beweging die het volledige geluidsspectrum, van zuivere tonen tot ruis, als materiaal neemt en via analyse van de opbouw van de klank tot nieuwe compositorische resultaten komt. Saariaho’s werk wordt, mede door deze invloed, dan ook gekenmerkt door een nadruk op klankkleur en het gebruik van elektronica naast traditionele instrumenten.
Haar composities leverden haar al snel een grote internationale reputatie op, mede door de sterke beeldende en zintuiglijke kracht die erin schuilde. “De visuele en de muzikale wereld zijn voor mij één. Verschillende zintuigen, kleurschakeringen, texturen en lichttonen, zelfs geuren en geluiden vermengen zich in mijn gedachten,” zei de componist daar zelf over.
Opera
De stem, volgens Saariaho “de rijkste vorm van expressie”, speelde altijd een belangrijke rol in haar oeuvre. Tot het componeren van een opera voelde ze zich echter lange tijd niet geroepen – ze had het gevoel dat opera een talent voor verhalende muziek vereiste, waarover ze niet meende te beschikken. In 1992 bracht het bijwonen van een enscenering van Messiaens enige opera, Saint François d’Assise, in regie van Peter Sellars tijdens de Salzburger Festspiele, haar op andere gedachten. Deze contemplatieve opera van Olivier Messiaen was anders, een monumentaal innerlijk drama dat de groei van genade in de ziel schetst. Gegrepen door het werk dacht Saariaho naar eigen zeggen bij zichzelf: “Als dat opera is, dan kan ik er ook een schrijven.”
L’amour de loin
In 2000 ging L’amour de loin, Saariaho’s eerste opera, in première in Salzburg. Met verfijnde melodische lijnen en een warme lyriek schetst Saariaho het verhaal van de middeleeuwse troubadour Jaufre, die droomt van een geïdealiseerde liefde, Met haar gevoelige en droomachtige partituur had Saariaho een zeer succesvolle eersteling geschreven, die sinds de première internationaal in verschillende producties is uitgevoerd – een lot dat maar weinig hedendaagse opera’s beschoren is. In 2005 werd de opera, in een regie van Pierre Audi, in Amsterdam uitgevoerd als onderdeel van het Holland Festival.
Adriana Mater, Émilie en Only the Sound Remains
Er zouden daarna nog vier opera’s volgen. Met Adriana Mater (2006), een opera over moederschap en geweld tijdens een burgeroorlog, schreef Saariaho een indringend en poëtisch werk voor vier vocale solisten. Hierna keerde ze terug naar meer ‘droomachtige’ materie. Het monodrama Émilie (2010), geschreven voor de Finse sopraan Karita Mattila, verkent de innerlijke roerselen van de 18de-eeuwse filosoof en wiskundige Émilie du Châtelet tijdens haar zwangerschap. En voor Only the Sound Remains (2016), dat bij De Nationale Opera in wereldpremière ging, nam Saariaho Ezra Pounds visie op het Japanse Noh-theater als uitgangspunt voor het creëren van sensitieve sprookjeswerelden.
Nieuw hoofdstuk
Innocence, dat in juli 2021 in wereldpremière ging in Aix-en-Provence, vormt een boeiend nieuw hoofdstuk in Saariaho’s muziektheatrale oeuvre. Waar Saariaho zich in haar eerdere opera’s een meester had getoond in het creëren van lyrische en meditatieve muzikale sferen, sloeg ze met Innocence een nieuwe weg in met een sterke narratieve drive. Het meertalige libretto, waarin maar liefst negen talen gesproken en gezongen worden, de grote cast met dertien solisten en de verkenning van verschillende soorten expressie van de menselijke stem, daagden Saariaho uit tot het schrijven van een bijzonder rijk en veelzijdig werk: zo horen we in Innocence naast klassieke zang ook Sprechgesang (spraakzang), traditionele Finse volkszang en ritmisch strakke gesproken teksten.
Tegelijkertijd is Innocence ook onmiskenbaar Saariaho – de componist die kon toveren met klank. Zo horen we in de partituur onder meer lyrische blaasmotieven, een heldere strijkersklank en de gouden glinstering van harp, slagwerk en celesta. Het onzichtbare koor vormt de schakel tussen het orkest en de solisten en draagt bij aan het klanklandschap met zijn betoverende gezoem en vocalises. Innocence vormt daarmee de kroon op een indrukwekkende carrière.
‘Zelfs de delen die het dichtst bij
spraak liggen, zijn in feite heel
precies genoteerd in de partituur’
KAIJA SAARIAHO OVER INNOCENCE
Het Laatste Avondmaal
“Een belangrijke inspiratiebron voor Innocence vormde Da Vinci’s Laatste Avondmaal, met zijn dertien personages. Nog voordat ik in contact kwam met Sofi Oksanen (de librettist, red.), wist ik dat ik verschillende personages wilde confronteren met dezelfde centrale situatie en dat zij verschillende standpunten zouden uitdragen, elk in hun eigen taal.”
“We stelden ons voor dat er een huwelijksscene zou zijn als een rode draad, die zou doen denken aan Da Vinci’s Laatste Avondmaal; er zouden heldere en donkere taferelen zijn, die aanleiding zouden geven tot heel verschillende orkestraties en vocale schrijfwijzen. Ik maakte een gedetailleerd plan dat ik steeds op mijn bureau hield. Omdat ik elke dag maar ongeveer vijftien seconden muziek componeerde – ik schrijf namelijk direct voor het orkest – was het erg geruststellend om elke ochtend weer naar mijn plan te kijken, en te weten waar ik stond ten opzichte van het geheel.”
Muzikale en vocale identiteit
“In elk van mijn opera’s creëer ik meestal een specifieke muzikale en vocale identiteit voor elk van mijn personages. Met dertien personages moest ik experimenteren met nieuwe mogelijkheden. Uiteindelijk hebben we voor de invulling van deze rollen een beroep gedaan op zeer verschillende profielen, variërend van muziektheateracteur tot operazanger, want zelfs de delen die het dichtst bij het spreken lijken te liggen, zijn in feite heel precies genoteerd in de partituur. De moeilijkheid kwam ook voort uit het feit dat er maar liefst negen verschillende talen in Innocence voorkomen, waarvan ik er een aantal niet spreek.”
Maximale duur
“Ik wilde niet dat deze opera langer zou duren dan 1 uur en 45 minuten. Er zijn meesterwerken zoals Wozzeck of Elektra die rijkdom en kracht combineren met concentratie; ik ben er nooit echt in geslaagd om het mysterie van hun succes te ontrafelen. Toch wilde ik een werk proberen te schrijven met een vergelijkbare vorm en geest.”
Traditionele Finse zangstijl
“Door het gebruik van de kantele (een traditioneel Fins instrument, red.) in Only the Sound Remains groeide mijn interesse voor traditionele volksmuziek. Omdat ik bezig was mijn palet voor het gebruik van de stem te openen, leek het me interessant om iemand te hebben die zong in de stijl van deze Finse folktraditie. Dus ging ik op zoek naar zo’n unieke artistieke persoonlijkheid, die des te moeilijker te vinden was omdat ze jong moest zijn. Ik vond haar in Vilma Jää.” Ontleend aan een interview van dramaturg Timothée Picard met Kaija Saariaho ter gelegenheid van de wereldpremière van Innocence in Aix-en-Provence (2021).