Messa da Requiem: een samensmelting van kunstvormen
Sophie de Lint en Ted Brandsen over Messa da Requiem
Tekst: Laura Roling
Foto's: Ballett Zürich © Carlos Quezada
Toen Sophie de Lint aantrad als directeur van De Nationale Opera, had ze een grote wens: het presenteren van Christian Spucks Messa da Requiem. De productie had in Zürich, waar ze daarvoor had gewerkt, de grenzen tussen de – doorgaans gescheiden – werelden van opera en ballet opengebroken. Ted Brandsen, directeur van Het Nationale Ballet, was meteen enthousiast: ‘Christian Spuck is een van de weinigen die de kunstvormen écht kan samenbrengen’.
In Nationale Opera & Ballet, het theater aan de Amstel, hebben twee verschillende gezelschappen hun ‘thuis’: De Nationale Opera en Het Nationale Ballet. De beoefenaars van de verschillende kunstdisciplines doen er alles aan om hun vak op topniveau te beoefenen, maar daarbij kruisen hun paden doorgaans maar weinig: balletdansers begeven zich in hun fitnessruimte en balletstudio’s, terwijl het koor en de solisten zich vooral in hun eigen zang- en repetitiestudio’s ophouden.
Gezamenlijkheid
In Zürich, waar Sophie de Lint voor haar komst naar Amsterdam werkte, was de situatie niet anders. “Christian Spuck bracht daar verandering in,” aldus Sophie de Lint. “Hij was destijds de artistiek directeur van het ballet in Zürich en kwam met het idee om een voorstelling te maken van Verdi’s Requiem. De intendant Andreas Homoki en ik hadden daar wel oren naar, want Christian had behalve als choreograaf ook ervaring als operaregisseur. We konden hem dus ook met een gerust hart het koor en de solisten toevertrouwen.” Het project overtrof echter ieders stoutste dromen: “De artiesten raakten door elkaar begeesterd en wilden zoveel mogelijk tijd met elkaar doorbrengen. De koorzangers bleven in hun pauzes plakken in de studio’s om de dansrepetities te zien, en de dansers wilden zoveel mogelijk horen van het koor. Dat gevoel van connectie verspreidde zich door het hele huis – tot de kantoren aan toe – en sloeg uiteindelijk ook over op het publiek. De normaal gesproken gescheiden opera- en balletpublieken hadden nu een gezamenlijke beleving.”
Gelijkwaardigheid
De ervaring van Sophie de Lint was zo positief, dat ze bij haar komst naar Amsterdam graag soortgelijke samenwerkingen tussen het opera- en balletgezelschap wilde organiseren. Ted Brandsen zei ‘ja’, onder een belangrijk voorbehoud: “Het is voor mij van groot belang dat, wanneer opera en ballet het podium delen, de verschillende disciplines gelijkwaardige partners zijn. Dat is historisch gezien nog wel eens een probleem geweest: ballet was vaak een decoratief element binnen opera’s, geen volwaardige kunstvorm.”
Bovendien zijn er volgens Ted Brandsen maar weinig choreografen of regisseurs die erin slagen de disciplines écht op een vruchtbare manier te combineren. “Ze zijn wat mij betreft op één hand te tellen. Het is belangrijk te beseffen dat choreografie en operaregie twee totaal verschillende métiers zijn. Om professionele dansers te choreograferen, moet je hen een bepaalde fysieke taal kunnen aanreiken. En om opera te regisseren heb je weer totaal andere vaardigheden nodig.” Daar is Sophie de Lint het mee eens: “Choreografie is een vak op zich, met een eigen taal, maar dat geldt ook voor het werken met zangers. Als we bij de opera werken met een choreograaf, film- of theaterregisseur, merk je vaak een zekere onwennigheid bij het werken met zangers, laat staan met een groot koor – een immens collectief van individuen. Christian Spuck is een van de zeldzame talenten die dat aandurft én beheerst.”
Emotionaliteit
Al in hun eerste gesprek opperde Sophie de Lint om Messa da Requiem naar Amsterdam te brengen. Ted Brandsen reisde af naar Zürich om de productie met eigen ogen te zien. “Ik was meteen om. Christian Spuck heeft het gepresteerd om de muziek in een theatrale setting te brengen met dansers, zangers, koor en belichting – en weinig andere ingrediënten. Zijn magie schuilt niet in het uitpakken met allerlei theatrale trucs of spectaculaire effecten, maar in de mensen en de emoties. Met simpele middelen komt hij tot een maximaal resultaat. Licht en ruimte, dat zijn de voornaamste ingrediënten.” Sophie de Lint vult aan: “Verdi was natuurlijk in de eerste plaats een operacomponist – een meester in het invoelbaar maken van menselijk drama. Dat hoor je ook in zijn Requiem. De tekst is de vaste Latijnse liturgische tekst van de dodenmis, want dat hoorde nu eenmaal bij de vorm, maar Verdi heeft daar zoveel theatraliteit in weten te leggen. De emotionaliteit van het stuk sprak Christian aan om een voorstelling te maken waarin niet de dood, kommer en kwel of zelfs een hogere macht centraal staan, maar juist het menselijk leven en de schoonheid en kwetsbaarheid ervan. Hij vertelt geen verhaal, maar neemt ons mee op een heel intuïtieve en emotionele reis langs beelden die heel direct tot ons spreken.”
Muzikale leiding
De muzikale leiding ligt in handen van Eun Sun Kim, sinds september 2021 de muziekdirecteur van de San Francisco Opera. Sophie de Lint is erg blij haar te hebben kunnen engageren: “Ze is de juiste persoon voor dit project. Enerzijds is ze een rising star die terecht een internationale bliksemcarrière doormaakt. Dat maakt haar ook interessant voor een toporkest als het Rotterdams Philharmonisch, dat op het hoogste niveau muziek maakt. Anderzijds beschikt ze over de juiste energie en persoonlijkheid voor dit project. Ze is een inspirerende samenwerkingspartner voor Christian en heeft oog voor wat iedereen nodig heeft: van het koor, het orkest en de solisten tot de dansers.” Ted Brandsen vult aan: “Bij deze choreografie luistert het misschien minder nauw dan bij een klassiek ballet, maar een dirigent kan een balletvoorstelling maken of breken. Je moet als dirigent als het ware met de dansers mee ademen.”
Honderdkoppig koor
Met elkaar ademen is ook voor de artiesten op het podium van groot belang. Naast een ensemble van zo’n dertig dansers en vier zangsolisten staat een honderdkoppig koor op het toneel. “Een choreograaf had er makkelijk voor kunnen kiezen om het koor ergens in de orkestbak of op het achtertoneel op te stellen en zich volledig te richten op de dans,” vertelt Sophie de Lint, “maar die keuze maakt Christian bewust niet. Hij brengt de dansers en de zangers met elkaar op het toneel en smeedt hen tot een organisch geheel.” “Een indrukwekkende ervaring,” vult Ted Brandsen aan: “De dansers staan letterlijk middenin de muziek. Dat is een heel andere ervaring dan begeleid worden vanuit de orkestbak. De muziek wordt haast een fysieke ervaring die hen omarmt en vleugels geeft, en dat zal het publiek ook voelen.”
- Messa da Requiem is van 9 t/m 25 februari 2023 te zien bij Nationale Opera & Ballet.