Mezzosopraan Angela Brower over haar rol in Roberto Devereux
In april gaat Roberto Devereux, het laatste deel van Donizetti’s Tudor-trilogie in een regie van Jetske Mijnssen, in première. De Amerikaanse mezzosopraan Angela Brower zingt de rol van Sara, duchessa di Nottingham. We spreken haar op de eerste dag van de repetities.
Je hebt ontzettend veel indruk gemaakt als Octavian in Strauss’ Rosenkavalier afgelopen seizoen, maar je bent duidelijk een multi-talent, want we horen je nu in een totaal andere stijl! Kun je wat meer vertellen over belcanto en hoe het voor jou is om in deze stijl te zingen?
(Lachend) “Ik ben eigenlijk niet per se een belcanto-zangeres. Misschien moet ik dat niet hardop zeggen, maar de meeste rollen die ik heb gezongen waren Mozart. Wel heb ik ook veel Rossini gezongen, omdat dat belangrijk repertoire is voor mezzosopranen. Ook heb ik Norma gedaan in Hamburg, voordat ik naar Amsterdam kwam, en een keer zes jaar terug. Rossini was dus mijn eerste ervaring met belcanto, gevolgd door Bellini en nu Donizetti.”
Angela Brower
‘Je kunt het publiek alleen raken door kwetsbaarheid te laten zien’
“Ik ben best wel gek op belcanto zingen. Het is een heel andere taal, een andere manier om je uit drukken. ‘Belcanto’ betekent letterlijk ‘mooi gezongen’, dus de verwachtingen zijn wel hoog: het moet ontzettend mooi zijn! Maar tegelijkertijd is het een kwetsbare stijl, met heel veel artistieke vrijheid voor de zangers. In belcanto moet je de emoties van je personage uitdrukken door bijvoorbeeld meer tijd te nemen of verschillende klankkleuren te gebruiken. Natuurlijk kan dat ook bij Mozart of Strauss, maar in die stijlen moeten de muzikale ideeën meer binnen de structuur en het tempo passen. Bij belcanto heb ik veel vrijheid en dat is ook de uitdaging. Het is alsof ik een kwast, een leeg schilderdoek en allerlei kleuren verf krijg en daarmee iets mag gaan creëren.”
“Je kunt echt iets moois maken, maar je moet het wel ‘naakt’ doen, zonder veel ondersteuning van het orkest. In je eigen tempo, met al je eigen kleuren en dynamiek, helemaal zelf. Om dat te kunnen doen, moet je eerst dieper in je personage duiken en echt begrijpen wat ze bedoelt. Niet alleen de tekst lezen, maar ook de subtekst. Want juist die subtekst is wat belcanto zo mooi maakt, en ontroerend. Maar om dat over te brengen, moet je je wel kwetsbaar opstellen. Ik vind kwetsbaar zijn best lastig, ik hou daar normaal eigenlijk niet van, maar ik laat me uitdagen door deze muziek. Dat helpt me om te groeien als zanger. En we kunnen als artiesten het publiek eigenlijk alleen raken door kwetsbaarheid te laten zien op het toneel.”
In Roberto Devereux zing je niet alleen in een andere muziekstijl, maar je maakt ook nog eens je roldebuut als Sara. Hoe bereid je je voor op een rol die je nog nooit eerder hebt gezongen? Luister je naar opnames?
“Ja, ik luister naar een paar verschillende opnames. Sommige mensen zeggen dat je niet naar opnames moet luisteren als je een rol gaat instuderen, maar ik denk dat dat voor iedereen anders is. Iedereen leert op een andere manier! Mijn moeder speelde piano en gaf mij muziekles aan de hand van de Suzuki-techniek. Bij Suzuki luister je altijd eerst naar de muziek voordat je die speelt en lees je de bladmuziek terwijl je luistert. Dat is altijd mijn manier gebleven om iets nieuws in te studeren. Daarbij helpt het me heel erg om, terwijl ik mijn eigen partij leer, ook alvast de hele orkestpartituur te horen. Ik wil een gevoel krijgen van de kleuren en de emoties die vanuit het orkest komen, en waar welke instrumenten te horen zijn.”
“Ik luister ook graag naar opnames omdat ik van anderen wil leren. Soms voel ik me nog een student, ik blijf altijd leren. Het kan zo fijn zijn om naar andere zangers te luisteren en inspiratie te putten uit de manier waarop zij een stuk benaderen. Als je net begint aan een nieuwe rol, kunnen andermans interpretaties een fijn startpunt zijn van waaruit je je eigen ideeën verder kunt ontwikkelen. Daarna ga ik met mijn zangcoach aan de slag om mijn eigen manier te vinden en uit te proberen wat werkt voor mijn stem.”
Angela Brower
‘Jetske laat Sara worstelen in stilte’
“Wat ik ook altijd doe is alle Italiaanse tekst zelf naar het Engels vertalen, daar ben ik uren mee bezig! Tijdens het vertalen luister ik dan naar de opera op de achtergrond. Dat helpt me om de woorden en de muziek met elkaar te verbinden en echt te begrijpen wie mijn personage is. Ik creëer zo een heel beeld voor mezelf van wie deze persoon is. Hoe ziet ze eruit? Hoe reageert ze op dit andere personage? Bij een nieuwe rol is het de bedoeling dat je je eigen ideeën meeneemt over wie jouw personage is, waarna een regisseur de gaten kan opvullen. Het werk van de regisseur geeft echt een diepere laag aan het stuk zoals dat op papier staat, een soort verhaal binnen het verhaal. Dat geeft aan in welke richting je moet denken, want de mogelijkheden voor interpretatie zijn eigenlijk eindeloos. Op de eerste repetitiedag zei Jetske (Mijnssen, regisseur – red.) ‘Sara en de koningin zijn vriendinnen’, terwijl ik dacht dat ze een hekel aan elkaar zouden hebben. Dat inspireerde me meteen om nieuwe klankkleuren uit te proberen en gaf veel energie en chemistry op het toneel. En dat was pas dag één, wow!”
Hoe zou het voor je zijn als je niks voelde voor Jetskes ideeën over jouw personage, Sara?
“Het gebeurt weleens dat je echt het gevoel hebt dat een regisseur geen recht doet aan jouw personage. Je probeert er dan toch in mee te gaan of hun interpretatie beter te begrijpen, maar dat kan heel lastig zijn. In sommige versies van dit stuk, Roberto Devereux, gebruiken regisseurs het koor om Sara over te halen haar echte emoties te laten zien en haar geheimen te onthullen. Dat had ik echt jammer gevonden. Maar Jetske doet dat gelukkig niet, ze laat Sara worstelen in stilte. Sara heeft veel geheimen maar doet alsof er niets aan de hand is, alles gebeurt vanbinnen. Ze moet al haar emoties en haar verdriet verbergen, maar het is duidelijk dat ze pijn lijdt. Dat maakt het heel spannend, want al die emoties bouwen langzaam op. En als ze dan eindelijk alleen is, komt alles eruit, in prachtig belcanto!”
Als er zoveel pijn en verdriet is, is de muziek dan ook meteen heel zwaar?
“O nee, zeker niet. Het is gewoon heel mooi. Belcanto is een unieke stijl, met een eigen muzikale taal. Zodra je je daar als luisteraar voor openstelt, begrijp je die taal vanzelf. Als je je overgeeft aan de zanglijnen, helemaal omhoog en dan plots weer snel naar beneden, dan voel je wat er bedoeld wordt. Elk publiek kan daarin worden meegenomen, de emoties zijn universeel. Donizetti laat ons horen hoe pijn klinkt en verdriet. Als luisteraar weet je dan intuïtief: o, er is een hele hoge noot omdat iemand het uitschreeuwt. Zelf die taal te ontdekken en open te staan voor wat de muziek je vertelt, is zo’n bijzondere luisterervaring. Je hoeft niets te weten over opera of belcanto om dat mee te maken en ervan te genieten!”
Tekst: Sophie Vroegop
Roberto Devereux is van 18 april t/m 6 mei 2024 te zien in Nationale Opera & Ballet