Otto

Otto Tausk over Caruso a Cuba

27 februari 2019

Tekst: Inge Jongeman



In de vijf jaar tijd dat Otto Tausk chef-dirigent was van de opera en het orkest van Sankt Gallen, heeft opera zijn hart gestolen. Sinds dit seizoen is hij Music Director van het Vancouver Symphony Orchestra waar vooral symfonisch werk op de lessenaar staat. Tausk doet het allemaal even graag en legt zich niet graag vast op één muziekgenre. Otto Tausk: ‘Ik ben overtuigd non-specialist.’

Otto Tausk vliegt heel wat heen en weer tussen zijn woonplaats Wageningen en de rest van de wereld. Naast de dertien weken per seizoen waarin hij voor het Vancouver Symphony Orchestra staat, is hij een veelgevraagd gastdirigent bij orkesten over de hele wereld. Hij kijkt er naar uit om een aantal weken achter elkaar in Nederland te zijn voor de productie Caruso a Cuba van Micha Hamel. “Ik vind het een uitdaging om samen met een team een compleet nieuwe productie van de grond af aan op te bouwen. Meestal stort ik me volledig op zo’n project. Dat ik aan het eind van de dag in mijn eigen bed kan rollen, is natuurlijk een mooie bijkomstigheid. Ik denk dat Caruso a Cuba heel bijzonder wordt. Ik heb net nog een paar uur gesproken met Micha Hamel, waardoor ik nog enthousiaster ben dan ik al was.”

Belang van woorden

Tausk en Hamel kennen elkaar van de televisieserie Maestro, waaraan ze beiden meewerkten en omdat Tausk al eerder werk van Hamel dirigeerde. “Micha’s muziek is fantasievol, ritmisch sterk en zit goed in elkaar. Bovendien denkt hij - vanwege zijn achtergrond als dichter - erg vanuit de tekst. Wanneer ik een operapartituur voor het eerst in handen heb, lees ik altijd eerst de tekst en probeer ik de muziek te negeren. Daardoor begrijp ik vaak beter waarom de componist tot die noten is gekomen.”

Over Caruso a Cuba kan Tausk al verklappen dat de muziek, net zoals het hoofdpersonage Caruso, volledig gaat ontsporen. “Het begint met lyrisch Italiaans-achtige operamuziek en naarmate het verhaal grimmiger wordt, voegt Micha er synthesizermuziek en andere geluidseffecten aan toe. Er zit een enorme drive in deze kameropera. In de partituur herken ik Verdi, Puccini, Mahler, Bach en Strauss, maar vooral Micha Hamel.”

De Nationale Opera - Caruso a Cuba - credits Monika Rittershaus_018.

Partituur vol mystiek

Het maakt Tausk niet veel uit of hij een nieuwe opera of een bekend werk moet instuderen. Als voormalige chef van de opera van Sankt Gallen kreeg hij vaak partituren waarvan de inkt nog nat was. “Natuurlijk zitten de bekende opera’s ergens in je systeem en val je daar op terug. Maar dat is tegelijkertijd een valkuil, omdat je toch vaak aan opnamen refereert. Ik kijk meestal veel frisser aan tegen nieuwe muziek, omdat ik niet weet hoe dat zal eindigen. Een onbekende partituur kent veel geheimen, die tijdens de repetities beetje bij beetje worden opgelost.”

Naast chef-dirigent van het Vancouver Symphony Orchestra, is Tausk ook verantwoordelijk voor het artistieke beleid van het orkest. Hij nodigt solisten uit en maakt de programmering. “Ons repertoire is heel breed, van hedendaagse muziek tot de Johannes-Passion van Bach of repertoire van Wagner. Zo’n gevarieerd programma is niet alleen leuk voor het orkest en publiek, maar ook voor mezelf.”

Volgens Tausk worden dirigenten te vaak in hokjes ingedeeld, dus is hij voorzichtig met zichzelf specialist in ‘iets’ noemen. “Ik vind gewoon veel dingen leuk. Wanneer ik een opera van Mozart dirigeer, bestaat er niets mooiers dan dat, maar als ik vervolgens Written on Skin van George Benjamin hoor, vind ik dat weer helemaal het einde. Het is maar net waar ik mee bezig ben.”

Dit interview verscheen eerder in Odeon 113.

Portretfoto Otto Tausk: Aaron Aubrey. Scènebeeld: Monika Rittershaus