Sigi Giesler maakt aus LICHT mogelijk
Tekst: Margriet Prinssen
Sigi Giesler is een gepokt en gemazeld producent. Ze werkt al 34 jaar bij Holland Festival, waarvan 12 jaar als hoofd productie. ‘Mrs. No Problem’ wordt ze gekscherend genoemd: geen idee zo gek of Sigi zorgt ervoor dat het lukt. Officieel is ze al gepensioneerd maar dit jaar werkt ze aan het grootste en meest alomvattende project uit haar rijke carrière ooit: aus LICHT.
Ze regelt alles wat los en vast zit, weet alles over vergunningen voor stroom, geluid of horeca, en ze kent iedereen: “Ik vind het gewoon heerlijk om plannen uit te zoeken, problemen op te lossen en daarnaast een kijkje te nemen in de artistieke keuken.”
Met Stockhausens werk heeft ze de nodige ervaring. Al in 1995 was ze verantwoordelijk voor de productie van Stockhausens wereldpremière HELIKOPTER-STREICHQUARTETT uit zijn opera MITTWOCH aus LICHT waarin een strijkkwartet speelde vanuit vier vliegende helikopters. Dat ging zo: elk lid van het kwartet speelde afzonderlijk zijn partij, die werd gestraald naar het Transformatorhuis op het Westergasterrein, waar de maestro zelf achter de mengtafel zat. Giesler regelde de helikopters, de vergunningen en de draadloze hifi-elektronica, in een tijd waarin de (digitale) techniek nog in de kinderschoenen stond.
Dat was waarschijnlijk achteraf bezien een peulenschilletje in vergelijking met wat er nu aan staat te komen. Het hoogtepunt van haar carrière in artistiek en logistiek opzicht wordt zonder twijfel het project aus LICHT dat dit jaar – van 31 mei tot en met 10 juni – plaatsvindt in Amsterdam tijdens Holland Festival.
Haalbaarheidsonderzoek aus LICHT
Giesler is er vanaf het prille begin bij betrokken. Medio 2015 al reisde zij met een delegatie van Holland Festival en het Koninklijk Conservatorium af naar residentie Kürten {{Kürten is een dorpje in het heuvelachtige Bergische Land ten oosten van Keulen. Het is ook het centrum van de Stockhausen Stiftung, geleid door de Nederlandse Kathinka Pasveer en de Amerikaanse Susanne Stephens. De stichting beheert het nagelaten werk van de componist, organiseert studiebijeenkomsten en geeft de muziek van Stockhausen uit op cd, dvd en als bladmuziek.}}. Het oorspronkelijke idee was om te kijken of LICHT in zijn geheel zou kunnen worden uitgevoerd: zeven dagen in 29 uur muziek. Kathinka Pasveer en Suzanne Stephens, verantwoordelijk voor Stockhausens nalatenschap, hadden meteen al de nodige vraagtekens bij de haalbaarheid van het project, maar Sigi werd gevraagd om het project in kaart te brengen en een haalbaarheidsonderzoek te doen. Giesler: “Aanvankelijk was het idee om de hele opera op een viertal locaties te spelen, maar Pierre wilde het uitvoeren op één locatie, de Gashouder op het Westergasterrein.”
Pierre Audi werd er vanaf het begin bij betrokken; als iemand het zou kunnen ensceneren, dan hij wel. Giesler: “Samen met mijn ‘partner in crime’ Renee Jonker van het Koninklijk Conservatorium hebben we in vele werksessies in kaart gebracht hoeveel solisten, musici, koren, dansers etcetera we ongeveer nodig zouden hebben voor alle stukken. Alleen al aan cast kwamen we uit op zo’n 700 tot 800 artiesten. Mede naar aanleiding van de uitvoering DONNERSTAG aus LICHT in Basel in juni 2016 besloten Pasveer en Stephens dat de presentatie van de hele cyclus van 7 dagen LICHT in 2019 onhaalbaar zou zijn, alleen al omdat hun eigen Stiftung onvoldoende coaches en gekwalificeerde Stockhausen-uitvoerders zouden kunnen leveren om het geheel in te studeren.”
“We hebben het project toen even in de ijskast gezet maar in september 2016 ben ik, na intensief overleg met Pierre, met Renee Jonker opnieuw naar Kürten gegaan. Wat zou dan wel haalbaar zijn? Zou het denkbaar zijn om een compilatie te maken van delen uit LICHT, zonder dat het een simpele ‘the best of’ zou zijn? Daarmee zou je Stockhausen geen recht doen. Samen met Kathinka Pasveer en Suzanne Stephens zijn we door de hele partituur van de LICHT-cyclus gegaan om te kijken welke stukken we zouden kunnen uitvoeren. Uiteindelijk hebben we gezamenlijk de meest ideale keuze gemaakt waarmee we artistiek recht doen aan het stuk en die logistiek haalbaar zou moeten zijn. Van de 29 uur die LICHT in totaal beslaat, hebben we 15 en een half uur muziek geselecteerd, een representatief gedeelte uit alle dagen. Ik ben op basis van die gegevens weer gaan rekenen, plannen en begroten en daarna hebben we een nieuw plan ontwikkeld van waaruit het zou moeten gaan lukken. We kregen een ‘GO’ vanuit Kürten, het Conservatorium schaarde zich achter de plannen en zette een speciale master aus LICHT op, De Nationale Opera nam de productie op zich en Holland Festival coproduceerde.”
Stockhausen in imposante blokkenschema’s
Giesler: “We hadden nog geen volledig artistiek team, geen solisten en geen koren, dus vanaf dat moment zijn we begonnen in volgorde van belangrijkheid alle details uit te werken.” Ze vouwt een van de imposante blokkenschema’s open en laat de plattegrond zien van de Gashouder waarop zichtbaar wordt hoe het decor eruit komt te zien (geen vaststaand toneel dus, per scène een ander beeld), waar de 1000 stoelen voor het publiek moeten staan (in verschillende opstellingen zelfs op één dag, zodat in de pauze de medewerkers een aantal keren alle stoelen moeten draaien en verplaatsen), waar de kleedkamers zijn voor de artiesten, waar de publieke horeca zou kunnen worden ondergebracht, waar en vooral hoe de (ingenieuze) audiovisuele techniek zou kunnen worden aangebracht en ga zo maar door.
“Het is een ongelooflijk complexe puzzel. Spannend maar ook een beetje veel om zoveel dingen tegelijk in je hoofd te hebben. Gelukking hebben we intussen een fantastisch team medewerkers van De Nationale Opera, Koninklijk Conservatorium en Holland Festival die allen met hun expertise bijdragen om dit enorme project te realiseren. Ik geniet enorm van deze voorbereidende periode maar kijk ook uit naar de periode in de Gashouder waar alle plannen bij elkaar komen, en zal blijken of het klopt hoe wij het allemaal op papier hebben bedacht. Vanaf 26 april gaan we bouwen en vanaf 4 mei repeteren we in de Gashouder. Dat lijkt lang tot de première op 31 mei, maar we hebben dan toch maar maximaal anderhalf tot twee dagen per onderdeel. In totaal zijn het 15 live stukken en 5 elektronische werken in een cyclus van drie dagen. Het is een militaire operatie: zoveel stukken die elk een totaal andere organisatie en logistiek vereisen. In de basis komen er twee enorme podia te staan, een voor Lucifer en een voor Michael.”
“We moeten kijken naar spacen, klankregie, video, geluid, mise-en-espace. Mijn functie is in de loop van de tijd veranderd van kwartiermaker tot artistiek producent. Renee en ik zijn ook de oliemannetjes, zeg ik weleens gekscherend.”
Helicopterview
“In principe is DNO verantwoordelijk voor alles wat zich binnenin de Gashouder afspeelt en Holland Festival voor alles wat er omheen gebeurt. De casting gebeurt vooral vanuit het conservatorium. Ik ben een soort verbindende factor, vanuit een helicopterview probeer ik alles te overzien en zo goed mogelijk te delegeren. Ik heb onder andere veel contact met het stadsdeel en met de organisatie van de Westergasfabriek, waar in de gebouwen en ook buiten altijd veel activiteiten plaatsvinden die op elkaar afgestemd moeten worden in verband met de overlast. Met de boer die schapen heeft in het weiland vlak achter de Westergasfabriek hebben we geregeld dat zijn schapen, als de helikopters overvliegen, tijdelijk elders worden gestald. Met Waternet hebben we intensief contact om te kijken wat er kan misgaan wanneer, als het hard geregend heeft, het weiland als landingsplek voor de helikopters onder water komt te staan. En ga zo maar door. Komt allemaal goed.” Ze lacht. “In het Transformatorhuis komen de kleedkamers en een kap- en grimeruimte. Op dag 2 hebben we, om een voorbeeld te noemen, 80 musici in LUZIFERs TANZ, 36 meisjes in MÄDCHENPROZESSION, een kinderkoor van 17 in KINDERFÄNGER en 7 jongens in EVAs LIED, een grote groep musici en technici. Video speelt een grote rol. We bouwen een kantine voor cast en medewerkers (circa 600; ca 4650 lunches/4500 diners); letterlijk elke hoek wordt gebruikt. Vleugels moeten opzij worden gezet en gestemd; er wordt veel gezenderd. We moeten 1000 man publiek bedienen met lunch- en dinerpakketten; in de pauzes moeten de stoelen telkens op een andere plek komen te staan. Vooraf worden korte filmpjes getoond die Audi wil gebruiken om het verhaal te ondersteunen en die de afdeling Educatie maakt in een speciaal project met kinderen. Tegelijkertijd wordt er een documentaire gemaakt: The making of… door Oeke Hoogendijk, die ook de documentaireserie maakte over de verbouwing van het Rijksmuseum, en uiteraard vergt ook dat het nodige overleg.”
Alouettes
In 1995 leefde Stockhausen nog. Hij was erbij toen het HELIKOPTER-STREICHQUARTETT in wereldpremière ging. “Een waanzinnige belevenis”, zegt Giesler die in een volgend leven graag helikopterpiloot wil worden. “Na veel zoeken hadden wij het showteam van de Luchtmacht bereid gevonden om vier helikopters beschikbaar te stellen en een extra helikopter voor een overview en het maken van de documentaire van Frank Scheffer. Inmiddels zijn de Alouettes helaas verkocht en konden we ook geen heli’s van de politie of de ANWB lenen of huren. Gelukkig hebben we een helikopterbedrijf in Lelystad bereid gevonden om aan dit avontuur mee te werken en zijn zij ook gegrepen door het project en werken we met veel plezier en professionaliteit samen.”
De schoonheid van Stockhausen
Vanaf medio 2017 begon de master aus LICHT bij het conservatorium waaraan alles bij elkaar zo’n ca 250 studenten deelnemen. In 1985 was Stockhausen een maand lang composer in residence aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag: “Toen stond het conservatorium op zijn kop. Het werken met Stockhausen veranderde voor velen hun visie op muziek. Een aantal van de docenten van nu waren er toen bij als student. Nu kostte het aanvankelijk wat meer moeite om studenten te vinden en te enthousiasmeren”, vertelt Giesler: “Studenten van nu hebben minder tijd en ze staan misschien ook wat sceptischer tegenover Stockhausens oeuvre. Uiteindelijk zijn alle deelnemers binnen de kortste keren gegrepen door de schoonheid en lichtheid van Stockhausens muziek. Het is muziek die je live moet ondergaan om de betovering en de intensiteit te ervaren; totaal anders dan op cd of dvd.”
“Stockhausen heeft in zijn partituur tot in detail de beweging en handelingen voorgeschreven en Pierre respecteert dat in grote lijnen. Wat Pierre als geen ander kan is om, met (soms) minimale regieaanwijzingen, een heldere lijn aan te brengen zodat het publiek het verhaal beter kan begrijpen. Voor Stockhausen was het belangrijk om de musici uit de anonimiteit (en de veiligheid) van het orkest te halen en hen te leren bewegen. Dat vereist dat zij alles uit hun hoofd moeten kunnen spelen. Dat is een enorme uitdaging voor de musici die normaal lekker achter de partituur zitten. En ook het lopen en bewegen en op de grond kruipen met een instrument vereist een heel bijzondere techniek; ze moeten als het ware weer opnieuw beginnen met studeren.”
“Het is geweldig om de repetities bij te wonen en te zien hoe het project zich ontwikkelt. Het varieert van een heel intiem deel, KATHINKAs GESANG voor 1 fluitiste en 6 slagwerkers, tot enorm grootschalige delen zoals INVASION waar twee legers tegenover elkaar staan of LUZIFERs TANZ met 80 blazers, solisten en figuranten. Het is ontzettend leuk om de studenten te zien groeien, van enigszins wantrouwende, onzekere en bedeesde musici tot enorm overtuigde en overtuigende performers. Voor mij is het een enorm cadeau om hier onderdeel van te mogen zijn. Het is niet te vergelijken met willekeurig welk ander project dan ook. Het is zoveel groter, uitgebreider en veelomvattender, met zoveel details die altijd weer samenhangen met de muziek en niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het is echt een ‘once in a lifetime’- gebeurtenis.”