Sopraan Adela Zaharia: ‘Violetta past mijn stem als een handschoen’
Na haar debuut bij De Nationale Opera in 2021 als Donna Anna in Mozarts Don Giovanni, is de Roemeense sopraan Adela Zaharia terug in een van haar meest geliefde rollen: Violetta Valéry in Verdi’s La traviata. Ze is een schitterende nieuwe schakel in een lange reeks van legendarische landgenoten die triomfen vierden in een van Verdi’s meest ontroerende en veeleisende rollen.
Tekst: Benjamin Rous
Eerste indrukken zijn belangrijk. Sopraan Adela Zaharia kwam pas met Verdi’s La traviata in aanraking toen ze student was in de stad Cluj, in haar geboorteland Roemenië. Weet ze nog wat haar reactie was? “Ik ga een heel niet-romantisch antwoord geven: ik snapte veel niet, het klopte naar mijn smaak niet helemaal. Ik had het gevoel dat de opera belangrijke delen van het verhaal miste. Het werd me voor het eerst echt duidelijk en maakte diepe indruk op me toen ik La dame aux camélias van Alexandre Dumas fils las, het boek waarop de opera gebaseerd is. Alles is daarin zoveel gedetailleerder, de gevoelens en gedachten van de personages krijgen een geheel nieuwe dimensie. Het duurde dus even voordat het helemaal tot me doordrong.”
Hoe belandde de opera, nadat je ervan had leren houden, in je leven als zangeres?
“Vanaf mijn 22ste kreeg ik steeds La traviata aangeboden. Maar ik vond dat ik moest wachten, omdat het zo’n complex personage is en het vocaal zo’n veeleisende rol is. Je hebt uithoudingsvermogen nodig en je stem moet zich kunnen aanpassen aan de verschillende gevoelens en de sfeer in elke akte. Hoewel het een geleidelijke, organische ontwikkeling is, is de rol heel anders van de eerste tot de laatste akte. Ik had zoveel respect voor deze opera en deze rol, dat ik hem niet wilde zingen voordat ik het gevoel had dat ik er helemaal klaar voor was - zowel vocaal als psychologisch.”
‘Hoe vaker je de rol zingt, hoe dichter je bij het personage komt’
Hoe ervoer je de rol, toen dat moment eenmaal wel was aangebroken? Heb je er lang over gedaan om je Violetta eigen te maken?
“Het is eigenlijk de enige rol ooit die aanvoelde alsof die perfect bij mijn stem paste. Als ik een nieuwe rol begin in te studeren, is er meestal een proces van ongeveer twee of drie weken waarin het behoorlijk chaotisch voelt, mijn stem en lichaam moeten wennen, en ik een manier van zingen moet vinden die gezond voelt. Maar toen ik voor het eerst mijn Traviata-partituur opensloeg en er samen met een pianist doorheen ging, voelde het ongelooflijk natuurlijk. Dat was zo’n openbaring voor me. Mijn eerste gedachte was: ‘oh, ik denk dat Violetta en ik heel lang goede vrienden zullen blijven.’ Natuurlijk is het zo dat hoe vaker je de rol zingt, hoe dichter je bij het personage komt en hoe meer nieuwe kleuren je in de muziek vindt.”
Als je inderdaad zo dicht bij een personage komt en je je dat eigen maakt, hoe verenig je die opvattingen dan met de concepten van regisseurs?
“Ik denk dat de ideeën van de regisseurs met wie ik tot nu toe heb gewerkt niet al te ver aflagen van het klassieke verhaal van het personage en de opera, dus gaat het er alleen maar om dat je meer lagen toevoegt. Soms komt de regisseur met dingen die nooit bij je zijn opgekomen, en misschien lijken die in eerste instantie vergezocht. Maar je moet het op zijn minst proberen en kijken hoe het personage dat je hebt opgebouwd zou reageren in die nieuwe context. Zelfs als je je grenzen moet verleggen en heroverwegen. Dat is tenslotte waar het in het leven om draait: experimenteren, risico’s nemen, kijken wat bij je past en wat niet.”
In Amsterdam presenteert Tatjana Gürbaca’s productie Violetta als slachtoffer van een door mannen gedomineerde, opportunistische en materialistische maatschappij.
“Ik denk eigenlijk dat dit heel dicht bij het oorspronkelijke idee van Violetta en La traviata ligt. In de tijd dat ze in Parijs woonde was dat precies de situatie: een door mannen gedomineerde maatschappij. Ze was een vrouw met een onfortuinlijke achtergrond, die niet uit eigen keuze op dit levenspad terechtkwam. Misschien had ze liever een rustig leven gehad op het platteland, met een gezin, enzovoort. Maar die optie had ze nooit, dus moest ze de kaarten spelen die ze van het leven kreeg. Misschien is deze productie niet wat je normaal zou verwachten van La traviata, maar ik denk dat het een erg krachtige productie is. Ik kijk ernaar uit, want ik heb nog niet eerder met Tatjana gewerkt. Ze is zo’n getalenteerde regisseur en ik weet dat veel van mijn collega’s het erg inspirerend vonden om met haar te werken.’
Violetta is zonder twijfel een zeer emotionele rol om te zingen. Heb je ooit het gevoel dat het te dichtbij komt?
“Dat gevaar is er altijd. Ik ben erg empatisch, en ik denk dat een groot deel van mijn succes op het podium voortkomt uit het feit dat ik me zoveel mogelijk probeer te identificeren met mijn personages. Violetta is op dit moment zeker een van mijn meest intense rollen. Ik zing veel belcanto, maar daar heb ik het gevoel dat er altijd een soort afstand is, psychologisch, tot het personage – behalve in waanzinscènes natuurlijk. Maar over het algemeen is het makkelijker om er niet in te verdwalen. In La traviata wordt het erg intens, vooral in de laatste akte. Vanaf mijn eerste productie merkte ik dat het veel meer van me eist – emotioneel en vocaal. Als je zo betrokken raakt bij het personage, laat je de rationele kant, die voor jezelf en je stem moet zorgen, wat meer los. Daarom let ik er altijd op dat ik niet te veel voorstellingen van La traviata per seizoen doe.”
Wat zijn, naast die zeer emotionele laatste akte, andere sleutelmomenten in de opera voor jou?
“Absoluut het grote duet met bariton in de tweede akte, wanneer je voor het eerst de volle omvang van Violetta’s pijn en wanhoop voelt. Wanneer Germont haar confronteert en haar vraagt Alfredo te verlaten, wordt ze herinnerd aan de realiteit van haar leven en haar verleden. Dat alles wordt haar voor de voeten geworpen op een moment dat ze eindelijk dacht dat ze ware liefde en geluk kon vinden, dat ze haar pijnlijke verleden achter zich kon laten. Die hoop wordt in een oogwenk verwoest. In Amsterdam krijg ik natuurlijk de kans om dit duet te doen met een van mijn meest favoriete zangers ter wereld, en toevallig ook mijn landgenoot: George Petean. Toen ik nog studeerde in Roemenië wisten we allemaal van zijn fantastische carrière en talent en ik bewonder hem enorm, dus het wordt heel bijzonder dit nu met hem te zingen.”
“Mijn debuut bij De Nationale Opera in Don Giovanni was zo’n geweldige ervaring, in elk opzicht. Jullie hebben zo’n geweldig publiek, dat ben ik zelden ergens anders ter wereld zo tegengekomen. Dus ik ben heel blij dat ik zo snel terug kon komen, en in een rol die me zo dierbaar is.”