Stikhina

Sopraan Elena Stikhina: ‘Butterfly is een krachttoer’

8 april 2019

Tekst: Laura Roling



De ster van de Russische sopraan Elena Stikhina is rijzende. In de afgelopen twee jaar debuteerde ze bij grote operahuizen als de Opéra national de Paris, Boston Lyric Opera, Staatsoper Berlin, Deutsche Oper, Bayerische Staatsoper München, Semperoper Dresden en zeer onlangs in The Met in New York. Nu maakt ze haar Amsterdamse debuut in de titelrol van Madama Butterfly.

De rol is niet nieuw voor Stikhina. Ze zong Cio-Cio-San, de gedoemde Japanse die trouwt met een Amerikaanse marinier, twee keer eerder in het Marijinsky Theater in Sint-Petersburg. “Dit is één van de zwaarste rollen. Dan heb ik het nog niet eens zozeer over de emotionele kant, maar alleen maar over de tijd die je op het podium doorbrengt in een dragende rol, van opkomst tot zelfmoord. Het is een krachttoer, en je batterij moet wel dubbel of driedubbel opgeladen zijn van tevoren, want het vreet energie.”

Elena Stikhina en opera

Stikhina komt niet uit een muzikaal nest en het duurde dan ook een tijdje voordat ze een carrière in de muziek überhaupt als optie zag. “Mijn vader hield van klassieke muziek, en ik vond de elegantie ervan erg mooi, maar dat was het dan wel. Ik groeide op in Lesnoj, een Russische stad een paar honderd kilometer ten noorden van Jekaterinenburg. Er was daar geen operahuis en geen grote muziekcultuur. Toen ik een jaar of vijftien was, kreeg ik een cd van de Russische mezzosopraan Olga Borodina. Daar was ik door gegrepen. Toen ontstond mijn liefde voor opera."

"Ik wist dat ik kon zingen, maar ik kon nooit zoveel met popmuziek. In een kort liedje van drie à vier minuten zit vaak zo ontzettend weinig dramatiek of ontwikkeling. En het is juist de theatrale kant die mij fascineerde.”

Pas toen een zangdocent Elena aanmoedigde om van muziek haar beroep te maken en haar meenam naar masterclasses in Moskou, realiseerde ze zich dat ze zelf ook zangeres kon worden. “Ik kwam in contact met mensen die van muziek hun beroep hadden gemaakt, dat was een eyeopener. Ik besefte tot dan toe eigenlijk niet dat zoiets daadwerkelijk mogelijk was, dat het meer kon zijn dan een hobby.”

Moeilijk begin in de operawereld

Stikhina volgde een zangopleiding aan het conservatorium van Moskou, maar zat de eerste twee jaar na haar afstuderen zonder werk. “Overal waar je auditeert, wordt altijd gevraagd welke rollen je al gezongen hebt en waar.” Ze zucht even. “Je moet ergens beginnen, en dat is het allermoeilijkste. Zeker met mijn type stem. Ik ben een volle lyrische sopraan, daar zijn haast geen kleine rollen voor geschreven, alleen maar grote, dragende rollen.”

Voor Stikhina ging haar carrière pas echt van start toen er een operahuis gebouwd werd in Vladivostok, en er een nieuw operagezelschap gevormd moest worden. Ze werd opgenomen in het zangersensemble. “Het operagezelschap was helemaal nieuw, iedere opera werd er voor het eerst gedaan en er waren geen grote sterren of ego’s aan verbonden. Iedereen werkte er keihard. Ik heb daar veel rollen mogen zingen en belangrijke ervaring opgedaan.”

Een andere belangrijke factor in het succes van haar carrière was haar winst bij de zangcompetities Competizione dell’ Opera in Linz in 2014 en Operalia in 2016. “Het effect van zo’n zangwedstrijd merk je niet onmiddellijk, je bent niet van de ene dag op de andere dag een ster. Maar het heeft zeker geholpen. Belangrijke mensen in de operawereld moeten je horen en zien om te weten dat je überhaupt bestaat en dat je wat kunt. Na Linz kreeg ik mijn eerste agent, en na Operalia mocht ik voorzingen in de Opéra Bastille en werd ik daar geëngageerd.”

 

Stikhina - Forza

stikhina

Puccini

Elena Stikhina heeft verschillende Puccini-rollen in haar repertoire, zoals Suor Angelica, Mimì en Tosca. Op de vraag wat de specifieke uitdagingen van Puccini zijn, denkt Stikhina even na. “Je moet zorgen dat je stem als het ware meeademt met de muziek. Het orkest dubbelt vaak je zangpartij en op die golf moet je meesurfen. Dat is anders dan bijvoorbeeld bij Verdi, waar de pure vocaliteit en techniek vaak meer van belang is.”

Het gesprek komt op Cio-Cio-San. Maakt Puccini haar niet té naïef, zeker in vergelijking met karakters als Mimì en Tosca? Stikhina: “Nee, dat denk ik niet. Ze is vijftien wanneer ze met Pinkerton trouwt. Vijftien! Wie is niet naïef op die leeftijd?” Tegelijkertijd begrijpt de sopraan goed waarom Cio-Cio-San tot het einde toe vasthoudt aan de illusie dat haar geliefde terug zal keren: “Het is ook intens menselijk. Willen we niet allemaal geloven dat alles in ons leven vanzelf wel weer goedkomt? Hebben we niet allemaal onze blinde vlekken die we zo houden om onszelf overeind te houden?”

Maar hoe zit het dan met Pinkerton? Is hij een verwerpelijke Amerikaanse imperialistische schoft, of zit er meer diepte in? “Ja en nee. Hij doet iets vreselijks, maar ik denk dat hij niet ten volste beseft wat hij doet. Hij is niet volledig kwaadaardig in zijn motieven. Voor hem is Japan een speeltuin, waar hij zijn eigen Japanse fantasie uitleeft. Hij speelt een spel en staat er geen moment bij stil dat het dat voor andere mensen niet is. Hij realiseert zich niet dat zijn uitgangspositie volstrekt anders is.”

Dat Cio-Cio-San zelfmoord pleegt aan het slot van de opera vindt Stikhina volstrekt begrijpelijk. “Ze heeft geen enkele keus.” Stikhina zingt zachtjes in de kantine van Nationale Opera & Ballet: ‘con onor muore chi non può serbar vita con onore’ - wie niet kan leven met eer, moet sterven met eer. “Ze kan ook niet terug naar haar bestaan als geisha, zelfs als ze dat zou willen. Wanneer een geisha eenmaal getrouwd is geweest en een kind heeft gebaard kan ze niet meer terug.”

Acteren in opera

Voor het publiek is het tijdens Madama Butterfly moeilijk om niet een traantje weg te pinken. Hoe zit dat met Stikhina? Moet ze zelf niet huilen? “Nee, ik huil niet. Ik maak wel een emotionele connectie met ieder karakter dat ik zing, maar als ik op het podium sta te huilen, huilt er niemand in het publiek. Dat is een gouden regel in het theater, en al helemaal in de opera. Het zou mijn stemgeluid verpesten als ik huil. Ik moet de tranen als het ware naar het publiek brengen.”

Stikhina vervolgt: “Acteren is ook techniek. Ik ben op het conservatorium grondig geschoold in de acteertechniek van Mikhail Tsjechov, de neef van de toneelschrijver. Hij was een leerling van Stanislavski, maar creëerde wat meer afstand van het naturalisme van zijn leermeester. We besteedden op het conservatorium wel een paar uur per week aan acteerlessen. Dat heeft me wel de nodige vaardigheden opgeleverd.”

Maar zelfs dan: is het met alle acteertechniek van de wereld niet alsnog onmogelijk om geloofwaardig de rol van een vijftienjarig Japans meisje te vertolken? Stikhina: “Ik speel als sopraan in bijna iedere opera een piepjong meisje. Dat is de essentie van theater, dat zowel de acteur als het publiek hun verbeelding inschakelen. Dan wordt veel geloofwaardig.”

Op het moment van het interview zijn de repetities net begonnen. “De productie is bijna een choreografie, alle bewegingen zijn heel precies uitgestippeld.” Robert Wilson zelf komt aan het eind van de repetitieperiode om de puntjes op de i te zetten. “Het is als koken. We volgen nu het recept dat er al ligt, en wanneer we bijna klaar zijn komt de chef om het geheel af te maken en op smaak te brengen. Datzelfde doen we ook muzikaal met de dirigent, we zoeken naar manieren om het geheel op een frisse, krachtige manier tot leven te brengen.”

 

Dit artikel verscheen in Odeon 114.

Portret Elena Stikhina: Ilya Korotkov