Jan Spunda
Foto: Jan Willem Kaldenbach

Jan Spunda

Tweede solist

Op weg naar de kleuterschool komen Jan Spunda en zijn tweelingzus Anna dagelijks langs een muziekschool. “Anna werd steeds weer betoverd door het geluid van de viool, en toen mijn moeder na veelvuldig aandringen zei: ‘Ga dan maar even binnen kijken’, bleef het niet bij even.” Anna gaat op les, Jan volgt. Twee muzikale én uiterst beweeglijke kinderen, dus de viooldocent suggereert: ‘Misschien moeten ze gaan dansen’. Anna ziet het meteen zitten, Jan volgt. “Ik vond het leuk: de muziek, de uitdaging en waarschijnlijk ook wel de aandacht die ik als enige jongen kreeg. Maar tegen mijn klasgenootjes op school durfde ik niet te zeggen dat ik op balletles zat. Dansen was in mijn geboorteplaats Ostrava (de op twee na grootste stad van Tsjechië – red.) bepaald geen populaire bezigheid voor jongens. Rond mijn tiende kreeg de schaamte de overhand: ik stopte met ballet en ging – om er bij te horen – net als mijn klasgenoten op zaalhockey.”

Baryshnikov

Jans balletdocent blijft – gelovend in zijn talent – echter aandringen en haalt hem over auditie te doen voor de balletopleiding van het Janáček Conservatorium in Ostrava. “Alle andere auditanten waren tot in de puntjes voorbereid. Ik had niks voorbereid, had geen idee, maar toch werd ik aangenomen.” Een video van Mikhail Baryshnikov in Don Quichot, die Jan in zijn eerste studiejaar ziet, blijkt een omslagpunt. “Die video veranderde mijn hele kijk op ballet, als kunstvorm, maar ook vanwege de mogelijkheid om uit te drukken wat woorden niet kunnen uitdrukken. Vanaf dat moment nam ik alles veel serieuzer.” Wanneer zijn ouders een paar jaar daarna scheiden, laait de danspassie nog verder op. “De balletstudio werd mijn heiligdom – de plek waar ik kon ontsnappen aan de struggles binnen ons gezin, geluk kon vinden en mijn creativiteit de vrije loop kon laten.” Na de scheiding heeft zijn moeder het, met drie jonge kinderen, financieel zwaar. “Ik verkocht destijds mijn speelgoed, enkel om de bus naar het conservatorium te kunnen betalen.”

Jan Spunda en Nina Tonoli in Wings of Wax
Jan Spunda en Nina Tonoli in Wings of Wax (2024) | Foto: Altin Kaftira
Jan Spunda in Raymonda
Jan Spunda in Raymonda (2023) | Foto: Sasha Gouliaev

Nog nooit gevlogen

Hoewel de balletschool in Ostrava misschien niet de glamour had van balletscholen in grote,  buitenlandse steden, leert Jan er wel twee belangrijke lessen: “De vastberadenheid om mijn eigen pad te kiezen én het feit dat hard werken het altijd wint van natuurtalent.” Door Baryshnikovs video realiseert hij zich echter ook: “Als ik op hoog niveau wil dansen, moet ik naar het buitenland.” Hij gaat twee keer op uitwisseling naar Bratislava, Slowakije, en volgt masterclasses bij Daria Klimentová, voormalig eerste solist van het English National Ballet. “Ik vertelde haar over mijn droom en ze zei: ‘Waarom doe je geen auditie in Londen?’” Anderhalve week na het opsturen van zijn video, hoort hij dat hij tot het volledige studieprogramma van het English National Ballet is toegelaten en drie weken later al in Londen wordt verwacht. “Ik was zestien, sprak geen woord Engels, had nog nooit gevlogen. Maar belangrijker: hoe moesten we ons dit allemaal veroorloven? In de eerste week in Londen belde ik mijn moeder en zei: “Mam, ik wil niet dat jij je over de kop werkt om dit alles mogelijk te maken. Wat ik hier alleen al spendeer aan het openbaar vervoer, is meer dan jij per maand kwijt bent aan de huur.” Pas kort daarna hoort hij dat de beurs die hij heeft gekregen niet alleen het collegegeld dekt, maar ook zijn levensonderhoud. “Er viel op dat moment echt zó’n last van mijn schouders. En ik ben artistiek directeur Samira Saidi en Kristina Rogge, een bevlogen Vriend van het English National Ballet, nog altijd zó dankbaar voor alle steun die ze mij hebben gegeven.”

‘Een huis én een salaris’

Na drie jaar studie in Londen doet hij diverse audities. Ook bij de Junior Company van Het Nationale Ballet. “Maar ze zeiden dat ik dan eerst nog een jaar aan de Nationale Balletacademie moest studeren en dat kon niet, want”, zegt hij lachend, “er moest nu toch wel echt brood op de plank komen.” Zo belandt hij bij het Bayerisches Staatsballett in München. Het blijkt niet de juiste plek voor hem te zijn – “er was in mijn ogen niet genoeg aandacht voor talentontwikkeling” – maar hij ontmoet er wel zijn geliefde, collega-danseres Arianna Maldini. Samen doen ze in 2019 auditie bij Het Nationale Ballet. “Arianna kreeg ter plekke een corps de ballet-contract, ik ontving kort daarna het verlossende telefoontje.” Het was, zegt hij, een wonderlijke start in Amsterdam. “We hadden nog maar in twee programma’s meegedanst, toen de halve wereld vanwege de coronapandemie op slot ging. Maar we hadden een huis én een salaris, dus dat was amazing. En na alle hectiek in de voorafgaande jaren deed de rust in Amsterdam, als gevolge van alle coronabeperkingen, me ook heel erg goed.”

Nina Tonoli en Jan Spunda in Wings of Wax
Nina Tonoli en Jan Spunda in Wings of Wax (2024) | Foto: Altin Kaftira
Conor Walmsley en Jan Spunda in Four Seasons (2022) | Foto: Yan Revazov
Conor Walmsley en Jan Spunda in The Four Seasons (2022) | Foto: Yan Revazov
Riho Sakamoto en Jan Spunda in Raymonda (2023) | Foto: Sasha Gouliaev
Riho Sakamoto en Jan Spunda in Raymonda (2023) | Foto: Sasha Gouliaev
Timothy van Poucke, Jan Spunda en Conor Walmsley in Raymonda
Timothy van Poucke, Jan Spunda en Conor Walmsley in Raymonda (2023) | Foto: Sasha Gouliaev
Giorgi Potskhishvili en Jan Spunda in Raymonda
Giorgi Potskhishvili en Jan Spunda in Raymonda (2023) | Foto: Altin Kaftira
Anna Tsygankova en Jan Spunda in Raymonda
Anna Tsygankova en Jan Spunda in Raymonda (2023) | Foto: Altin Kaftira
Liza Gorbachova, Jan Spunda en Luiza Bertho in Four Temperaments
Liza Gorbachova, Jan Spunda en Luiza Bertho in Four Temperaments (2023) | Foto: Michel Schnater

Artisticiteit

Jan is, zegt hij, dankbaar voor alle kansen die hij in Amsterdam heeft gekregen. “Ik geniet van elke rol, van elke dansstijl, ook wanneer iets mij minder goed ligt of minder makkelijk afgaat. Tegelijkertijd weet ik dat ik nog een lange weg te gaan heb en met elke bevordering naar een volgende rang groeit de verantwoordelijkheid.” Daarbij gaat het voor hem zeker niet alleen om de techniek, om de hoge sprongen en eindeloze pirouetten, maar vooral om artisticiteit. “Ik wil emoties overbrengen; liefde, passie, verdriet. Ik wil mensen meevoeren, hen voor even hun problemen en alles wat er in de wereld gaande is doen vergeten of er een nieuwe blik op werpen. Voor mij is dat essentieel, waarschijnlijk omdat dans vroeger voor mij ook die rol had.” Dat zelfs zijn grootvader, die nooit iets met kunst had, nu ook geraakt wordt door opera, theater en dans, vindt hij dan ook onbetaalbaar. “Dans is een hard vak, bij het opstaan doet je lichaam vrijwel altijd pijn, maar de wetenschap dat je mensen voor even uit hun dagelijkse sores kunt losweken, maakt ’t het allemaal waard.”

Tekst: Astrid van Leeuwen

CV

Geboorteplaats: 
Ostrava (Tsjechië)


Bij Het Nationale Ballet sinds: 
2019


Loopbaan bij Het Nationale Ballet: 
Tweede solist (2024), grand sujet (2022), coryphée (2021), corps de ballet (2019)


Danste eerder bij:
Bayerisches Staatsballet (München, Duitsland)


Opleiding: 
Janáček Conservatorium (Ostrava, Tsjechië), English National Ballet School (Londen, Verenigd Koninkrijk)


Prijzen: 

  • 2017: Youth America Grand Prix, New York (Verenigde Staten), derde prijs en ‘Outstanding Artistry Award’ van Dance Europe
  • 2014: Tallinn International Ballet Competition (Estland), derde prijs