Cato Fordham
Klassieke muziek is Cato Fordham met de paplepel ingegoten. Al op zesjarige leeftijd kreeg hij het besef dat zingen een levensbehoefte voor hem is. Op twaalfjarige leeftijd was hij geschoold genoeg om de Dritter Knabe te zingen in Die Zauberflöte bij English National Opera en zong hij in de opname van The Little Sweep.
Na de middelbare school – en na een periode werkzaam te zijn geweest als cowboy in Colombia – begon Cato met zijn studie aan het Royal Northern College of Music in Manchester. Hierna zette hij zijn muzikale carrière voort als freelancer bij professionele koren, waaronder het Monteverdi Choir, en als solist bij verschillende gezelschappen. Tot zijn repertoire behoren operarollen als Tamino, Ferrando en Rodolfo, en de tenorsolo’s van Die Schöpfung, Die Jahreszeiten, de Petite Messe Solennelle en Messiah.
Sinds 2002 is Cato als eerste tenor verbonden aan het Koor van De Nationale Opera. Als lid van het Koor heeft hij inmiddels aan tientallen verschillende producties en honderden voorstellingen meegewerkt en zong hij solo’s in Der Rosenkavalier, De legende van de onzichtbare stad Kitesj en Der Schatzgräber.