Hoe klinkt jouw lijf?
Opdrachten
- Opdracht 5: In deze opera spelen Ina’s darmen letterlijk een rol. Haar darmen maken poep, en het geluid wat klinkt als Ina poept hoor je ook in de voorstelling! Hoe veel verschillende klanken kan jij verzinnen die horen bij poepen? En bij plas? Zit daar ook verschil in? Per persoon? Of misschien per moment?
Probeer maar lekker alles uit met elkaar. Er mag gelachen worden!
- Opdracht 6: Pak je lijstje met organen van opdracht 1 er nog eens bij. Verzin bij alle organen op jouw lijst een geluid. Je kan hierbij van alles gebruiken: een voorwerp uit de klas, je eigen lichaam, je stem.
Probeer te variëren met de klank: hoog, laag, hard, zacht, ritmisch of juist heel vloeiend. Wat past nou eigenlijk bij welk orgaan?
- Opdracht 7: maak je eigen lijflied. Voor in de muziekles
In deze opera is veel muziek ontstaan vanuit de klank van organen. Begin deze opdracht met je lijstje van organen en hoe ze klinken uit opdracht 6.
Bedenk nu de volgorde waarin je de geluiden gaat maken (geef ze een nummer) en voer je lijflied uit in die volgorde.
Ga vervolgens in groepjes een grotere compositie (een muziekstuk) maken door te bedenken hoe je jouw lijflied kunt combineren met dat van iemand anders. Bijvoorbeeld door elkaar af te wisselen, of samen een volgorde te bedenken en de geluiden tegelijk uit te voeren.
Speel ook met hard en zacht, meerdere geluiden tegelijk, afgewisseld met maar 1 geluid.