Ludwig Minkus
Ludwig Minkus (1826-1891) werd geboren in Wenen. Hij bleek een muzikaal wonderkind en debuteerde op zijn achtste tijdens een Weens recital met een ‘schitterende performance op viool’. In 1852 werd hij benoemd tot eerste violist bij de Weense Hofopera, maar een jaar later emigreerde hij naar Rusland, waar hij dirigent werd aan het hof van prins Joesoepov in Sint- Petersburg. Deze aanstelling werd gevolgd door Minkus’ benoeming tot dirigent bij het Keizerlijke Bolsjoj Theater in Moskou. Hij maakte er rap carrière en ontmoette er bovendien choreografen Arthur Saint-Léon en Marius Petipa.
Minkus ontwikkelde zich tot een veelgevraagd balletcomponist en bewerkte daarnaast een groot aantal werken van andere componisten. Hij schreef meer composities en bewerkingen voor ballet dan Tsjaikovski en Prokofjev samen, was gedurende twintig jaar de officiële balletcomponist van de Keizerlijke Theaters in Sint- Petersburg en werkte lange tijd samen met Marius Petipa. Zijn bekendste werken zijn Don Quichot (1869), La Source (1866) en La Bayadère (1877).