Martin ten Kortenaar
Als freelance violist werkt Jef ten Kortenaar – de vader van tweede solist Martin ten Kortenaar – ooit een tijdje in Nederland, het geboorteland van zijn ouders. Hij speelt er bij diverse orkesten, waaronder zo nu en dan ook Het Balletorkest. Martin: “Hij heeft zelfs Rudi van Dantzigs Vier letzte Lieder nog begeleid.” Ook speelt Jef een keer op een feest in Limburg, en al snel slaat er een vonk over tussen hem en Monique, de uit Neerbeek afkomstige pianiste die hem begeleidt.
Wanneer Jef terugkeert naar Canada gaat Monique mee en in de jaren daarna krijgen ze samen vier kinderen. Martin: “We waren thuis altijd omgeven door muziek en moesten alle vier piano leren spelen en viool probéren te leren spelen.” Net als veel Canadese kinderen schaatst Martin daarnaast ook veel en via zijn zus belandt hij op kunstschaatsles. “Ik deed ook wel competities, maar nam het allemaal niet heel serieus.”
Een regelrecht wonder
Dat hij uiteindelijk danser is geworden, is, zegt hij, zijn moeders ‘schuld’. Lachend: “Het is een regelrecht wónder dat ik bij Het Nationale Ballet terechtgekomen ben.” Omdat hij als kind vaak in de woonkamer danst, stelt zijn moeder moderne-danslessen voor, en omdat Martin daarvan geniet zegt ze: “Waarom probeer je niet ook ballet?” Martin: “Daar heb ik me wel echt tegen verzet, want er zat geen enkele jongen in die balletklas.” Dus organiseert moeder Monique een aantal privélessen, en al snel stelt de docent voor dat Martin auditie doet bij Canada’s National Ballet School. Ook daar heeft hij geen zin in, maar Monique zegt: “Ach, het is maar één dag en als je het niks vindt, is het ook prima.” Martin: “De andere kinderen waren voorafgaand aan die auditie allemaal aan het stretchen, iedereen was bloedserieus, maar ik had geen idee wat ik moest doen.” Toch levert de auditie hem een plek op tijdens de jaarlijkse ‘summer intensive’. Gniffelend: “Ook dat wilde ik niet, maar mijn moeder zei: ‘Ach, het kost je maar een maand’ en toen ik na die zomercursus aangenomen werd op de opleiding, was het: ‘Ach, probeer het een jaar.’”
Lange slungel
De eerste tijd op het balletinternaat valt de dan twaalfjarige Martin zwaar. “Vergeleken bij de andere leerlingen liep ik behoorlijk achter en weg van huis zijn, was een flinke aanpassing. Ik hing regelmatig in tranen aan de telefoon.” Maar hij geniet van de danslessen en besluit na een paar maanden: “Dit is ‘do-able’.” “Ik werkte hard, vond de uitdaging en de strijd die je als danser moet leveren leuk, maar ik was niet geobsedeerd. En ik dacht destijds al helemaal niet dat ik ooit solist zou worden. Ik was een lange slungel die moeite had om zijn lichaam onder controle te krijgen en heb daarom ook een extra jaar op school gezeten.”
In 2013 krijgt Martin een élève-contract bij The National Ballet of Canada. Maar hij voelt zich er niet op zijn plek en besluit om in Europa audities te gaan doen. Alleen, dat komt er niet van. “Ik vroeg Mavis Staines (directeur van Canada’s National Ballet School) of zij misschien suggesties had, en voor ik het wist zei ze dat Ted Brandsen mij een contract had aangeboden bij de Junior Company. Ted had mij het jaar ervoor zien dansen tijdens de Assemblée Internationale en vertrouwde er blijkbaar op dat ik, zoals Mavis gezegd had, inmiddels de nodige progressie had gemaakt.”
Waar het hart je brengt
De overstap naar de Junior Company, in 2014, voelt voor Martin als een frisse start. “Zoals Ernst Meisner (de coördinator van de Junior Company – red.) mij heeft gepusht en gecoacht, dat was precies wat ik nodig had. Ik was tot dan nooit zo’n goede partner en kon bijvoorbeeld nog amper een ‘press lift’ (waarbij je de danseres boven je hoofd uittilt – red.) doen, maar door alle kansen die Ernst mij gaf, heb ik mijzelf als het ware opnieuw kunnen uitvinden.”
Al na een jaar maakt Martin de overstap naar Het Nationale Ballet, waar de promoties elkaar snel opvolgen en hij in 2016 – nog als lid van het corps de ballet – het podium deelt met eerste soliste Igone de Jongh in Meisners duet Merge. Daarna volgen hoofdrollen in vrijwel alle grote klassiekers en onder meer ook in Ted Brandsens Mata Hari. “Ik heb”, zegt Martin, “veel meer gedaan, veel meer kansen gekregen dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.” Zelf houdt hij met name van romantisch-dramatische rollen, zoals die van Lenski in Onegin en Romeo in Romeo en Julia. “Ik vind het geweldig om mijzelf volledig te verliezen in een personage. Meer dan om de passen gaat dans voor mij om het hart en waar dat je brengt.”
Sabbatical
In seizoen 2023/2024 neemt Martin een ‘sabbatical’ van Het Nationale Ballet om bij het Staatsballett Berlin te dansen, waar choreograaf Christian Spuck recent tot artistiek directeur is benoemd. “Ik krijg er de kans om heel andere werken te doen, van bijvoorbeeld Crystal Pite, Sol León en Sharon Eyal.” Maar het is, zegt hij, geen makkelijke beslissing geweest. “Ik heb het enorm goed in Amsterdam en met Larisa Lezhnina heb ik een van de meest fantastische coaches. Zij is zó ‘smart’ in hoe ze je pusht en heeft mij zóveel gegeven.” Toch heeft hij besloten ‘even op de pauzeknop te drukken’, in de ‘prettige’ wetenschap dat hij altijd mag terugkeren. “Ik kan beter nú dit avontuur aangaan, dan over een aantal jaren denken: ‘What if?’”
CV
Geboorteplaats:
Toronto (Canada)
Bij Het Nationale Ballet sinds:
2014
Loopbaan bij Het Nationale Ballet:
Tweede solist (2019), grand sujet (2017), coryphée (2016), corps de ballet (2015), Junior Company (2014)
Danste eerder bij:
The National Ballet of Canada (apprentice program)
Opleiding:
Canada’s National Ballet School (Toronto, Canada)
Prijzen:
-
2013: Hnatyshyn Developing Artist’s Grant
-
2012: Peter Dwyer Award
-
2012: Glenn Gilmour Award