Gebouw NO&B

Toelichting De Nationale Opera inzake Parool-artikel over gastregisseur Fidelio

26 oktober 2024

Op zaterdag 26 oktober jl. publiceerde Het Parool een artikel over het gedrag van de gastregisseur Andriy Zholdak tijdens de productieperiode van de opera Fidelio bij De Nationale Opera. In dit artikel zijn belangrijke aspecten onvoldoende belicht. Daarom geven we in het navolgende nadere toelichting.

Situatie  

Tijdens de productieperiode van Fidelio is inderdaad sprake geweest van onacceptabel, grensoverschrijdend gedrag van gastregisseur Andriy Zholdak. Het ging met name om impulsief, onredelijk, ongerijmd en/of intimiderend gedrag en om fysieke aanraking in repetitieverband zonder dat eerst toestemming is gevraagd. We hebben dat onderkend en we hebben maatregelen genomen.

Zholdak is niet in dienst bij De Nationale Opera en was alleen voor het realiseren van de productie Fidelio als gastregisseur ingehuurd. De repetitieperiode duurde zo’n zeven weken, tot de première op 5 juni 2024. Het was de eerste keer dat we met hem samenwerkten en ook de laatste: Zholdak zal niet bij ons terugkeren voor nieuwe samenwerkingen.

Genomen maatregelen 

Zholdak is gedurende het productieproces meerdere malen door onze medewerkers aangesproken op zijn problematische werkwijze en zijn grensoverschrijdende gedrag. Het gedrag bleef zich herhalen. Ook deed zich een incident voor tijdens een ensemblerepetitie. Bij het voordoen van een scène aan een figurante tijdens een repetitie, waar ook andere artiesten en medewerkers bij aanwezig waren, heeft de regisseur met zijn hand deze figurante aangeraakt op haar bil/heup. Zholdak had hiervoor vooraf, conform ons protocol, toestemming moeten vragen. De betreffende figurante deed vervolgens een formele melding van grensoverschrijdend gedrag.

Een en ander was voor ons aanleiding om ingrijpende maatregelen te nemen. We hebben de regisseur in eerste instantie de toegang tot het theater ontzegd. Dit gaf ons de ruimte om gesprekken te hebben met alle solisten, de figuranten en de direct betrokken productiemedewerkers. Met deze gesprekken wilden we een zo volledig mogelijk beeld krijgen van de situatie, en van hen horen of ze verder wilden. En zo ja, wat zij nodig hadden om de productie in veilige omstandigheden af te maken.

Op basis van deze gesprekken lieten we Zholdak weten dat voortzetting van het repetitieproces alleen mogelijk was onder strikte voorwaarden: hij mocht niet meer zelf rechtstreeks met de zangers en acteurs repeteren, alleen nog aanwijzingen doorgeven aan de assistent-regisseur en er moest altijd iemand van de directie aanwezig zijn bij de repetities. Ook verlangden we dat hij zijn excuses voor zijn gedrag zou aanbieden aan de artiesten en direct betrokken productiemedewerkers.

De regisseur heeft onze maatregelen geaccepteerd. Als hij dat niet zou hebben gedaan, dan zouden we de productie hebben stopgezet en Fidelio niet hebben afgemaakt.

Onder deze voorwaarden konden de repetities vervolgens doorgaan. Dat was ook de wens van de artiesten en de direct betrokken productiemedewerkers: zij wilden graag dat de productie zou worden afgemaakt en tot een première zou worden gebracht.

Eén van de artiesten, de eerder genoemde figurante, was een andere mening toegedaan. Zij trok zich uit de productie terug.

Naast het treffen van voornoemde maatregelen besloten we tot een onafhankelijk extern feitenonderzoek, naar aanleiding van de eerder genoemde melding van deze figurante. Na een aanvankelijke toezegging liet zij weten geen medewerking aan dit onderzoek te verlenen. Omdat het onderzoek daarmee bij voorbaat onevenwichtig zou worden, besloten we om ervan af te zien.

We hebben de figurante destijds direct begeleiding aangeboden. Ze is door ons volledig uitbetaald inclusief de voorstellingen. Het is ons bekend dat zij later aangifte heeft gedaan tegen Zholdak. Uit het Parool-artikel weten we nu dat er vier getuigen zijn gehoord, en dat het Openbaar Ministerie niet tot vervolging is overgegaan omdat er ‘volgens de getuigen geen sprake was van een seksuele context’.

Verleden 

Omdat we ons via onze contacten in de operawereld vooraf goed informeren over artiesten die we aan ons verbinden, wisten we van tevoren dat Zholdaks improviserende manier van opera creëren onconventioneel was. Daar hadden we ons als organisatie ook op voorbereid. Van de in het Parool-artikel beschreven eerdere controverses rondom Zholdak waren we echter niet op de hoogte toen we hem inhuurden. Anders zouden we deze samenwerking nooit zijn aangegaan. Het betreft uitspraken in 2016 in Roemenië, een incident met een actrice in 2017 in Hongarije en een protestactie van acteurs in 2023. We hebben hiervan geleerd dat we in het vervolg nog zorgvuldiger moeten zijn in ons vooronderzoek.

Cultuur De Nationale Opera 

We vinden het verschrikkelijk dat een aantal artiesten en medewerkers zich in deze productie niet goed of onveilig heeft gevoeld als gevolg van de wijze waarop Zholdak met hen repeteerde en werkte. Die werkwijze past absoluut niet bij hoe wij bij De Nationale Opera met elkaar omgaan.

De gesprekken die we hebben gevoerd en de maatregelen die we hebben genomen zijn onderdeel van een cultuur waarin we mensen op basis van onze gedragscode aanspreken op hun gedrag en maatregelen nemen als dat niet tot verbeteringen leidt.

Bij deze cultuur hoort ook dat we lering trekken uit deze gebeurtenissen. Bijvoorbeeld met betrekking tot de vraag of en hoe we eerder of effectiever kunnen bijsturen en/of ingrijpen als er gaandeweg een repetitieproces problemen ontstaan. Met betrokken medewerkers evalueren we momenteel dergelijke vragen om onze werkafspraken en protocollen verder te kunnen verbeteren. Zo blijven we voortdurend samen werken aan sociale veiligheid binnen onze organisatie.