Toelichting De Nationale Opera inzake Parool-artikel over gastregisseur Fidelio en sociale veiligheid bij Nationale Opera & Ballet
UPDATE: 5 november 2024
Op zaterdag 26 oktober jl. publiceerde Het Parool een artikel over het gedrag van de gastregisseur Andriy Zholdak tijdens de productieperiode van de opera Fidelio bij De Nationale Opera. In dit artikel zijn belangrijke aspecten onvoldoende belicht. Daarom geven we in het navolgende nadere toelichting. Daarna zetten we uiteen hoe wij binnen Nationale Opera & Ballet werken aan sociale veiligheid.
Situatie
Tijdens de productieperiode van Fidelio is inderdaad sprake geweest van onacceptabel, grensoverschrijdend gedrag van gastregisseur Andriy Zholdak. Het ging met name om impulsief, onredelijk, ongerijmd en/of intimiderend gedrag en om fysieke aanraking in repetitieverband zonder dat eerst toestemming is gevraagd. We hebben dat onderkend en we hebben maatregelen genomen.
Zholdak is niet in dienst bij De Nationale Opera en was alleen voor het realiseren van de productie Fidelio als gastregisseur ingehuurd. De repetitieperiode duurde zo’n zeven weken, tot de première op 5 juni 2024. Het was de eerste keer dat we met hem samenwerkten en ook de laatste: Zholdak zal niet bij ons terugkeren voor nieuwe samenwerkingen.
Genomen maatregelen
Zholdak is gedurende het productieproces meerdere malen door onze medewerkers aangesproken op zijn problematische werkwijze en zijn grensoverschrijdende gedrag. Het gedrag bleef zich herhalen. Ook deed zich een incident voor tijdens een ensemblerepetitie. Bij het voordoen van een scène aan een figurante tijdens een repetitie, waar ook andere artiesten en medewerkers bij aanwezig waren, heeft de regisseur met zijn hand deze figurante aangeraakt op haar bil/heup. Zholdak had hiervoor vooraf, conform ons protocol, toestemming moeten vragen. De betreffende figurante deed vervolgens een formele melding van grensoverschrijdend gedrag.
Een en ander was voor ons aanleiding om ingrijpende maatregelen te nemen. We hebben de regisseur in eerste instantie de toegang tot het theater ontzegd. Dit gaf ons de ruimte om gesprekken te hebben met alle solisten, de figuranten en de direct betrokken productiemedewerkers. Met deze gesprekken wilden we een zo volledig mogelijk beeld krijgen van de situatie, en van hen horen of ze verder wilden. En zo ja, wat zij nodig hadden om de productie in veilige omstandigheden af te maken.
Op basis van deze gesprekken lieten we Zholdak weten dat voortzetting van het repetitieproces alleen mogelijk was onder strikte voorwaarden: hij mocht niet meer zelf rechtstreeks met de zangers en acteurs repeteren, alleen nog aanwijzingen doorgeven aan de assistent-regisseur en er moest altijd iemand van de directie aanwezig zijn bij de repetities. Ook verlangden we dat hij zijn excuses voor zijn gedrag zou aanbieden aan de artiesten en direct betrokken productiemedewerkers. De regisseur heeft onze maatregelen geaccepteerd. Als hij dat niet zou hebben gedaan, dan zouden we de productie hebben stopgezet en Fidelio niet hebben afgemaakt.
Onder deze voorwaarden konden de repetities vervolgens doorgaan. Dat was ook de wens van de artiesten en de direct betrokken productiemedewerkers: zij wilden graag dat de productie zou worden afgemaakt en tot een première zou worden gebracht. Eén van de artiesten, de eerder genoemde figurante, was een andere mening toegedaan. Zij trok zich uit de productie terug.
Naast het treffen van voornoemde maatregelen besloten we tot een onafhankelijk extern feitenonderzoek, naar aanleiding van de eerder genoemde melding van deze figurante. Na een aanvankelijke toezegging liet zij weten geen medewerking aan dit onderzoek te verlenen. Omdat het onderzoek daarmee bij voorbaat onevenwichtig zou worden, besloten we om ervan af te zien.
We hebben de figurante destijds direct begeleiding aangeboden. Ze is door ons volledig uitbetaald inclusief de voorstellingen. Het is ons bekend dat zij later aangifte heeft gedaan tegen Zholdak. Uit het Parool-artikel weten we nu dat er vier getuigen zijn gehoord, en dat het Openbaar Ministerie niet tot vervolging is overgegaan omdat er ‘volgens de getuigen geen sprake was van een seksuele context’.
Verleden
Omdat we ons via onze contacten in de operawereld vooraf goed informeren over artiesten die we aan ons verbinden, wisten we van tevoren dat Zholdaks improviserende manier van opera creëren onconventioneel was. Daar hadden we ons als organisatie ook op voorbereid. Van de in het Parool-artikel beschreven eerdere controverses rondom Zholdak waren we echter niet op de hoogte toen we hem inhuurden. Anders zouden we deze samenwerking nooit zijn aangegaan. Het betreft uitspraken in 2016 in Roemenië, een incident met een actrice in 2017 in Hongarije en een protestactie van acteurs in 2023. We hebben hiervan geleerd dat we in het vervolg nog zorgvuldiger moeten zijn in ons vooronderzoek.
Lering trekken
We vinden het verschrikkelijk dat een aantal artiesten en medewerkers zich in deze productie niet goed of onveilig heeft gevoeld als gevolg van de wijze waarop Zholdak met hen repeteerde en werkte. Die werkwijze past absoluut niet bij hoe wij bij De Nationale Opera met elkaar omgaan.
De gesprekken die we hebben gevoerd en de maatregelen die we hebben genomen zijn onderdeel van een cultuur waarin we mensen op basis van onze gedragscode aanspreken op hun gedrag en maatregelen nemen als dat niet tot verbeteringen leidt.
Bij deze cultuur hoort ook dat we lering trekken uit deze gebeurtenissen. Bijvoorbeeld met betrekking tot de vraag of en hoe we eerder of effectiever kunnen bijsturen en/of ingrijpen als er gaandeweg een repetitieproces problemen ontstaan. Met betrokken medewerkers evalueren we momenteel dergelijke vragen om onze werkafspraken en protocollen verder te kunnen verbeteren. Zo blijven we voortdurend samen werken aan sociale veiligheid binnen onze organisatie. Hoe wij binnen Nationale Opera & Ballet werken aan sociale veiligheid lichten we in het navolgende nader toe.
Sociale veiligheid bij Nationale Opera & Ballet
Wij willen een veilige en positieve plek zijn waar iedereen zich thuis kan voelen. Waar een klimaat heerst van open en respectvolle samenwerking. Waar medewerkers zich gezien en gewaardeerd voelen. Waar mensen in een leidinggevende rol zich bewust zijn van hun positie en zichzelf dienstbaar aan het gezamenlijke belang kunnen opstellen. Waar we goed om kunnen gaan met verschillen van mening, met tegenslag, met tijdsdruk. Waar fouten gemaakt mogen worden omdat we daarvan kunnen leren.
Cultuurverandering
Al een aantal jaren werken we gericht aan deze ambitie. Als grote speler in de podiumkunsten willen we een belangrijke rol spelen in het aanjagen van de veranderingen die daarvoor nodig zijn. Vooral ook omdat we ons ervan bewust zijn dat in de wereld van opera en ballet ongewenst gedrag op de loer kan liggen. Want de prestatiedruk is altijd hoog, er zijn allerlei hiërarchische verhoudingen en afhankelijke posities, we werken met honderden mensen vanuit zeer uiteenlopende achtergronden en verschillende generaties en culturen, en we ontvangen steeds weer andere creatieve teams en artiesten die een eigen manier van werken meebrengen. Daarom heeft sociale veiligheid een heel hoge prioriteit in ons huis.
Integrale aanpak
We werken met een breed programma van (preventieve) maatregelen, beleid, interventies en activiteiten. Deze integrale aanpak is gericht op het bevorderen van een open en respectvolle manier van samenwerken, zodat er minder ruimte is voor ongewenst gedrag. En op instrumenten en werkafspraken voor als zich toch iets voordoet.
Medewerkers krijgen uiteenlopende trainingen, gericht op o.a. geven en ontvangen van feedback, signaleren van ongewenst gedrag, diversiteit & inclusie en leiderschapsvaardigheden. Deze trainingen zijn erop gericht dat medewerkers zich eerder en vaker durven uit te spreken, zonder dat ze bang hoeven zijn dat daar consequenties aan verbonden zijn. Waar dat nodig is betrekken we coaches bij de begeleiding van individuele medewerkers en leidinggevenden of van teams of afdelingen. Het bespreken van werkdruk heeft een hoge prioriteit. De aandacht voor interne communicatie is fors opgeschaald en daarbij krijgt het onderwerp sociale veiligheid voortdurende aandacht. We investeren in medewerkerswelzijn, waaronder betere voorzieningen voor de medewerkers. We werken met een gedragscode die samen met medewerkers en ondernemingsraad is opgesteld. We hebben een meldregeling misstanden en een meldregeling ongewenst gedrag met een onafhankelijke klachtencommissie. Vertrouwenspersonen en een bedrijfsmaatschappelijk werker staan ter beschikking van alle medewerkers en freelancers. Waar nodig wordt professionele medische en psychologische begeleiding gegeven. We zetten afhankelijk van de mate van intimiteit en de gevoeligheid van de thematiek in een productie een intimiteitscoach in. Met de medezeggenschap en de Raad van Toezicht bespreken we periodiek hoe het gaat op het gebied van sociale veiligheid en wat we beter kunnen doen.
Als grensoverschrijdend gedrag zich toch voordoet
Als we meldingen of signalen krijgen van ongewenst of grensoverschrijdend gedrag ondernemen we altijd actie. Die is er steeds op gericht om eerst een beeld te krijgen van de situatie, onder andere door hoor- en wederhoor toe te passen. Tegelijkertijd dragen we (na)zorg voor degene(n) die de melding hebben gedaan. En vervolgens kijken we wat er nodig is voor een oplossing. Het is daarbij altijd onze intentie om mensen de kans te geven hun gedrag te verbeteren, om conflicten samen op te lossen en om niet meteen de rode kaart te trekken. Dat vraagt sturing en ondersteuning. Als de aard van het gedrag dat niet meer mogelijk maakt, of als het ongewenste gedrag terugkeert, bepalen we of verdergaande maatregelen nodig zijn. Dit vereist vanzelfsprekend grote zorgvuldigheid en daarom gaan we vrijwel nooit over een nacht ijs. Proportionaliteit is hierbij een belangrijke factor. Ook geldt dat het voor zowel melder als beklaagde veilig moet zijn om ongewenst gedrag te adresseren. Een cultuur van ‘naming & shaming’ past daar niet bij.