Edo Wijnen
Karate, voetbal, zwemmen, pianoles. Als kind probeert Edo Wijnen het allemaal, maar het kan hem stuk voor stuk niet echt boeien. “Mijn ouders vonden dat mijn oudere zus en ik een hobby moesten hebben.” Omdat Edo die – na alle probeersels – niet heeft, moet hij tijdens de pilatesles van zijn moeder op de gang van Dansstudio Arabesque wachten. In een van de studio’s is op dat moment een balletles bezig. Edo gluurt naar binnen, en de docent zegt: “Doe maar mee!” Al snel zit Edo niet alleen op ballet, maar doet hij ook aan moderne dans en jazzdans en volgt hij musicallessen. “Alleen was het zingen niet zo’n succes, dus dat heb ik maar snel weer gelaten.”
Wanneer hij elf is, stelt dezelfde docent die hem heeft binnengehaald voor dat hij auditie doet bij de Koninklijke Balletschool in Antwerpen, op twintig minuten fietsen van Edo’s ouderlijk huis in het Vlaamse Deurne. “We moesten een klassiek stukje doen en wat improviseren. Ik had geen idee, dus ik ging gewoon maar lekker los.” Edo vindt dansen op dat moment vooral ‘leuk’ en het is een goede remedie tegen zijn teveel aan energie. Maar pas bij de eerste schoolvoorstelling valt het kwartje echt. “Er kwam tijdens de buiging na afloop zo’n overweldigende energie over mij heen, dat ik wist: dit wil ik voor de rest van mijn leven doen.”
Hartverzakking
In 2009 wint Edo diverse prijzen tijdens de Prix de Lausanne en het jaar erop behaalt hij goud bij de Youth America Grand Prix. “Beide keren zat Ted Brandsen in de jury en omdat ik een echt familiemens ben en niet te ver van huis wilde, besloot ik auditie te doen bij Het Nationale Ballet.” Edo is op de betreffende dag vroeg aanwezig en gaat aan de barre per ongeluk op de plek van eerste soliste Larissa Lezhnina staan. “Ik kreeg een hartverzakking toen ik me dat realiseerde en dacht: nou, ik kan het wel vergeten.” Maar hij krijgt meteen een contract aangeboden, omdat Brandsen tijdens de competities al gecharmeerd van hem was geraakt. Edo: “Die avond zag ik voor het eerst een voorstelling van de groep, met onder meer Forsythes In the Middle, Somewhat Elevated en Balanchines Theme & Variations, en ik was ‘blown away’.”
In de boter gevallen
Inmiddels vragen mensen hem weleens of hij, na zoveel jaren bij Het Nationale Ballet, niet toe is aan een nieuwe uitdaging. Maar, zegt Edo: “Dansers zoeken altijd naar die ene plek waar ze zich echt thuis voelen, waar ze ‘connecten’ met de mensen, het repertoire en met de visie van het gezelschap. Nou, ik ben wat dat alles betreft met mijn gat in de boter gevallen. Ik promoveerde al snel en kreeg – en krijg nog steeds – volop kansen.”
Al in zijn eerste jaar staat hij, zonder hiervoor officieel te zijn gecast, in Hans van Manens Solo. “Rachel Beaujean zei: ‘Leer het maar mee’. En toen Hans mij bezig zag, zei hij: ‘Wie is die jongen?’” Meteen diezelfde week gaat Edo op in Solo en inmiddels heeft hij een uitgebreid Van Manen-repertoire opgebouwd, waarbij hij vooral Grosse Fuge als een belangrijke mijlpaal beschouwt.
Ook wordt Edo meteen al in zijn eerste jaar door David Dawson uitgekozen voor timelapse/(Mnemosyne), waarna zich tussen hen niet alleen een intensieve werkrelatie, maar ook een hechte vriendschap ontwikkelt. Met het door Dawson op hem gechoreografeerde solowerk Citizen Nowhere als absolute climax. “Het hele werkproces, het grote vertrouwen dat David mij gaf, de hele ervaring was ongelooflijk. Dit heeft mij niet alleen gevormd als danser, maar ook als mens.”
Intuïtief en ontwapenend
Meteen na Citizen Nowhere krijgt hij de rol van Lenski in John Cranko’s Onegin, inmiddels ook een favoriet. “Door Davids 24 minuten durende solo was ik fysiek in topvorm. Zodoende kon ik de techniek een beetje loslaten en me meer op de emotionele invulling van de rol richten.” Edo is, zegt hij, een intuïtieve danser, met een ‘best wel goede coördinatie’. “Ik pik bewegingen snel op, snap de intentie ervan vaak al voordat ik ze onder de knie heb.” Daarnaast probeert hij op het toneel altijd eerlijk en ontwapenend te zijn. “Dans is voor mij onbewust een soort therapie. Of ik nu pieker over geldzaken, liefdesissues of andere problemen, of ik nu boos of ongelukkig ben: als ik dans lijk ik vaak door een soort barrière heen te breken, ik relativeer meer, trek als het ware met mijn hele lijf mijn mondhoeken omhoog, waardoor ik alles opeens anders zie, alles lichter wordt.”
Tekst: Astrid van Leeuwen
Lees meer:
CV
Geboorteplaats:
Deurne (België)
Bij Het Nationale Ballet sinds:
2010
Loopbaan bij Het Nationale Ballet:
Tweede solist (2015), grand sujet (2014), coryphée (2012), corps de ballet (2012), élève (2011), aspirant (2010)
Opleiding:
Koninklijke Balletschool Antwerpen (België)
Prijzen:
- 2019: Alexandra Radius Prijs (mede voor Citizen Nowhere)
- 2017: nominatie Zwaan voor ‘Meest indrukwekkende dansprestatie’ (voor Citizen Nowhere)
- 2010: Youth America Grand Prix, New York, gouden medaille en Outstanding Artistry Award van Dance Europe
- 2009: Prix de Lausanne (Zwitserland), vierde prijs (studiebeurs) en Prix d’interpretation de danse contemporaine
Eervolle vermeldingen:
- 2022 en 2021: ‘Outstanding performance by a male dancer’, Critics’ Choice Dance Europe