Dutch Doubles: Annabelle Lopez Ochoa en Wende
Tekst: Margriet Prinssen
“Wende heeft veel charisma, dus ik heb een flinke groep dansers nodig”, zegt Annabelle Lopez Ochoa lachend. Last Resistance begint als een botsing tussen twee werelden – die van de muziek en die van de dans – maar wordt uiteindelijk een oproep tot compassie en strijdbaarheid. “We willen samen de wereld veranderen.”
Ze kennen elkaar sinds 2003 en zijn vanaf het begin goede vriendinnen die elkaar wederzijds bewonderen en inspireren. Ze hadden al een paar keer samengewerkt en waren superblij toen ze door artistiek directeur Ted Brandsen werden uitgenodigd om gezamenlijk een werk te maken voor Dutch Doubles. “Heel dapper van hem”, zegt Wende. “Het zijn toch twee totaal andere werelden die bij elkaar komen. Mijn wereld is die van muzikanten in de clubscene – mijn drummer heeft bij wijze van spreken geen idee wat een spitz is –, die van Annabelle die van de (vooral) moderne dans.”
EEN ENORME KLIK
Wende weet nog heel goed wanneer ze Annabelle voor het eerst ontmoette: “Ik was net afgestudeerd aan de Kleinkunstacademie, toen een vriend me uitnodigde mee te gaan naar de voorstelling Carmen van de Amsterdamse Theaterschool waarvoor Annabelle de choreografie had gemaakt. Die overdonderde me compleet. Ik zag Annabelle na afloop zitten: kaarsrecht, coltrui aan, super intimiderend, spannend en heel knap. Een dag later heb ik haar geschreven dat ik haar graag zou ontmoeten. Toen zijn we in Café Kale patat gaan eten en wijn drinken, en sindsdien zijn we niet meer opgehouden met elkaar te praten.”
Annabelle valt haar bij. Sowieso vallen ze tijdens het gesprek – tussen twee repetities door, even uitpuffen op de bank – elkaar voortdurend in de rede, knikken enthousiast van ja omdat ze herkennen wat de ander zegt, en lachen ze heel veel. “We hadden meteen een enorme klik. Ik was net gestopt met dansen bij het Scapino Ballet Rotterdam en bezig met een onderzoek naar wat je kunt doen met tekst in dans bij Danswerkplaats Amsterdam.
Een danser die praat, hoe kun je daar interessant theater van maken?” Eigenlijk, zegt Wende, waren we toen al bezig met hetzelfde: “Ik was ook net begonnen met het maken van een eigen show met Franse chansons en bezig met de vraag: hoe kun je meer theatraliteit brengen in een traditioneel muziekconcert? Dat was voor ons vanaf het begin een belangrijk raakvlak.”
EEN GROTE TUIN
Annabelle vertelt dat ze nooit geïnteresseerd is geweest in ingewikkelde bewegingen, maar vooral geïnspireerd raakt door menselijk gedrag, door iets wat ze heel erg grappig vindt of juist extreem pijnlijk. Wende: “Dat is zo leuk aan haar. Ik kan heel erg genieten als ik haar hoor vertellen over hoe ze bijvoorbeeld naar Sex and the City kijkt. Ze ziet de wereld als een grote tuin die ze observeert. Volgens mij hangt dat ook nauw samen met het feit dat Annabelle elke keer weer haar koffertje pakt en voor een paar maanden een heel nieuwe wereld induikt. Ze is altijd op reis, stort zich elke keer weer in een totaal nieuwe cultuur, een nieuw theater, andere dansers. Dat houdt haar fris.”
Het Nationale Ballet en WENDE! Bekijk de Behind the Scenes!
Annabelle keert inmiddels geregeld terug bij een stuk of vijf gezelschappen maar ze vermijdt het om ergens vaste choreograaf te worden: “Ik vind het belangrijk om mezelf scherp te houden, om telkens weer opnieuw te formuleren wat ik wil, om steeds in andere machtsverhoudingen terecht te komen.” Ook dat is iets wat ze gemeen hebben: ze storten zich graag in het avontuur van het onbekende. Wende: “Voor mij geldt ook heel sterk dat ik mezelf wil blijven verrassen. Mijn eerste show heb ik 130 keer gespeeld en dat doe ik mezelf nooit meer aan. Stilstaand water gaat rotten.” Er ontspint zich een discussie over stilstaan en bewegen naar aanleiding van het Japanse Noh-theater waarbij spelers tientallen jaren oefenen om een en hetzelfde detail zo goed mogelijk uit te voeren. De eensluidende conclusie: “Dat kan misschien ook heel mooi zijn maar het is niks voor ons.”
Last Resistance
Hun nieuwe gezamenlijke productie is gebaseerd op het gelijknamige album dat Wende in 2013 uitbracht en waarvan drie versies bestaan, de Naked Sessions (in tweemansbezetting), de Berlin Sessions en The Theatre Sessions, (beide met drie bandleden). Van de elf songs op het album hebben ze er samen zes geselecteerd voor hun productie: Ask The Tree, Black Feather, Last Resistance, The Garden, Nude en Devil’s Pact.
Wende: “Het eerste lied Ask The Tree heb ik gemaakt naar aanleiding van de voorspelling dat de wereld zou vergaan op 21-02-2012, weet je nog? Stel dat dat zo is, vroeg ik me af, wat zouden we moeten doen dan? De tekst van het lied is eigenlijk een soort manifest van de bomen waardoor wij mensen een spiegel krijgen voorgehouden. Wanneer laat je los? Wanneer moet je in actie komen? Wat is de juiste keuze? Hoe kun je dat weten?”
Annabelle heeft tekst en muziek vervolgens op zich laten inwerken: “Ik ga allereerst uit van de dynamiek en ritme van de muziek en op de tweede plaats van de inhoud van de tekst, om situaties te bepalen waar Wende zich tegen moet verhouden. In dit geval begint de voorstelling met een enorme muur van dansers die als het ware op de barricade staan, tegenover Wende. Het ballet begint met strijd, met conflict. Van daaruit maken we een boog naar openheid, naar samen zoeken naar iets wat we gemeen hebben. We laten ons inspireren door wat Mandela gezegd heeft in zijn beroemde toespraak toen hij net uit de gevangenis kwam: 'Our deepest fear is not that we are weak. Our deepest fear is that we are powerful beyond measure. It is our light, not our darkness that most frightens us (..) As we are liberated from our own fear, our presence automatically liberates others'. In het laatste deel, Devil’s Pact, willen we laten zien hoe uniek we allemaal zijn en hoe we samen sterk zouden kunnen zijn.”
Paarden
Voor decor en licht werken ze samen met Jantje Geldof die vanaf Nr. 9 de shows van Wende vormgeeft, en met Tatyana van Walsum voor de kostuums. Zij heeft zich laten inspireren door de dierenwereld, met name door paarden. Annabelle wilde geen verschil tussen de mannen en de vrouwen dus de kostuums zijn uniseks en modern. Hoe Wende dat vindt, die associatie met een paard? Wende: “Super tof. Paarden zijn mooi, toch? Ze vertegenwoordigen kracht en vrijheid. Ik denk aan Jeanne d'Arc, aan Horses van Patti Smith.”
Annabelle voegt eraan toe: “In het nummer Nude, waar Wende tot het inzicht komt dat je grootste kracht misschien wel ligt in het lef om je kwetsbaarheid te laten zien, wil ik de kwetsbaarheid van de dansers tonen door hun ademhaling te laten horen, en te laten zien hoeveel moeite het kost om zo gracieus te dansen. De muziek valt dan weg en wat rest, is alleen nog maar het geluid van dansende lijven. Voor de toeschouwers moet het een soort opluchting zijn: ze zijn uiteindelijk toch menselijk!”
Wende: “De productie begint als het ware met een manifest, met iemand op een sinaasappelkistje die zijn ideaal uitschreeuwt en vervolgens de wereld ingaat, blokkades opwerpt, revolutie wil. Dan volgt er een soort ‘battle of the sexes’, die refereert aan alle mogelijke tegenstellingen, niet alleen die van man/vrouw, maar ook van zwart/wit, oud/jong, rijk/arm. Uiteindelijk gaat Last Resistance ook over een particulier gevecht om met je eigen angsten en emoties om te gaan. Over het zoeken naar vrijheid zonder de ander geweld aan te doen. Van het schreeuwen op het sinaasappelkistje naar open staan voor de ander: neem me in je op, zie wie ik ben.”
“Het nummer Last Resistance heb ik geschreven in de jungle van Thailand, ver weg van de bewoonde wereld. Als je twee weken op zo’n verlaten plek zit, word je gedwongen je diepste en grootste angsten onder ogen te zien. Je donkere kanten. In Last Resistance is mijn conclusie dat je die vooral moet aankijken en omarmen. Het is het titelnummer van mijn laatste album geworden, omdat ik – toen ik al het opgenomen materiaal overzag – vond dat dát het nummer was dat over alle andere heenging. Een sleutelsong. Het hart van de plaat.” Annabelle: “Het is een oproep tot compassie. We leven in een tijd vol machtsmisbruik, toenemende polarisatie en uitsluiting van mensen, daar komen we geen steek verder mee. Maar we kunnen wel als groep verandering teweegbrengen.”
Annabelle: “In het begin moesten de dansers wel wennen aan mijn stijl. Ik heb ze flink opgejut: ‘They come to invade our space’, zei ik tegen ze, waarbij 'they' slaat op de bandleden en Wende zelf. Natuurlijk heb ik hun ook mijn fascinatie voor het werk van Wende uitgelegd en anekdotes verteld. Met terugwerkende kracht begrijpen ze nu mijn energie steeds beter. Maar het blijft een spannend werkproces. Het woord is tastbaar en beweging is abstract. Het wordt een botsing tussen twee werelden.” Wende: “Muziek brengt ze samen.”