Achter de schermen: de hoedenmaker
Hoewel producties vaak magisch lijken, worden ze niet zomaar uit de hoge hoed getoverd. Achter de schermen draagt elke persoon op elke afdeling zijn steentje (of licht, kostuums, decor) bij. Wie doet wat, en hoe verloopt hun maakproces? We spreken Maria van Heijningen-Heidemann, die in het hoedenatelier werkt.
Tekst: Lune Visser
Hoeden, maskers, dierenhoofden of een kunstwerk van bijna anderhalve meter op het hoofd: alles wat een artiest op zijn kruin kan dragen, wordt hier gemaakt. Maria: “Elke keer krijg je weer een totaal andere opdracht en ben je weer met iets heel anders bezig. Ook plastische vormgeving, applicaties, sieraden en uitbreidingen aan kostuums vallen bijvoorbeeld onder onze werkzaamheden. Er is dus geen rechtstreekse opleiding voor wat wij doen: alle vier de collega’s hebben een andere achtergrond. Het is fijn als je handig, creatief en oplossingsgericht bent, maar veel specifieke technieken leer je hier door te dóén.”
Als gegoten
Om te zorgen dat een hoofddeksel tijdens de voorstelling goed blijft zitten, wordt het precies op maat gemaakt. “Wat wij maken, mag nooit in de weg zitten: dat is ons uitgangspunt. Het mag niet afleiden van je zang en je bewegingen. Een hoed moet daarom perfect op je hoofd passen en voor grote maskers gebruiken we bijvoorbeeld de binnenkant van een bouwhelm. Daarvan kan je de maat instellen, dus dat zit heel stevig, zonder dat je er iets van ziet.”
Hoofdzaken
Of Maria dan in een oogopslag je hoofdomvang kan raden? “Hoofden zijn erg lastig in te schatten. Soms lijkt iemand een heel groot of heel klein hoofd te hebben, maar zegt de maat precies het tegenovergestelde. Wat wel een voordeel is, is dat hoofdmaten niet veranderen: je wordt daar niet dikker of dunner. Het komt hoogstens voor dat iemand kaal wordt, of juist veel meer haar krijgt. Dat kan nog wel eens een maatje schelen. Ook als iemand onder zijn hoofddeksel een pruik moet dragen, is een veel grotere maat nodig. Allemaal zaken om rekening mee te houden!”
Op een goede afloop
En als de drager tevreden is, moet ook de ontwerper dat ook nog zijn. “Sommige ontwerpers komen naar ons toe met heel concrete ideeën, anderen presenteren alleen een schets van een sfeerbeeld. In korte tijd moeten wij dan elkaars beeldtaal leren begrijpen en de vertaalslag maken van de tekening en het gesprek naar wat het product uiteindelijk moet worden. Wanneer ontwerpers hun ideeën daarna tot leven zien komen, is dat heel mooi. Daar krijg je veel energie van, als zij er zo blij mee zijn.” Al loopt het ook wel eens slechter af… “Soms gaat je werk voor het eerst het toneel op en blijkt dan dat het niet werkt of dat de regisseur er toch anders over denkt. Dat is even slikken, maar dat accepteer je voor het hogere doel. En wie weet komt het ergens anders weer van pas!”