Geschiedenis van Het Nationale Ballet

Françoise Adret leidt het Ballet van de Nederlandse Opera (1947-1959), dat in 1959 samen met het Ballet der Lage Landen fuseert tot het Amsterdams Ballet.

Mascha ter Weeme richt het Ballet der Lage Landen (1948-1959) op.

Sonia Gaskell start haar eerste gezelschap in Nederland: Ballet Recital, voorloper van Gaskells befaamde Nederlands Ballet (1954-1961) dat in 1961 opging in Het Nationale Ballet.

Rudi van Dantzig maakt zijn eerste choreografie: Nachteiland. Hij creëert het werk voor Gaskells Nederlands Ballet.

De eerste choreografie van Hans van Manen - Olé, olé, la Margarita - ziet het licht bij de Revue Ramses Shaffy in Amsterdam. Inmiddels heeft Van Manen meer dan 150 balletten op zijn naam staan.

Samenvoeging Ballet van de Nederlandse Opera en het Ballet der Lage Landen tot Amsterdams Ballet.

Het Nationale Ballet ontstaat op 31 augustus 1961 uit een fusie van het Nederlands Ballet (Sonia Gaskell) en het Amsterdams Ballet (Mascha ter Weeme). Hiermee komt een einde aan de zogeheten ‘balletoorlog’.

Op negentienjarige leeftijd wordt Olga de Haas (1944-1978) bevorderd tot tweede soliste, een jaar later volgt haar benoeming tot eerste soliste. De sterbelofte en publiekslieveling groeit uit tot een legendarische Nederlandse danseres. Ze overlijdt vroegtijdig, op 34-jarige leeftijd.

Het Balletorkest wordt opgericht en verzorgd tot op de dag van vandaag de muzikale begeleiding van voorstellingen van Het Nationale Ballet en Nederlands Dans Theater.

Rudi van Dantzig treedt samen met Robert Kaesen toe tot de artistieke directie van Het Nationale Ballet. Tot 1969 heeft het gezelschap, met Sonia Gaskell, Van Dantzig en Kaesen een driehoofdige leiding.

Op 16 februari beleeft Van Dantzigs Romeo en Julia zijn wereldpremière. De productie is tot op heden een van de succesvolste avondvullende balletten op het Nationale Ballet-repertoire.

Op Eerste Kerstdag debuteert Rudolf Nurejev als gastsolist bij Het Nationale Ballet.

Sonia Gaskell neemt afscheid van Het Nationale Ballet. De artistieke leiding bestaat vanaf nu uit Rudi van Dantzig en Robert Kaesen.

Alexandra Radius en haar echtgenoot Han Ebbelaar treden als eerste solisten tot het gezelschap toe. Het paar zal al snel uitgroeien tot het beroemdste dansechtpaar van Nederland.

Vanaf nu is Rudi van Dantzig gedurende twintig jaar enig artistiek leider van Het Nationale Ballet. Hij bouwt het gezelschap verder uit volgens de lijnen die zijn voorgangster heeft uitgezet, met een combinatie van klassieke balletten, hoogtepunten uit het hedendaagse repertoire én nieuwe creaties.

Hans van Manen, die van 1961-1971 artistiek leider bij Nederlands Dans Theater is, maakt als freelance choreograaf in 1971 zijn debuut bij Het Nationale Ballet met Twilight. Twee jaar later wordt hij benoemd tot huischoreograaf.

In 1976 wordt danser Toer van Schayk benoemd tot huischoreograaf, naast Hans van Manen en Rudi van Dantzig. De drie Van’s blijken in de jaren zeventig en tachtig een artistieke goudmijn: Het Nationale Ballet maakt internationaal furore met hun gedurfde hedendaagse creaties.

Van Manens choreografie Live is het eerste videoballet in Nederland en waarschijnlijk zelfs in de wereld. De première vindt plaats in Koninklijk Theater Carré, in een dubbelprogramma met Life van Van Dantzig en Van Schayk.

Wereldpremière van Sir Peter Wrights versie van The Sleeping Beauty. Een artistieke mijlpaal in de geschiedenis van het gezelschap, waaraan op veel voorpagina’s van de landelijke kranten aandacht wordt besteed. ‘Ballet viert triomf met Doornroosje’.  

Gerardjan Rijnders, avant-gardistisch toneelregisseur, maakt Bacchanten in opdracht van het gezelschap. De productie gaat in première in Koninklijk Theater Carré.

Het gezelschap viert zijn zilveren jubileum in de Stadsschouwburg. Het jubileum markeert de aanstaande overgang naar een nieuw onderkomen aan het Waterlooplein: Het Muziektheater. Het nieuwe ‘huis’ wordt gedeeld met De Nederlandse Opera (nu De Nationale Opera).

Op 23 september 1986 wordt het Muziektheater geopend, in aanwezigheid van Koningin Beatrix en Prins Claus.