Hans van Manen-tijdlijn
Hans van Manen heeft in totaal (inclusief zijn televisieballetten) meer dan 150 choreografieën op zijn naam staan. Zijn werk wordt wereldwijd door meer dan 100 dansgezelschappen uitgevoerd. Deze tijdlijn geeft een overzicht van zijn leven en zijn belangrijkste werken. Voor een compleet overzicht van al zijn choreografieën klik hier.
1990-1999
1990
Ene na andere meesterwerk
De jaren negentig zijn voor Van Manen buitengewoon productieve jaren: hij creëert bij Nederlands Dans Theater het ene na het andere meesterwerk. Met als eerste Visions Fugitives, waarin een glansrol is weggelegd voor twee belangrijke nieuwe Van Manen-muzen: de wonderschone, uiterst vrouwelijke Fiona Lummis en de imponerende, sensuele Jean Emile.
1991
Bekroonde 'balletten voor twee'
Onder de vele meesterwerken die Van Manen in dit decennium voor Nederlands Dans Theater creëert, bevinden zich ook weer diverse 'balletten voor twee'. Een benaming die hij doelbewust gebruikt, want: “Ik heb in mijn hele leven nog nooit een pas de deux gemaakt. In een pas de deux dansen de dansers vooral hun eigen variaties, in een ‘ballet voor twee’ hebben ze een verhouding.” In 1991 ontvangt Van Manen voor drie van deze 'balletten voor twee' - Two (1990), Theme (1991) en Andante (1991) - de Sonia Gaskell-prijs van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Voor Two krijgt hij in hetzelfde jaar bovendien (voor de tweede maal) de Choreografieprijs van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD).
1992
Officier in de Orde van Oranje-Nassau
Ter gelegenheid van zijn 35-jarig jubileum als choreograaf wordt Van Manen in 1992 bevorderd van Ridder in de Orde van Oranje-Nassau tot Officier in dezelfde orde.
1993
'Twintig miljoen dingen zeggen met één simpele beweging'
Al in 1972 gebruikte Van Manen voor het eerst muziek van Johann Sebastian Bach (voor Opus Lemaître) en dat blijft hij gedurende zijn hele carrière regelmatig doen. Een van zijn mooiste en meest succesvolle Bach-balletten is zonder twijfel Fantasía, in 1993 gemaakt voor zes topdansers van Nederlands Dans Theater: Fiona Lummis, Sol León, Cora Kroese, Jean Emile, Paul Lightfoot en Jorma Elo. De titel wordt doelbewust met een accent op de ‘i’ geschreven, om, aldus Van Manen "elke verwarring met Disney’s Fantásia voor te zijn.” Volgens Jean Emile handelt het ballet ‘over dromen en vaarwel zeggen tegen dromen’. “Over gedag zeggen tegen iets waar je eigenlijk geen gedag tegen wilt zeggen. Maar”, benadrukt hij, “het ligt er bij Hans nooit dik bovenop. Hij kan twintig miljoen dingen zeggen met één simpele beweging.”
Deutscher Tanzpreis
Voor zijn grote invloed op de danswereld in Duitsland in de voorgaande twintig jaar wordt Van Manen in 1993 onderscheiden met de prestigieuze Deutscher Tanzpreis.
1994
(Geen) Mondriaan van de dans
Ter gelegenheid van het vijftigste sterfjaar van schilder Piet Mondriaan maakt Van Manen in 1994 voor het Holland Festival-programma van Nederlands Dans Theater Compositie. In een strak wit-grijs-zwart decor, met daarin twee vierkante tafels en per tafel vier sobere kubuskrukjes, laat hij acht dansers in fraai gespiegelde patronen een intrigerend spel van aantrekken en afstoten spelen. De toonaangevende Duitse danscriticus Jochen Schmidt bestempelde Van Manen ooit als 'ein Mondrian der Balletbühne', en daarna werd die aanduiding - 'Mondriaan van de dans’ - ook in ons land gemeengoed.
1995
Déjà vu
Hoeveel meesterwerken Van Manen in zijn tweede periode bij Nederlands Dans Theater ook maakt en hoeveel lof hij hiervoor ook krijgt, midden jaren negentig zijn er ook critici die vinden dat hij zichzelf te veel herhaalt. Een van hen bezigt daarbij zelfs de uitdrukking ‘déjà vu’, en die kritiek is niet aan dovemansoren gericht. Van Manen slaat in 1995 genadeloos terug met een subliem en virtuoos duet voor NDT 2, dat hij Déjà vu doopt en waarin hij de verschillende facetten van een langdurige liefdesrelatie als geen ander blootlegt. Of, in zijn eigen woorden: “Déjà vu gaat over twee mensen die zich constant tegen elkaar verzetten. Ze gaan elkaar weer eens behoorlijk te lijf.”
Kammerballett, eindigend in 'de mooiste solo ooit'
Na Déjà vu overtreft Van Manen zichzelf - zo mogelijk - met Kammerballett, gemaakt voor acht dansers van NDT 1, met een glansrol voor danseres Sol León, die zich inmiddels, naast Fiona Lummis, tot Van Manens nieuwe muze heeft ontwikkeld. In het Algemeen Dagblad schrijft dansrecensent Astrid van Leeuwen: "Als een toreador houdt de Spaanse Sol León de aandacht gevangen in het laatste deel van Kammerballett (..) Wat Van Manen hier laat zien, getuigt van zoveel eenvoud en is tegelijkertijd zo ontroerend dat je je afvraagt of de man ooit nog in staat zal zijn deze pracht te evenaren."
1996
The Old Man and Me
Tussen 1991 en 2006 beschikt Nederlands Dans Theater niet alleen over een hoofdgezelschap en een gezelschap voor jonge dansers (NDT 1 en 2), maar ook over een gezelschap voor dansers boven de veertig jaar, het door Jiří Kylián geïnitieerde NDT 3. Van Manen maakt diverse werken voor het 'seniorenensemble', met als absolute uitschieter The Old Man and Me, begin 1996 gecreëerd voor dansers Sabine Kupferberg en Gérard Lemaître. “Iedereen die ooit verliefd is geweest, wordt door dit duet geraakt”, zei Lemaître over de choreografie, waarin Van Manen in nog geen twintig minuten een compleet beeld schetst van een relatie; zo niet van het leven. Na de branie en verleiding van de eerste delen ‘bevriezen’ de dansers in het laatste deel in fotoposes, als een weemoedige herinnering aan al het mooie dat is geweest.
Bob Angelo Penning bij vijftigjarig bestaan COC
In december 1996 ontvangt Van Manen de Bob Angelo Penning van het COC "voor de wijze waarop hij in zijn balletten en fotografie gestalte heeft gegeven aan beelden van mannen en vrouwen, menselijke relaties en seksualiteit, die in menig opzicht bevrijdend en taboedoorbrekend mogen heten en waar 'gespeeld' wordt met genderrollen".
1997
'Hans gebruikte Bach niet, hij vóélde Bach'
In januari 1997 creëert Van Manen "zes verrukkelijke minuten, die je van de eerste tot de laatste seconde ademloos ondergaat", zo schrijft het Algemeen Dagblad. Hij maakt de choreografie, Solo, voor drie dansers van NDT 2, omdat, zo verklaart hij destijds, Bachs Eerste Vioolpartita vanwege haar moordende tempo niet door één mens te dansen is. “Het was een van de meest opwindende creatieprocessen ooit”, aldus de oorspronkelijke cast van deze ‘solo voor drie’.
De dikke Van Manen
In april 1997 verschijnt bij uitgeverij Arena Hans van Manen - Leven en werk, de door danshistoricus en -criticus Eva van Schaik geschreven (eerste uitgebreide) biografie van Van Manen. Het boek is een indrukwekkend, vuistdik naslagwerk en bevat een schat aan informatie en lezenswaardige citaten, over de persoon Van Manen, over zijn balletten én over zo ongeveer de hele wereld om hem heen. Van Schaik waagt zich echter ook aan veel 'gepsychologiseer' met betrekking tot de balletten van Van Manen, die daar niets van moet hebben en het boek daarom ook niet autoriseert. Door de omvang van de biografie wordt deze in de pers algauw bestempeld als 'De dikke Van Manen'.
'Hare Hans' 65 jaar
Op 11 juni 1997, exact een maand voor de feestelijke dag, viert Nederlands Dans Theater Van Manens 65ste verjaardag, met een programma waaraan behalve NDT 1, 2 en 3 ook dansers van Het Nationale Ballet, oud-dansers en bevriende niet-dansers meewerken. De presentatie van de avond is in handen van Paul de Leeuw, die met een flinke knipoog meldt knap zenuwachtig te zijn omdat hij twee koninginnen moet toespreken. Hij heet Van Manen, Koningin Beatrix en hun eega's dan ook welkom met de woorden "Hare Hans, Majesteit, Koninklijke Hoogheid en Zijne Henk", en zegt vervolgens dat de twee koninginnen veel gemeen hebben.
Comeback bij Het Nationale Ballet
Voor het eerst sinds zijn vertrek bij Het Nationale Ballet in 1987 maakt Van Manen weer een nieuw werk voor het gezelschap, dat sinds 1991 onder leiding staat van Canadees Wayne Eagling. In Three Pieces for HET, opgedragen aan voormalig muze Rachel Beaujean, onderzoekt Van Manen het principe van de anticlimax: doelbewust laat hij de choreografie beginnen met een groep dansers, waarna twee duetten volgen. Het eerste wervelend, nerveus-energiek, het tweede een verstild adagio dat gaandeweg in bewegingsdichtheid afneemt. In plaats van ‘in de eerste versnelling te beginnen en de motor langzaam op te voeren’, laat hij de twee dansers dus als het ware ‘van de vijfde naar de tweede versnelling terugschakelen'.
1998
5 Tango's live begeleid door Sexteto Canyenque
In februari 1998 presenteert Het Nationale Ballet voor het eerst sinds meer dan tien jaar weer een volledig Van Manen-programma, bestaande uit zijn succeschoreografieën Metaforen, 5 Tango's en Trois gnossiennes en zijn meest recente creatie voor het gezelschap: Three Pieces for HET. 5 Tango's wordt daarbij voor het eerst live begeleid door Sexteto Canyengue, het tangosextet van Carel Kraayenhof.
Onderscheiden met de Schotse Archangel
Het befaamde Edinburgh Festival eert Van Manen in augustus 1998 met een uitgebreid retrospectief. Het Nationale Ballet presenteert twee programma's gewijd aan zijn werk en ook Nederlands Dans Theater is te gast, met onder meer de wereldpremière van Van Manens Zero Hour, zijn tweede choreografie op (vier) tangocomposities van Astor Piazzolla. Tijdens het festival ontvangt Van Manen de Archangel, de Edinburgh Festival Critics' Award, ter bekroning van zijn gehele oeuvre.
Geregistreerd partnerschap
In 1998 geven Van Manen en Henk van Dijk elkaar na een relatie van ruim 25 jaar het 'jawoord'. Weliswaar kunnen ze nog niet trouwen, want het homohuwelijk wordt pas in 2001 erkend, maar door een geregistreerd partnerschap aan te gaan, zijn ze vanaf nu feitelijk elkaars echtgenoot.