Voorstellings-informatie

Voorstellings-informatie

Peter Grimes

Benjamin Britten
1913-1976

Duur
2 uur en 50 minuten, inclusief een pauze na het eerste bedrijf

Deze voorstelling wordt gezongen in het Engels en in het Nederlands en Engels boventiteld.

Opera in drie bedrijven en een proloog, gebaseerd op het gedicht The Borough van George Crabbe
 

Wereldpremière
7 juni 1945  

Muzikale leiding
Lorenzo Viotti
Regie
Barbora Horáková Joly
Decor en kostuums
Eva-Maria van Acker
Licht
Sascha Zauner
Video
Tabea Rothfuchs
Dramaturgie
Niels Nuijten

Peter Grimes
Issachah Savage
John Findon*
Ellen Orford
Johanni van Oostrum
Captain Balstrode
Leigh Melrose
Auntie
Helena Rasker
Niece 1
Thembinkosi Slungile Magagula
Niece 2
Sophia Hunt**
Bob Boles
Lucas van Lierop
Swallow
James Platt
Mrs. Sedley
Claire Barnett-Jones
Rev. Horace Adams
Marcel Reijans
Ned Keene
Will Liverman
Hobson
Sam Carl
Boy (John)
Bruno Ansenk Lopez, Kai Bartak
A fisherwoman
Ruth Willemse***
A fisherman
Peter Arink***
A lawyer
Jeroen de Vaal***
Soprano
Sara Pegoraro***
Burgesses***
Peter Arink, Hans Pieter Herman,
Dimo Georgiev, Christiaan Peters,
François Soons, Harry Teeuwen
Dr. Crabbe
Cato Fordham***

* Op donderdag 3 en zondag 6 oktober zal de rol van Peter Grimes worden vertolkt door John Findon
** De Nationale Opera Studio
*** Koor van De Nationale Opera

Koor van De Nationale Opera
Koordirigent
Edward Ananian-Cooper

Nederlands Philharmonisch

Productieteam

Assistent-dirigent
Boudewijn Jansen
Junior assistent-dirigent
Alejandro Cantalapiedra
Assistent-regisseur
Maren Schäfer
Annemiek van Elst
Avondregie
Annemiek van Elst
Repetitoren
Jan-Paul Grijpink
Ernst Munneke
Taalcoach
Abigail Richards
Assistent-koordirigent
Ad Broeksteeg
Taalcoach Koor
Brian Fieldhouse
Voorstellingsleiding
Joost Schoenmakers
Pieter Heebink
Emma Eberlijn
Sanne van Loenen
Artistieke planning
Sonja Heyl
Orkestinspecteur
Pauline de Bruijn
Assistent decor & kostuums
Anna Kreinecker
Assistent video-ontwerper
Hannah Maywald
Kostuumsupervisor
Claire Nicolas
Eerste toneelmeester
Peter Brem
Eerste belichter
Peter van der Sluis
Eerste rekwisiteur
Niko Groot
Special Effects
Koen Flierman
Ruud Sloos
Eerste kleder
Jenny Henger
Eerste grimeur
Frauke Bockhorn
Geluidstechnicus
David te Marvelde
Videotechnicus
Sjoerd Dijkstra
Titelregie
Eveline Karssen
Bediening boventiteling
Maxim Paulissen
Hoofd muziekbibliotheek
Rudolf Weges
Productievoorbereider
Mark van Trigt
Productieleiding
Edgar Lamaker

Koor van De Nationale Opera

Sopranen
Aliya Akhmedeeva
Lisette Bolle
Jeanneke van Buul
Caroline Cartens
Nicole Fiselier
Melanie Greve
Maaike Hupperetz
Simone van Lieshout
Tomoko Machuuchi
Sara Marques
Sara Pegoraro
Elizabeth Poz
Kiyoko Tachikawa
Imara Thomas
Claudia Wijers

Alten
Maaike Bakker
Rut Codina Palacio
Johanna Dur
Maria Kowan
Yvonne Kok
Myra Kroese
Liza Lozica
Maaike Molenaar
Emma Nelson
Sophia Patsi
Marieke Reuten
Leonie van Rheden
Irina Scheelbeek-Bedicova
Klarijn Verkaart
Ruth Willemse

Tenoren
Wim-Jan van Deuveren
Pim van Drunen
Frank Engel
Ruud Fiselier
Cato Fordham
Dimo Georgiev
John van Halteren
Stefan Kennedy
Roy Mahendratha
Tigran Matinyan
Richard Prada
Mitch Raemaekers
François Soons
Jeroen de Vaal
Rudi de Vries

Bassen
Peter Arink
Jorne van Bergeijk
Nicolas Clemens
Emmanuel Franco
Jeroen van Glabbeek
Julian Hartman
Hans Pieter Herman
Sander Heutinck
Richard Meijer
Tobias Odenwald
Christiaan Peters
Hans Pootjes
Jaap Sletterink
Rene Steur
Harry Teeuwen
Gulian van Nierop

Figuratie/dansers

Earl Daniël
Maarten van Grootel
Niels Gordijn
Renato Bertolino
Rowin Prins
Renzo Popolizio

Begeleider kinderen
Pia Pleijsier
Cécile van de Sant
Manon Wittebol

Samenwerking met Nieuw Vocaal Amsterdam
Bij Nieuw Vocaal Amsterdam (NVA) zingen 400 kinderen en jongeren van 4 tot 21 jaar in 30 koren verspreid over heel Amsterdam. Er zijn koren voor elke leeftijd en elk niveau, met een doorlopende leerlijn. Veel alumni zijn inmiddels professionals in de muziekwereld. Sinds 2016 is NVA de vaste kinderkoorpartner van Nationale Opera & Ballet en werd er meegewerkt aan meer dan 20 producties. Daarnaast treedt NVA regelmatig op met andere professionele orkesten, koren en dirigenten.

Nederlands Philharmonisch

Eerste viool
Vadim Tsibulevsky
Saskia Viersen
Juho Valtonen
Koen Stapert
Paul Reijn
Marina Malkin
Henrik Svahnström
Derk Lottman
Mascha van Sloten
Marijke van Kooten
Marieke Kosters
María Rodríguez Estévez
Hike Graafland
Ines Costa Pais
Tessa Badenhoop
Irene Nas

Tweede viool
David Peralta Alegre
Marlene Dijkstra
Mintje van Lier
Jeanine van Amsterdam
Marieke Boot
Anita Jongerman
Karina Korevaar
Daniel Leenders
Lilit Poghosyan Grigoryants
Joanna Trzcionkowska
Wiesje Nuiver
Ana Nedobora Ivanova
Eva de Vries
Lotte Reeskamp

Altviool
Emi Ohi Resnick
Minna Svedberg Feldtmann
Marjolein de Waart
Stephanie Steiner
Avi Malkin
Giles Francis
Odile Torenbeek
Fernando Pérez Calvo
Suzanne Dijkstra
Anna Meenderink
Merel van Schie
Anna Smith

Cello
Michael Müller
Douw Fonda
Atie Aarts
Rik Otto
Anjali Tanna
Thomas Zonderop
Nitzan Laster
Sebastian Koloski
Carin Nelson
Pascale Went

Contrabas
Gabriel Abad Varela
Mario Torres Valdivieso
Sorin Orcinschi
Lucho Arias Polanco
Peter Rikkers
Larissa Klipp
Julien Beijer
Dobril Popdimitrov

Fluit
Leon Berendse
Ellen Vergunst

Hobo
Toon Durville
Juan Pedro Martínez García-Casarrubios

Klarinet

Rick Huls
Annemiek de Bruin

Fagot
Margreet Bongers
Dymphna van Dooremaal
Jaap de Vries

Hoorn
Hanna Guirten
Stef Jongbloed
Miek Laforce
Fred Molenaar

Trompet
Ad Welleman
Jeroen Botma
Marc Speetjens

Trombone
Bram Peeters
Wilco Kamminga
Marijn Migchielsen

Tuba
David Kutz

Pauken
Theun van Nieuwburg

Slagwerk
Matthijs van Driel
Diego Jaén García

Slagwerk en bühne
Nando Russo

Harp
Sandrine Chatron

Celesta
Celia García-García

Orgel
Ernst Munneke

Benjamin Britten

In het kort

Over Benjamin Britten, de wereldpremière van Peter Grimes en de schuldvraag.

Foto: Benjamin Britten

In het kort

Benjamin Britten

Benjamin Britten (1913-1976) was een Britse componist, dirigent en pianist. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste componisten van de 20ste eeuw en droeg bij aan de heropleving van de Engelse opera. Brittens muziek kenmerkt zich door een toegankelijke, maar innovatieve stijl die traditie met vernieuwing combineert. Naast opera’s zoals Peter Grimes en Billy Budd, schreef hij vele orkestwerken, kamermuziek en vocale composities. Zijn levenspartner was de tenor Peter Pears met wie hij ook veel samenwerkte. Ook Peter Grimes werd door de twee samen ontwikkeld met Pears als de originele vertolker van de titelrol.

Een succesvolle première

Peter Grimes ging in Londen in première in juni 1945, in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog. De opera betekende de definitieve doorbraak van de toen 31-jarige componist Benjamin Britten. Het verhaal is geïnspireerd op het gedicht The Borough (1810) dat schrijver George Crabbe baseerde op zijn eigen leven in de kustplaats Aldeburgh. Benjamin Britten en zijn partner Peter Pears zouden zich daar later vestigen en vonden er uiteindelijk hun laatste rustplaats. Nog steeds vindt eens per jaar het Aldeburgh Festival plaats, dat door het stel werd opgericht.

Slaughden kade
Slaughden kade

De zee

Het hardvochtige leven aan de Engelse kust is een grote inspiratie in het oeuvre van Britten. Ook in Peter Grimes speelt de zee een grote rol, niet in de laatste plaats in de verschillende ‘Sea Interludes’ – lyrische instrumentale passages die de verschillende scènes afbakenen. Eens klinkt het als het kalme deinen van de zee, dan weer ontsteekt een muzikale storm vanuit de orkestbak. De Interludes zijn onlosmakelijk met het verloop van de opera verbonden, toch worden ze ook regelmatig als losse concertstukken uitgevoerd.

Schuldvraag

De opera begint met een rechtszitting waarin onderzocht wordt of Peter Grimes schuldig is aan de dood van zijn leerjongen. Hoewel hij wordt vrijgesproken blijft de beschuldiging hem achtervolgen, waardoor hij naar zijn tragische lot wordt gedreven. Voor regisseur Barbora Horáková Joly staat de schuldvraag centraal. Hoe onterechte beschuldigingen wel degelijk een straf kunnen voortbrengen, maar ook hoe het eigen schuldgevoel ons tot waanzin kan drijven. Zij regisseert tenor Issachah Savage in de uitdagende rol van Peter Grimes. Het geheel staat onder muzikale leiding van Lorenzo Viotti.

Issachah Savage
Issachah Savage | Foto: Jiyang Chen
Peter Pears als Peter Grimes (1946)

Het verhaal

Als Grimes terugkeert van zee, keren de dorpelingen hem de rug toe. Alleen kapitein Balstrode en apotheker Ned Keene zijn bereid hem te helpen ...

Foto: Peter Pears als Peter Grimes (1946), © Alex Bender/Getty Images

Het verhaal

Proloog

Tijdens een gerechtelijk vooronderzoek wordt visser Peter Grimes verhoord over de dood van zijn scheepsknecht. Hoewel Grimes uiteindelijk niet wordt vervolgd, krijgt hij het advies geen leerjongens meer in dienst te nemen. Grimes protesteert: zonder hulp kan hij zijn brood niet verdienen. De lerares Ellen Orford belooft hem te helpen.

Eerste bedrijf

Als Grimes terugkeert van zee, keren de dorpelingen hem de rug toe. Alleen kapitein Balstrode en apotheker Ned Keene zijn bereid hem te helpen. Keene heeft ondanks het verbod een nieuwe scheepsjongen voor Grimes geregeld. Ellen Orford gaat mee om de jongen op te halen. Balstrode waarschuwt Grimes voor problemen en suggereert dat hij het dorp beter kan verlaten, maar Grimes wil blijven en genoeg geld verdienen om met Ellen te kunnen trouwen. In de herberg zoeken de dorpelingen beschutting voor een storm. Als Grimes binnenkomt om de nieuwe leerjongen op te halen, valt iedereen stil. Hij begint een monoloog over de kosmos, die als geraaskal wordt afgedaan. Ellen arriveert met John, de nieuwe scheepsknecht, en Grimes neemt hem meteen mee.

Tweede bedrijf

Tijdens de kerkmis ziet Ellen een blauwe plek in Johns hals. Als Grimes de jongen komt halen om te gaan vissen, protesteert Ellen. Er ontstaat ruzie en Grimes slaat haar. De dorpelingen besluiten Grimes ter verantwoording te roepen en trekken naar zijn hut. In zijn hut jaagt Grimes John op om zich klaar te maken voor het vissen. Als de dorpelingen naderen, stuurt hij de jongen haastig via de rotsen naar beneden. John valt en Grimes klimt hem achterna. De dorpelingen treffen de hut leeg aan. Balstrode volgt Grimes.

Derde bedrijf

Tijdens een dansavond in de herberg bespreken Ellen en Balstrode hun zorgen over John. Mrs. Sedley hoort dit en licht de burgemeester in. Er wordt een klopjacht op Grimes gestart.

Grimes dwaalt uitgeput over het strand, geplaagd door angstvisioenen. Balstrode en Ellen vinden hem en Balstrode adviseert Grimes om uit te varen en zijn boot tot zinken te brengen. Een nieuwe dag breekt aan en iedereen gaat weer aan het werk. Het bericht dat in de verte een boot vergaat, wekt geen enkele beroering. Het leven gaat verder, net als de eindeloze beweging van de getijden.

The Red House

Tijdlijn

Benjamin Britten en de ontstaansgeschiedenis van Peter Grimes.

Foto: The Red House, Aldeburgh Home of Benjamin Britten and Peter Pears, © Britten Pears Foundation, Roger Cornfoot

Tijdlijn

1754
De Engelse auteur George Crabbe, inspiratiebron voor Brittens opera Peter Grimes, wordt geboren in Aldeburgh als zoon van een belastingsambtenaar met een voorliefde voor poëzie.
1810
Publicatie van The Borough, een lang gedicht dat op realistische wijze het leven van de mensen in Aldeburgh beschrijft. Dit gedicht wordt later het uitgangspunt voor het libretto van Peter Grimes.
1913
Benjamin Britten wordt geboren op 22 november in Lowestoft, Suffolk, aan de Oost-Engelse kust, niet ver van Aldeburgh.
1919
Op 6-jarige leeftijd begint Britten met pianolessen en componeert hij voor het eerst.
1930
In september begint Britten met zijn studie aan het Royal College of Music in Londen. In de jaren 1930 wint hij verschillende prijzen met zijn muziek. Britten componeert kamermuziek zoals Three Divertimenti voor strijkkwartet en het Phantasy Quartet voor hobo en strijkers.
1935
De componist schrijft muziek bij documentaires van GPO Film Unit. In deze periode maakt Britten kennis met de schrijvers Wystan Hugh Auden en Montagu Slater die beiden scripts schrijven voor deze documentaires. Montagu Slater, die bekend stond om zijn communistische sympathieën en zijn linkse politieke engagement, zal later het libretto schrijven van Peter Grimes. Bij GPO Film Unit vindt de componist zijn intellectuele thuis: links van signatuur, pacifistisch en gay.
1937
In de lente raakt Britten bevriend met de tenor Peter Pears, met wie hij een levenslange relatie zal beginnen.

Benjamin Britten en Peter Pears
Benjamin Britten en Peter Pears

1939
Benjamin Britten en Peter Pears emigreren samen naar de Verenigde Staten. Tijdens zijn Amerikaanse jaren ontmoet hij Serge Koussevitsky die op dat moment chef-dirigent is van het Boston Symphony Orchestra. 
1941
Een artikel over de dichter George Crabbe van E.M. Forster in het tijdschrift The Listener, had de interesse van Britten en Pears gewekt. Ze lezen zijn werk en het doet beide kunstenaars verlangen om terug te keren naar hun vaderland.
1942
Kort voor de terugkeer van Pears en Britten in maart komt er een opdracht van Koussevitsky om een opera te schrijven. Tijdens de oversteek naar Engeland werken Britten en Pears een scenario uit voor deze nieuwe opera: Peter Grimes.
1945
Op 7 juni is de première van Peter Grimes in Sadler’s Wells Theatre in Londen.
1946
Op 21 juli gaat Brittens tweede opera The Rape of Lucretia in première in Glyndebourne.
1947
De componist en zijn partner vestigen zich in ‘The Red House’ Aldeburgh aan de Oost-Engelse kust, de plaats waarnaar de handeling van The Borough van George Crabbe verwijst – de inspiratiebron voor Peter Grimes.
1948
Britten, Pears en regisseur Eric Crozier richten er het Aldeburgh Festival op. Het oorspronkelijke idee om er een eigen operagezelschap, de English Opera Group, te vestigen, mondt uit in een multidisciplinair festival.
1949 – 1960
In deze jaren componeert Britten onder andere de opera’s Billy Budd, Gloriana, The Turn of the Screw en A Midsummer Night’s Dream.
1962
Britten creëert War Requiem: Een kapitaal werk dat zijn pacifistische oriëntatie representeert.
1973
Britten ondergaat een hartoperatie. Op 16 juni gaat Death in Venice in première, de laatste opera van de componist.
1976
Britten overlijdt op 4 december op 63-jarige leeftijd. De componist ligt begraven op het kerkhof van St Peter and St Paul’s Church in Aldeburgh, naast Peter Pears, die tien jaar later overlijdt.

Repetitie Peter Grimes

Van libretto naar compositie

Het libretto van Montagu Slater confronteerde Benjamin Britten met verschillende uitdagingen.

Foto: repetitie Peter Grimes - DNO 2024, © Bart Grietens

Het compositieproces

Na de eerste ontwerpen en ideeën voor zijn nieuwe opera, benaderde Benjamin Britten in 1942 de schrijver Montagu Slater. De twee discussieerden veel, over algemene kwesties zoals de benadering van de verschillende personages, en over meer specifieke zaken, zoals de keuze voor bepaalde woorden. Na ongeveer anderhalf jaar was de tekst klaar voor de volgende fase: de compositie.

Het libretto van Montagu Slater confronteerde Benjamin Britten met verschillende uitdagingen. Ten eerste maakte de verdeling van elk van de drie bedrijven van de opera in twee scènes, waarvan de handeling aaneengesloten, bijna-aaneengesloten of gedeeltelijk overlappend was, het voor hem mogelijk om te besluiten om elke akte als een ononderbroken stuk muziek te componeren. Maar omdat er scènewisselingen waren tussen scènes in de eerste en tweede akte, zouden daar tussenspelen nodig zijn. Ook in de derde akte was nog een soort tussenspel nodig om het verstrijken van de tijd aan te geven.

Dan was er nog het probleem van de Proloog. Deze realistische openingsscène geeft de nodige voorgeschiedenis, een uiteenzetting van het thema en introduceert de belangrijkste personages van de opera bij naam. Dit alles gaat echter zo snel en beknopt dat het moeilijk voor te stellen was om dit deel op zichzelf te laten staan. Het was duidelijk dat de Proloog samengevoegd moest worden met de eerste akte. Dit zou nog een intermezzo met zich meebrengen om de noodzakelijke scènewisseling te overbruggen. Om de structuur van zijn compositie compleet te maken voegde hij daarbij nog voorspelen toe aan de tweede en derde aktes en zijn er in totaal dus zes orkestrale ‘interludes’.

Muzikale aanwijzingen

Dan moest hij ook nog rekening houden met het feit dat elke akte van Slaters libretto aanzetten bevatte voor daadwerkelijke geluids- of zangeffecten die ‘vanuit het verhaal’ komen, in tegenstelling tot de muziek die gecomponeerd moest worden volgens de operaconventie. Zo werkt de eerste scène in de kroeg ‘The Boar’ toe naar een moment waarop spontaan een lied wordt ingezet door de apotheker Ned Keene, ‘Old Joe has gone fishing,’ waarna de rest van het gezelschap aanhaakt. In deze scène was het niet alleen belangrijk dat het lied goed uitkwam in zijn context, maar ook om de tegenstelling van storm buiten en de warmte en de gezelligheid binnen goed neer te zetten.

Hier profiteerde Britten van zijn ervaring in het schrijven voor radiodrama. De techniek van het mengpaneel had hem laten zien hoe gevarieerd de mogelijkheden waren om muziek op verschillende niveaus te gebruiken – op de achtergrond, voorgrond of daar tussenin. Met twee of meer verschillende geluidsstromen kan de ene naar de voorgrond worden gehaald, terwijl de andere wordt weggedraaid. Met dit mechanisme in gedachten, besloot hij de storm in volle hevigheid af te beelden in het eerste tussenspel en hem ‘uit te faden’ zodra het doek opgaat. 

Het grootste deel van de scène in The Boar daarna, is gecomponeerd in een beweeglijke vorm van vrij recitatief, onderbroken door korte fragmenten van de storm die door de deuropening naar binnen raast als verschillende personages van buiten naar binnen komen. Dit biedt dan weer een uitstekende setting voor het lied dat wordt ingezet. Dit ‘cross-fading’ mechanisme wordt ook gebruikt voor de kerkdienst tijdens het gesprek van Ellen met de nieuwe leerjongen, tijdens de processie naar Peter Grimes’ hut en in het laatste bedrijf, waar op de achtergrond een polkaband speelt.

Repetitie Peter Grimes met Koor
Koor en solisten tijdens een repetitie Peter Grimes - DNO 2024 | Foto: Bart Grietens

De personages

Sommige critici hebben gesuggereerd dat het koor eigenlijk de hoofdpersoon is in Peter Grimes. Maar deze analyse is misleidend. Hoewel de meerderheid van de inwoners van het dorp bekrompen fanatiekelingen zijn, blijven het zeer uitgetekende individuen die alleen worden opgenomen in de algemene gemeenschap wanneer hun persoonlijke gevoelens worden gesmoord door het kudde- instinct – zoals bij de jacht op Peter Grimes. De focuswisselingen waarbij Balstrode, Boles, de Rector, Swallow, Keene, Hobson, Mrs. Sedley, Auntie en haar twee nichtjes soms als individuen – met korte solo’s om te zingen – soms als buren en soms als leden van het algemene koor verschijnen, zijn opzettelijk door Slater en Britten ontworpen als een manier om een zekere mate van karakterisering te verkrijgen. 

Brittens voornaamste zorg in Peter Grimes was om de stemmen van de protagonisten, de minder belangrijke personages en het koor zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen. Dit betekent niet dat de vocale lijnen daardoor eenvoudig en ongecompliceerd zijn, maar dat, met uitzondering van de tussenspelen, het orkest absoluut wordt gebruikt als begeleidingsmiddel, ondergeschikt aan het verhaal. 

Wat Peter Grimes zelf betreft: zijn solo’s hebben het karakter van monologen en hun constructie is dan ook losser en vaak onsamenhangend. Er is een kloof, die hij niet kan overbruggen, tussen hemzelf en de buitenwereld. Britten heeft veel vindingrijkheid getoond in het vinden van geschikte middelen om deze onaangepastheid in muzikale termen uit te drukken. Peters gestoorde gemoedstoestand leidt niet alleen tot de fragmentarische stijl, maar ook tot een onderbroken beweging in zijn zanglijn en een neiging om grote intervallen te gebruiken die soms zelfs een octaaf overstijgen.

In Peter Grimes heeft Britten de grenzen van de opera verlegd door de introductie van nieuwe en stimulerende technieken die hij ontleende aan film en radio. Daarnaast toont hij zich al in zijn eerste opera als een uitzonderlijke vertolker van complexe, psychologische gemoedstoestanden. Ook zijn er vele referenties te ontdekken naar andere opera’s en componisten voor hem, maar de originaliteit van het werk blijft onaangetast.

Tekst: Eric Walter White
Bewerking & vertaling: Niels Nuijten

Peter Grimes repetitie

Interview met regisseur Barbora Horáková Joly

Barbora Horáková Joly over het titelpersonage en de dynamiek in de gemeenschap.

Foto: Barbora Horákova Joly (l) tijdens een repetitie van Peter Grimes, © Bart Grietens

Op zoek naar een dader

Interview met regisseur Barbora Horáková Joly

De opera begint met een rechtszaak. Het hele dorp is uitgelopen om de zaak tegen de visser Peter Grimes bij te wonen. Hij wordt ervan verdacht een rol te hebben gespeeld in de dood van zijn scheepsknecht op open zee. Er is echter geen bewijs of getuige. Hoe ontmoeten wij het titelpersonage van deze opera?
We zien een man die plotseling in deze realiteit ontwaakt. Zijn gedachten zijn nog op zee, op zijn vissersboot en bij het ongeluk dat zijn scheepsknecht is overkomen. Drie dagen heeft hij op die boot moeten overleven, tussen de stinkende vissen, zonder drinkwater en met het lichaam van het dode kind. Hij is duidelijk getraumatiseerd en het lijkt alsof hij voor zichzelf de situatie probeert te reconstrueren. De schuldvraag komt van twee kanten: van de gemeenschap die hem verdenkt, maar misschien nog wel meer vanuit hemzelf. Schuld is een van de belangrijkste thema’s in deze opera. Beschuldigd worden zonder feiten of bewijs: alleen omdat de mensen in het dorp hem vreemd vinden, is Grimes al verdacht.

Peter Grimes was dus al langer een verdacht persoon en nu lijkt er iets gevonden te zijn naar aanleiding waarvan de gemeenschap kan zeggen: ‘zie je wel?’
Hij was zeker al een outsider, iemand die door de mensen maar vreemd wordt gevonden. Ik zie hem als iemand die op een andere manier leeft en denkt dan de meesten. Hij denkt na over de sterrenen de kosmos en praat erover als een dichter, in taal die ze eigenlijk niet kunnen volgen. Dat maakt hem voor de massa per definitie al schuldig. Daarnaast moet de tragedie die in deze opera plaatsvindt vaker voorkomen in deze gemeenschap. De jonge jongens die worden meegestuurd op de boten en als hulpjes voor de vissers, worden uit weeshuizen gehaald en in een keer aan het werk gezet. Logisch dat ze zonder goede voorbereiding niet zomaar mee kunnen in de harde zeemanswereld. De dood op zee is iets waarmee in deze gemeenschap wordt geleefd. Toch hebben de dorpelingen in de opera een dader nodig, om te proberen om te gaan met de willekeur van het lot.

Wie zijn deze dorpelingen, hoe is de dynamiek in deze gemeenschap?
Wat mooi is aan dit werk, is dat Benjamin Britten en de librettist Montagu Slater de mensen van verschillende kanten laten zien. Net zoals in de echte wereld, zijn de mensen in hun opera niet alleen maar slecht of goed. Uiteindelijk zijn ze allemaal bang om de volgende Peter Grimes te zijn. Ze proberen dat te voorkomen door zoveel mogelijk onderdeel te zijn van de massa. Toch geloof ik dat ieder van hen een geheim heeft en een eigen droom die ze willen vervullen. Je ziet hoe ze elkaar steunen maar ook van elkaar profiteren. De apotheker Ned Keene bijvoorbeeld, die de verslaafde Mrs. Sedley steeds aan het lijntje houdt – zij zijn afhankelijk van elkaar. De opera laat de valse moraal van de dorpelingen zien: braaf naar de kerk op zondagochtend, om zich daarna weer te misdragen in de kroeg.

Rehearsal Peter Grimes
Regisseur Barbora Horáková Joly en Claire Barnett-Jones als Mrs. Sedley | Foto: Bart Grietens

Hebben Balstrode en Ellen, die zich opwerpen om Grimes te helpen, dan een betere moraal?
Ik denk dat Balstrode begrip heeft voor Grimes, misschien omdat hij zelfs iets soortgelijks heeft meegemaakt. Het klinkt voor mij alsof hij Grimes aanspoort tot bepaalde acties, die hij zelf niet durft te ondernemen. Dit culmineert in zijn laatste advies aan Grimes: dat hij zich beter zelf kan ombrengen, dan door de horde vermoord te worden. Dit zijn de enige gesproken woorden in de opera en voor mij klinkt er bijna een soort jaloezie in door. Alsof hij eigenlijk zichzelf op zee wil ombrengen en verlossen, maar het niet durft. Ellen heeft andere motieven denk ik. We weten dat ze weduwe is en misschien ook een gezin verloren heeft. Ze wil weer terug naar wat ze ooit had en ziet in Grimes de perfecte kandidaat om haar te helpen dit doel te bereiken. Niet voor niets helpt ze mee om de leerjongen te gaan halen en wil ze duidelijk zorg dragen voor het kind. Toch blijkt deze handeling uiteindelijk de motor te zijn van de tragedie en verliest ze eerst de jongen en daarna Grimes.

Een belangrijk element in deze opera, bijna een personage op zich, is de zee. In het verhaal maar ook muzikaal speelt ze een grote rol. 
De zee brengt het leven – in de vorm van werkverschaffing en voedsel – naar het dorp, maar brengt ook gevaar en de dood. Peter Grimes voelt zich meer thuis op de onstuimige zee dan in de rumoerige kroeg. Op een ander niveau staat de zee in het verhaal ook als metafoor voor de emoties in het verhaal. Dit is duidelijk te merken in de tussenspelen die voor elke scène te horen zijn. Op een geniale manier roept Britten hier steeds de gevoelens en de sfeer van de volgende scène op. Van een angstaanjagende storm tot een rustig golfje op een zonnige zondagochtend.

Peter Grimes wordt vaak beschreven als een zeer Engels werk, dat zich ook op een heel specifieke plek afspeelt aan de kust, met lokale gewoontes en gebruiken. Hoe komt het dat dit verhaal toch zo universeel aanvoelt?
Dit vissersdorp staat symbool voor zo vele dorpen, steden of andere soorten gemeenschappen waar groepen mensen samenleven. Zelf ben ik opgegroeid in Tsjechië en moet ik bij dit stuk denken aan een dorp waar we vaak verbleven met mijn familie. Types als Auntie maar ook de norse mannen in de lokale kroeg roepen bij mij levendige herinneringen op. Ik denk dat iedereen wel zulke associaties heeft. Britten en zijn librettist werken de personages op een overtuigende manier uit. Men profiteert van elkaar, probeert elkaar op te lichten, maar heeft elkaar tegelijkertijd nodig. Iedereen in de groep is bang om de volgende outsider te worden. Die dynamiek tussen de groep en de buitenstaander is van alle plekken en tijden en daarmee blijvend actueel.

Hoe komt het van een, toch vrij officiële, rechtszaak aan het begin van de opera, tot een veroordeling door het volk aan het eind?
De autoriteiten in het dorp – de rechter, de priester – proberen vooral alles rustig te houden. Zij hebben liever geen gedoe. Het liefst is elke dag hetzelfde, eb en vloed, de mannen gaan vissen, de vrouwen blijven thuis. Geen storm, geen ophef. Ik denk dat dit leven saai is voor de dorpsbewoners, ze zoeken iets om over te roddelen en samen te veroordelen. Binnen de groep trekken mensen de macht naar zich toe en nemen initiatief. Van het een komt het ander, en is er geen weg meer terug: de schuldige moet boeten. Na deze geweldsuitbarsting kabbelt het leven weer voort. Aan het einde van de opera wordt alleen nog opgemerkt dat in de verte een boot vergaat – ‘niets aan te doen.’ Net zoals helden heeft een gemeenschap ook daders nodig, of ze nu echt schuldig zijn of niet.


Tekst: Niels Nuijten

Repetitie

De Zondebok

De filosoof René Girard schreef het boek De Zondebok (1982) waarin hij dit fenomeen in verschillende samenlevingen en culturen onderzoekt.

Foto: repetitie Peter Grimes - DNO 2024, © Bart Grietens

De Zondebok

Het zondebokmechanisme in onze samenleving

De filosoof René Girard schreef het boek De Zondebok (1982) waarin hij dit fenomeen in verschillende samenlevingen en culturen onderzoekt. Het ‘zondebokmechanisme’ beschrijft hij als iets fundamenteels voor het begrijpen van menselijke samenlevingen en religieuze praktijken. Hij betoogt dat gemeenschappen in tijden van crisis vaak een zondebok aanwijzen - een individu of groep die de schuld krijgt van de problemen die door de gemeenschap ondervonden worden, die vervolgens wordt verstoten of geofferd. Zo kunnen sociale spanningen verminderd worden en kan de gemeenschap zich verenigen.

“Liever dan zichzelf de schuld te geven,
neigen de mensen ertoe de schuld te geven
aan ofwel de maatschappij als geheel, wat
hen tot niets verplicht, ofwel aan andere
mensen die hun om voor de hand liggende
redenen in het bijzonder schadelijk lijken.”

Het zondebokmechanisme is onlosmakelijk verbonden met groepsdynamiek. In tijden van sociale onrust en gespannen relaties tussen mensen, lijkt het aanwijzen van een zondebok een oplossing te bieden. Een gemeenschap beschermt zich tegen onderlinge conflicten door de oorzaak van alle problemen toe te schrijven aan één persoon of een minderheid die buiten de groep wordt gezocht, of gezet. Op deze manier worden onderlinge banden verstevigd en wordt de eenheid binnen de groep gewaarborgd. Het vervolgingsproces dat hieruit voortkomt, doet dienst als uitlaatklep voor collectieve angsten en frustraties. De slachtoffers zijn vaak individuen of minderheden die niet volledig geïntegreerd zijn in de samenleving, buitenstaanders, waardoor ze gemakkelijk tot doelwit worden gemaakt.

“Het komt voor dat de slachtoffers van
een massa geheel willekeurig zijn; het komt
ook voor dat ze dat niet zijn. Het komt zelfs
voor, dat de misdaden waarvan men hen
beschuldigt echt zijn, maar zelfs in dat geval
spelen ze niet de hoofdrol bij de keuze van
de vervolgers. Veeleer is het de omstandigheid
dat de slachtoffers behoren tot
bepaalde categorieën die in bijzondere
mate aan vervolging bloot staan.”

Het concept ‘zondebok’ omvat meerdere aspecten: de onschuld van de slachtoffers, de focus die een bepaalde gemeenschap op hen legt en het doelgerichte karakter waarmee die gemeenschap vervolgens te werk gaat. De zondebok fungeert als het ware als een bliksemafleider voor collectieve woede en angst, waarbij het geweld zich richt op één specifiek doel. Als een van de oorzaken voor dit zondebokmechanisme, noemt Girard ‘indifferentiatie’, onverschilligheid. Hij doelt hiermee op een systeem waarin alle elementen aan elkaar gelijkgesteld worden, zodat er geen onderscheid meer te maken is tussen verschillende onderdelen. In zijn beschrijving leidt dit fenomeen tot chaos omdat de vaste structuur van het systeem omver wordt geworpen of zelfs volledig verdwijnt. Door een gebrek aan hiërarchie, aan verschil, ontstaat verwarring en wanorde. In tijden van onverschilligheid komt het sluimerende geweld binnen een groep aan de oppervlakte. De zondebok lijkt een reeds aanwezige onderhuidse spanning in de samenleving te activeren. 

Door het geweld te concentreren op één individu, wordt voorkomen dat het zich verspreidt binnen de gemeenschap zelf. Deze dynamiek creëert de illusie dat de oorzaken van de crisis niet langer onderzocht hoeven te worden. Met een aangewezen ‘schuldige’ hoeft de gemeenschap niet meer over oplossingen na te denken of de oorzaken bij zichzelf te zoeken. In periodes van crisis en onverschilligheid verlangt de groep naar onderscheid, wat vorm krijgt in de figuur van de zondebok. Het gemeenschappelijke geloof in een ‘andere’ oorzaak, wordt belichaamd in een echte ‘ander.’ De zondebok verstevigt de groepscohesie: “Wij horen allen bij dezelfde kliek, wij vormen één en dezelfde groep, omdat we er dezelfde zondebok
op na houden.”

Tekst: Niels Nuijten

Hoofdsponsor Nationale Opera & Ballet