Kostuums

Achter de schermen: de kleders

15 december 2022

Hoewel producties vaak magisch lijken, worden ze niet zomaar uit de hoge hoed getoverd. Achter de schermen draagt elke persoon op elke afdeling zijn steentje (of licht, kostuums, decor) bij. Wie doet wat, en hoe verloopt voor hen het maakproces? We vragen eerste kleder Sandra Bloos en kleder Regien Lemmens, die beiden op de kleedafdeling van de opera werken, het hemd van het lijf!

Tekst: Yves Goudriaan

Bij het kledingatelier op de vierde etage is Sandra druk met kleedrekken in de weer, maar ik mag haar meteen vergezellen op weg naar de repetitie van Blue. Met rekken en al stappen we op de begane grond uit de lift, en komen bij de kamer van de kleders. Heel handig: wanneer je deze kamer uitloopt, loop je zo het toneel op! Met aanstekelijk enthousiasme begint Sandra te vertellen over haar vak: “Ik kleed voornamelijk de vrouwelijke operasolisten, maar in ons team van vier vaste kleders doen we eigenlijk alles samen, waardoor ik soms ook help bij het kleden van de leden van het Koor van De Nationale Opera. Solisten zijn weleens gespannen, want onze werkwijze en de kleders zijn nieuw voor ze. Aangezien zangers zich moeten focussen op hun optreden, zorg je ervoor dat alles zo gestroomlijnd mogelijk verloopt.”

 

‘Kleed me maar aan’

Niet voor iedereen is het aankleden vanzelfsprekend. Sandra: “Sommige zangers zeggen: ‘Kleed me maar aan!’. Dan staan ze stokstil en verwachten ze dat wij hen compleet uit- en aankleden. Na één keer weten ze gelukkig wel dat ze zelf moeten meewerken. Ook heeft elke solist haar eigen rituelen: iets moet bijvoorbeeld op een bepaalde wijze neergelegd worden, of ze moet een glaasje water of kopje thee drinken. Wij doen voor hen altijd alles op dezelfde manier; dat geeft hun een soort rust.”

Kleding op rek

Bloed is toch bloed?

Tot het kleedberoep behoren ook andere uitdagingen, zoals het schoonmaken van (nep)bloed op kostuums. Sandra toont grijnzend een afbeelding van een witte jurk bij de opera Salome, die compleet onder het bloed zit: “Deze werd gelukkig vervangen door een nieuwe jurk, maar normaal gesproken moet het bloed er helemaal uitgewassen worden.” Regien voegt toe: “Er worden van tevoren proeven gedaan om het nepbloed op kleding te testen. Toch komt het weleens voor dat de bloedsubstantie wordt veranderd, die dan weer heel anders werkt op het kostuum. Dan zeggen ze: ‘bloed is toch bloed?’. Maar zo werkt het helaas niet bij ons…”

Verder heeft het werk volgens Sandra ook een sterk fysieke kant: “Ik denk echt dat mensen zich daarin vergissen. Soms moet je wel 10 kledingrekken verslepen en hangen er ook nog eens zware kostuums aan.” Regien valt bij: “En je draagt weleens jassen van een kilo of 8, zoals lompe, zware soldatenjassen van het Koor. Dat zijn er een stuk of 35; daardoor krijg je best last van je schouders en ellebogen.”

 

Positief sneeuwbaleffect

Ondanks deze uitdagingen spreken Sandra en Regien zeer gepassioneerd over hun werk, en ze eisen ook veel van zichzelf. Regien: “Als wij de lat hoog leggen, het kostuum er goed uitziet en netjes is gestreken, dan leggen de zangers de lat ook hoog.” Sandra voegt daaraan toe: “En andersom voelen wij een grote verantwoordelijkheid voor het eindproduct, die te maken heeft met eerbied voor andere afdelingen, zoals de ateliers. Je weet namelijk hoeveel uur er daar in een kostuum wordt gestoken. Er is dus echt sprake van een positief sneeuwbaleffect!”