Sophie de Lint
Foto: Elmer van der Marel

Sophie de Lint over het nieuwe operaseizoen

29 februari 2024

Het nieuwe seizoen van De Nationale Opera krijgt als overkoepelend thema drie vragen mee. Wat wil DNO met die vragen uitdrukken? En hoe laten ze zich verbinden met de komende producties? Sophie de Lint in gesprek met dramaturgen Wout van Tongeren en Luc Joosten over het seizoensthema: ‘What aim, what future, what peace?’

Kun je toelichten waar dat intrigerende thema vandaan komt? 
“We ontleenden deze regel aan de opera Peter Grimes. Het titelpersonage is een visser, een zonderling die gelooft dat hij alleen aansluiting zal kunnen vinden bij zijn dorpsgemeenschap als hij succes heeft bij de vangst. Bezeten door die gedachte drijft hij juist verder van de anderen weg. Ellen Orford, een dorpsgenote die veel om hem geeft, confronteert hem op zeker moment: ‘What aim, what future, what peace will your hard profits buy?’ Het is een zin die je maant om stil te staan. Niet alleen Grimes wordt door Ellens vraag uitgedaagd, maar ook wijzelf. Welke doelen streven wij na, welke toekomst zoeken we, wat denken we nodig te hebben om tot rust te kunnen komen? En brengt al ons streven en pogen onze dromen werkelijk dichterbij? Dit is wat een seizoensthema kan doen: je stimuleren om opnieuw na te denken over wat vanzelfsprekend leek.”

Laten we dan meteen de eerste vraag beetnemen: ‘What aim – waartoe?’ Welk doel staat voor DNO voorop bij het programmeren van een seizoen? 
“Misschien draait het uiteindelijk allemaal om verbinden. Dat klinkt heel algemeen, maar het is wel waar een productie heel concreet mee begint: ons werk draait erom verbindingen te maken, tussen artiesten onderling en tussen artistieke teams en operatitels. Onder de koppelingen die we maken, liggen belangrijke vragen: welke perspectieven op mens en wereld tonen we in ons theater? Welke artiesten krijgen het podium? En welke toeschouwers voelen zich door hen aangesproken? Dat brengt me bij misschien wel de spannendste verbinding: die met de toeschouwers in de zaal.”

“Een theaterzaal is een uitzonderlijke plek, een soort capsule. Als toeschouwer zit je in een beschutte ruimte, je telefoon staat uit, je zintuigen juist aan. Met de mensen om je heen ben je gezamenlijk geconcentreerd op het gebeuren op het toneel. Wij willen de ervaring van onze toeschouwers betekenisvol laten zijn: het is heerlijk je te kunnen laven aan de schoonheid van een werk, maar ik hoop dat je bij ons in de zaal ook gestimuleerd wordt om met andere ogen naar de mens en de samenleving te kijken, dat je wereld groter wordt door wat je beleeft.”

Kun je een voorbeeld geven?
“Neem Die Frau ohne Schatten. Het libretto vertelt een mystiek verhaal in een oosters aandoende sprookjeswereld. Strauss’ fenomenale partituur is bij onze voormalige chef-dirigent Marc Albrecht in uitstekende handen. Maar hoe zorg je ervoor dat het publiek van nu geprikkeld wordt om het sprookje met zijn eigen wereld te verbinden? Regisseur Katie Mitchell is bij uitstek iemand die een feeërieke opera als deze kan relateren aan de rauwe werkelijkheid. In een setting vrij van exotisme of romantiek maakt ze de urgente boodschap van deze opera voelbaar: wie ten volle mens wil zijn, moet zich laten leiden door medemenselijkheid. Ik verwacht veel van deze combinatie van dirigent, titel en regisseur.”

En als we dan kijken naar de opera waaraan het seizoen zijn thema ontleent: hoe kwam de koppeling van artiesten en titel bij Peter Grimes tot stand?
Peter Grimes begon met de wens van chef-dirigent Lorenzo Viotti, die deze fantastische partituur al lang bij ons wilde dirigeren. Zijn eerdere samenwerking met regisseur Barbora Horáková beviel zo goed dat hij heel graag opnieuw met haar wilde werken. Toen we haar de titel Peter Grimes voorstelden, sprong de vonk over. Zij is gefascineerd door de complexe persoonlijkheid van de hoofdpersoon en door de dynamiek in de gemeenschap die hem uitsluit. Voor tenor Issachah Savage is Peter Grimes een droomrol, die hij heel graag samen met Barbora vorm- geeft. Zo komen alle ingrediënten bij elkaar voor een uitzonderlijke productie die een kernvraag van het stuk – hoe ga je om met wie niet in de groep past – indringend voelbaar gaat maken.”

Sophie de Lint

“Ik hoop dat bij ons je wereld groter wordt door wat je beleeft”

“De thematiek vertaalt zich ook in de grote rol die het koor heeft in deze opera, niet alleen vocaal maar ook dramatisch, als de dorpsgemeenschap die Peter Grimes uitstoot. In die rol confronteert het koor ons met de mechanismen van uitsluiting die helaas maar al te herkenbaar zijn. Het is treffend dat ook de productie van Verdi’s Rigoletto een verschoppeling als protagonist heeft: de nar Rigoletto, die net als Peter Grimes door zijn omgeving wordt bespot en uitgesloten. Beide opera’s roepen de toeschouwers op om zich in te leven in het perspectief van een buitenstaander. Ze stellen de vraag wie we serieus nemen in onze samenleving: wie laten we toe, en wie stoten we af?” 

De tweede vraag die het seizoensthema stelt is: ‘welke toekomst?’ Laten we het eerst hebben over de toekomst van de opera zelf – op welke manier ben je daar in de samenstelling van een seizoen mee bezig?
“Een heel directe vorm van werken aan de toekomst is ruimte scheppen voor jonge artiesten. De jonge zangers van De Nationale Opera Studio gaan dit seizoen op tournee met een programma met onder meer Purcells Dido and Aeneas. We trekken hierbij samen op met onze partnergezelschappen De Nederlandse Reisopera en Opera Zuid. Zo’n tournee biedt de zangers een schat aan ervaring.”

“Maar natuurlijk omvat werken aan de toekomst veel meer dan nieuw talent laten instromen in het oude repertoire. Het is voor de ontwikkeling van de opera essentieel dat we ons niet terugtrekken achter de welbekende grenzen van het genre. Het Opera Forward Festival is bij uitstek een moment in het seizoen waarop we die grenzen verkennen, oprekken en soms simpelweg doorbreken. Samenwerking is daarbij essentieel: we zoeken de interactie met artiesten en culturele instellingen van buiten de ‘operabubbel’. Zo maken we dit seizoen samen met De Meervaart en het Amsterdams Andalusisch Orkest de productie OUM. En net als vorige jaren werken we met studenten van tal van kunstopleidingen, die vanuit hun belevingswereld met het genre aan de haal gaan. Tijdens het festival voel je de energie van die jonge generatie.”

“Dit soort samenwerkingen beperken we trouwens niet tot het Opera Forward Festival: de jeugdproductie Lennox is bijvoorbeeld een coproductie met urban productiehuis RIGHTABOUTNOW INC. Samen vroegen we producer en multi-instrumentalist Bnnyhunna om bij ons zijn eerste opera te maken. Met projecten als OUM, Lennox en de familieproductie Hoe Anansi the stories of the world bevrijdde vertellen we verhalen die in ons theater nog weinig gehoord zijn – waarmee we zowel ons bestaande publiek als nieuwe groepen toeschouwers aanspreken.”

Maar ligt het accent in het seizoen niet eerder op het verleden? Denk alleen al aan de plaats die het repertoire inneemt.
“Het verleden is voor ons inderdaad belangrijk, maar we nemen het nooit voor lief. Bij het repertoire gaat het ons er altijd om hoe het de toeschouwer uitdaagt na te denken over het heden en de toekomst. Dat is waarom wij veel belang hechten aan de visie die een regisseur heeft op een repertoiretitel. Wij willen geen reconstructies brengen, maar kunstwerken van nu, met artiesten van nu die terug- en vooruitkijken. Dat komt heel sterk tot uitdrukking in Le lacrime di Eros. Regisseur Romeo Castellucci en muzikaal leider Raphaël Pichon putten uit het oermateriaal van de opera om een geheel nieuw, experimenteel werk te maken. Raphaël en Romeo zijn beiden grensverleggende topkunstenaars met een groot gevoel voor de traditie. Ik denk dat zij bij uitstek voorleven dat je je bewust moet zijn van het verleden om te weten wat je zoekt in de toekomst.”

Sophie de Lint

“Ik geloof dat opera een kunstvorm is die culturen kan samenbrengen”

“De nieuwe opera We Are The Lucky Ones combineert op een andere manier historisch bewustzijn met toekomstgerichtheid. Componist Philip Venables en regisseur Ted Huffman hebben in hun eerdere samenwerkingen steeds nieuwe vormen van opera-maken ontplooid. Voor hun nieuwe opera werken ze met toneelschrijver Nina Segal op basis van tientallen interviews met mensen die zijn geboren in de jaren ’40. Ze laten die generatie aan het woord, maar reflecteren ook op wat de geïnterviewden verzwijgen of over het hoofd zien. We Are The Lucky Ones staat stil bij de erfenis die we van onze ouders meekrijgen en onderzoekt hoe we daar in de komende decennia mee kunnen voortleven.”

De laatste vraag ‘What peace’, lijkt een verlangen uit te drukken naar vrede, eendracht, rust. Maar is conflict niet juist de brandstof van drama, en daarmee de bron van onze kunstvorm? Draait het in ons theater niet juist om verscheurdheid?
“Tja, het is een feit dat drama’s bestaan bij de gratie van spanning en strijd. Maar minstens zo belangrijk is het verlangen om het conflict te laten oplossen, zowel bij de personages als bij de toeschouwers. Een opera als Idomeneo speelt zich af in de nasleep van de verwoestende Trojaanse oorlog. De personages hunkeren naar vrede en geluk, maar het lot – of hun voorgeschiedenis – lijkt dat te verhinderen. In deze productie van choreograaf en regisseur Sidi Larbi Cherkaoui is dat gesymboliseerd door rode koorden die de ruimte domineren, ontworpen door beeldend kunstenaar Chiharu Shiota. De onontwarbare knoop van het conflict wordt aan het slot door een hogere macht doorgehakt – de vrede kan eindelijk terugkeren.”

Toch blijft het personage Elettra dan ontevreden achter – een potentiële bron voor nieuw conflict.
“Er zijn opera’s waarin aan het slot alle rimpels worden gladgestreken, maar is het niet realistischer dat er iets blijft wringen? Ik denk ook aan Die ersten Menschen, de enige opera van de briljante, vroeggestorven componist Rudi Stephan over het ‘oergezin’ van Adam en Eva. Mensen idealiseren het gezin soms als vreedzame basis. Maar deze opera suggereert dat die ‘hoeksteen van de samenleving’ al vol tegengestelde hunkeringen is, die wel tot conflict móeten leiden. Het is veelzeggend dat de opera ‘de eerste mensen’ heet – strijd is zo oud als de mensheid, vrees ik.”

“We spelen deze heftige opera meteen na Die Fledermaus, het walsende hoogtepunt van de Weense operette. Het zou interessant zijn voor een toeschouwer om beide stukken te gaan zien. Allebei gaan ze over het driftleven, zij het met een totaal verschillende aanpak en muzikaal idioom. In Die Fledermaus zien we een decadente en huichelachtige samenleving, waar mensen ogenschijnlijk beschaafder zijn, maar zich nog altijd door hun begeerten laten leiden. Dat deze maatschappijkritiek in de luchtige, ironische sfeer van de operette verteld kan worden, leidt tot een bevrijdende relativering.”

Het seizoen sluit af met Boris Godoenov, een grandioze opera, maar ook een duistere vertelling.
“Ja, dit is een zwaarbeladen verhaal. Over de grimmige eenzaamheid van een tsaar die door moord de troon heeft bemachtigd. Over het volk dat lijdt onder de machtsstrijd die volgt. In de regie van Kirill Serebrennikov zullen de parallellen met het hedendaagse Rusland voelbaar zijn. Maar de gebeurtenissen kunnen nog zo verschrikkelijk zijn: de kracht van theater is juist dat je als toeschouwer door het beleven van de tragedie tot een gevoel van verlossing, verlichting kan komen. En in opera maakt de muziek dat effect nog intenser. Dat is de catharsis die je in de theaterzaal kunt ervaren. Er zit iets spiritueels in die ervaring; voor mij heeft het te maken met een gevoel van ‘heling’.”

“Ik verwacht dat die ervaring ook centraal zal staan in de nieuwe productie OUM. Regisseur Kenza Koutchoukali en componist Bushra El-Turk, twee geweldige hedendaagse operamakers, laten zich inspireren door de muzikale wereld van de iconische Egyptische zangeres Oum Kalthoum en de roman Visage retrouvé van schrijver en theatermaker Wajdi Mouawad. Door de gesprekken met onze coproducenten heb ik geleerd over de diepe weerklank die Oum Kalthoum heeft bij zoveel mensen met Arabische wortels, ook in Nederland. Haar muziek is bij uitstek helend. Ik vind het fantastisch dat zij een vertrekpunt is in deze productie waarin we kunstenaars, culturen en publieksgroepen willen verbinden. Ik geloof dat opera een kunstvorm is die culturen kan samenbrengen, en die uiteindelijk een gevoel van verbinding, van ‘compleet zijn’ teweeg kan brengen. En ja, misschien mag je dat wel ‘vrede’ noemen. Het samen creëren en ervaren van schoonheid bevat een hoopvolle belofte.”

Tekst: Wout van Tongeren