Fidelio volgens Andriy Zholdak

Een Fidelio zoals je die niet eerder zag. In de versie van de Oekraïense regisseur Andriy Zholdak gaat Beethovens opera over een strijd tussen goede en kwade krachten. Daarbij gebruikt hij symbolen, videoprojecties en gesproken teksten. Om ervoor te zorgen dat bezoekers beter begrijpen wat ze op het toneel zullen zien, raden we aan om de informatiepagina te lezen.

Voorstellings-informatie

Voorstellings-informatie

Fidelio

Ludwig van Beethoven (1770-1827)

De versie waarvoor gekozen werd voor deze productie van Fidelio is grotendeels gebaseerd op de versie van Gustav Mahler uit 1904. Dat wil zeggen dat de Rocco-aria niet gespeeld wordt, maar dat voor de finale van het tweede bedrijf de Leonore 3 ouverture te horen is. U hoort tijdens een van de scènewissels ook een fragment van de Marche Funebre uit de Symfonie nr. 3 (Eroica).

Duur
2 uur en 45 minuten, inclusief een pauze

De voorstelling wordt in het Duits gezongen en gesproken, met boventiteling in het Nederlands en Engels.

Libretto
Joseph Sonnleithner
Nieuwe dialogen van Andriy Zholdak

Muzikale leiding
Andrés Orozco-Estrada
Regie en licht
Andriy Zholdak
Decor
Andriy Zholdak / Daniel Zholdak
Kostuums
Andriy Zholdak / Simon Machabeli
Video-ontwerp
Etienne Guiol
Associate video-ontwerp
Malo Lacroix
Dramaturgie
Luc Joosten

Don Fernando
Mark Kurmanbayev
Florestan
Eric Cutler
Rocco
James Creswell
Don Pizarro
Nicholas Brownlee
Leonore
Jacquelyn Wagner
Marzelline
Anna El-Khashem
Jaquino
Linard Vrielink
Erster Gefangener
Stefan Kennedy
Zweiter Gefangener
Peter Arink

Koninklijk Concertgebouworkest

Koor van De Nationale Opera
Instudering
Edward Ananian-Cooper

In het kader van het Holland Festival

Productieteam

Assistent-dirigent
Aldert Vermeulen
Assistent-regisseurs
Frans Willem de Haas
Maarten van Grootel
Associate lichtontwerper
Cor van den Brink
Avondregie
Frans Willem de Haas
Maarten van Grootel
Repetitoren
Nathalie Dang
Ernst Munneke
Taalcoach
Miriam Kaltenbrunner
Assistent-koordirigent
Kuo-Jen Mao
Taalcoach koor
Cora Schmeiser
Eerste voorstellingsleider
Joost Schoenmakers
Showcaller
Pieter Loman
Voorstellingsleiders
Julia van Berkel
Emma Eberlijn
Zoë Pauel (stage)
Artistieke planning
Margot Vervliet
Kinderbegeleider
Manon Wittebol
Assistent kostuumproductie
Maarten van Mulken
Mariama Lechleitner
Eerste toneelmeester
Jop van den Berg
Eerste belichter
Coen van der Hoeven
Eerste rekwisiteur
Peter Paul Oort
Eerste kleder
Jenny Henger
Eerste grimeur
Isabel Ahn
Geluidsontwerp
Juan Verdaguer
Geluidstechnici
Leonardo Santos
Hans van Wegen
Licht operator
Erik Vrees
Video operator
Joshua Sahanaja
Titelregie
Eveline Karssen
Bediening boventiteling
Maxim Paulissen
Hoofd muziekbibliotheek
Rudolf Weges
Productievoorbereider
Sieger Kotterer
Productieleider
Edgar Lamaker

Koor van De Nationale Opera

Sopranen
Patricia Atallah
Lisette Bolle
Taylor Burgess
Jeanneke van Buul
Caroline Cartens
Melanie Greve
Marlina Deasy Hartanto
Maaike Hupperetz
Oleksandra Lenyshyn
Simone van Lieshout
Tomoko Makuuchi
Vesna Miletic
Sara Pegoraro
Lise Petrovitch
Sandra Siniväli

Alten
Irmgard von Asmuth
Elsa Barthas
Anneleen Bijnen
Daniëlla Buijck
Rut Codina Palacio
Liza Lozica
Yvonne Kok
Fang Fang Kong
Maria Kowan
Maaike Molenaar
Emma Nelson
Sophia Patsi
Marieke Reuten
Leonie van Rheden
Ruth Willemse

Tenoren
Frank Engel
Milan Faas
Cato Fordham
Dimo Georgiev
Erik Janse
Stefan Kennedy
Raimonds Linajs
Tigran Matinyan
Frank Nieuwenkamp
Richard Prada
Mitch Raemaekers
Mirco Schmidt
François Soons
Julien Traniello
Jeroen de Vaal
Rudi de Vries

Bassen
Ronald Aijtink
Peter Arink
Jorne van Bergeijk
Nicolas Clemens
Agris Hartmanis
Hans Pieter Herman
Tom Jansen
Geert van der Kaaij
Richard Meijer
Matthijs Mesdag
Maksym Nazarenko
Christiaan Peters
Matthijs Schelvis
Jaap Sletterink
Rob Wanders
Jouke Wijmenga

Figuratie

Floor Scholten
Martje de Mol
Maurits van der Roest
Bert Mulder
Wil Brandhorst
Jochem van der Zaag
Samuele Ninci
Sofia Garcia Miramon

Kinder-figuratie
Huub Hennekens
Jonas Kool
Juliëtte Broos
Ruza Haalmeijer

Koninklijk Concertgebouworkest

Eerste viool
Tjeerd Top
Ursula Schoch
Marleen Asberg
Keiko Iwata
Tomoko Kurita
Henriette Luytjes
Borika van den Booren
Junko Naito
Benjamin Peled
Nienke van Rijn
Jelena Ristic
Michael Waterman
Mirelys Morgan Verdecia

Tweede viool
Alessandro Di Giacomo
Caroline Strumphler
Jaewon Lee
Elise Besemer
Anna de Vey Mestdagh
Leonie Bot
Nadia Ettinger
Corline Groen
Gregor Horsch
Sanne Hunfeld
Sjaan Oomen
Jane Piper
Eke van Spiegel
Joanna Westers

Altviool
Michael Gieler
Saeko Oguma
Frederik Boits
Roland Krämer
Guus Jeukendrup
Eva Smit
Yoko Bungeroth
Martina Forni
Vilém Kijonka
Edith van Moergastel
Anna den Herder
Anna Smith

Cello
Tatjana Vassiljeva
Johan van Iersel
Benedikt Enzler
Chris van Balen
Jérôme Fruchart
Christian Hacker
Maartje-Maria den Herder
Boris Nedialkov
Clément Peigné
Honorine Schaeffer

Contrabas
Dominic Seldis
Théotime Voisin
Rob Dirksen
Léo Genet
Felix Lashmar
Georgie Poad
Nicky Schwartz
Olivier Thiery

Fluit
Kersten McCall
Julie Moulin
Vincent Cortvrint

Hobo
Alexei Ogrintchiouk
Alexander Krimer

Klarinet
Olivier Patey
Davide Lattuada

Fagot
Gustavo Nunez
Justin Cherry
Simon Van Holen

Hoorn
Laurens Woudenberg
Jonathan Wegloop
José Sogorb
Jaap van der Vliet

Trompet
Omar Tomasoni
Hans Alting
Álvaro Garcia Martín

Trombone
Sebastiaan Kemner (5, 9 juni) / Jörgen van Rijen (11, 17, 19, 23, 26, 29 juni)
Nico Schippers (5, 9, 11, 17 juni) / Martin Schippers (19, 23, 26, 29 juni)
Raymond Munnecom

Pauken
Tomohiro Ando

Ludwig van Beethoven

In het kort

Fidelio in het kort: een blik op Beethovens enige opera en de interpretatie van Andriy Zholdak.

In het kort

Beethovens enige opera

Ondanks zijn positie als belangrijkste componist van de vroege romantiek, voltooide Beethoven in zijn leven slechts één opera: Fidelio. Het werk komt tot stand in een periode waarin Beethoven mentaal zwaar getekend is door de gevolgen van zijn toenemende doofheid en het daaruit volgende isolement. De ontstaansgeschiedenis van Fidelio omspant tien jaar, waarin Beethoven de opera tweemaal terugtrok en herschreef met hulp van verschillende librettisten. Het resultaat is een unicum in Beethovens oeuvre en een belangrijke pijler in het vroeg-romantische operarepertoire. Een werk dat niet alleen aansloot bij de tijdgeest van Beethoven, maar nog steeds relevant is.

Beethoven im Café, Eduard Closson, 1823, Beethoven-Haus Bonn
Beethoven im Café, Eduard Closson, 1823, Beethoven-Haus Bonn

Fidelio in uitvoering

Ruim 200 jaar na de eerste première is de opera een werk waar na Beethovens eigen bewerkingen nog steeds aan wordt gesleuteld. Het kent een rijke opvoeringsgeschiedenis met aanpassingen in de spreekteksten en wijzigingen in de muziek. Onder andere dirigenten als Otto Nicolai en Gustav Mahler of regisseurs als Gottfried Wagner en Johan Simons gaven hun eigen kijk op het werk en interpreteerden het op heel uiteenlopende manieren. Vaker vanuit een politiek oogpunt als bevrijdingsopera, omdat het oorspronkelijke verhaal zou teruggaan op waargebeurde feiten tijdens de Franse Revolutie, maar zeker niet uitsluitend.

Deel van de partituur van Fidelio
Deel van de partituur van Fidelio

‘Through the looking glass’ met Andriy Zholdak

Met Fidelio maakt de Oekraïense theaterregisseur Andriy Zholdak zijn debuut bij De Nationale Opera. In zijn regie concentreert Andriy Zholdak zich niet op het illustreren van het verhaal, maar neemt hij het publiek mee naar een surrealistische en associatieve wereld die door de muziek van Beethoven wordt opgeroepen. Wat Zholdak betreft treedt in deze opera de verstoring van de harmonie en liefde en het gevecht van goed tegen kwaad, in onszelf en in het universum, op de voorgrond. Fidelio draagt een boodschap uit van hoop op een harmonisch leven en een wereld bevrijd van het kwaad. Zholdak schreef daarvoor een nieuw scenario met een nieuwe tekst.

Andriy Zholdak
Andriy Zholdak | Foto: Vladrimir Lupovskoy

De wereld achter de spiegels

In Zholdaks interpretatie ontvoert Pizarro Florestan naar zijn wereld achter de spiegel. Leonore doet er alles aan om haar geliefde uit die duistere wereld te bevrijden en zo de harmonie te herstellen. Zholdaks theatertaal is sterk geïnspireerd door de wereld van de mythen, de grote symbolen van de mensheid, de kunst, en de films van grote cineasten als Tarkovsky, Von Trier en Bergman. Film speelt ook letterlijk een grote rol in zijn regie. Om zijn wonderlijke werelden tot leven te roepen, gaat Zholdak als een soort beeldend kunstenaar op het podium te werk, en is hij naast voor de regie, ook medeverantwoordelijk voor het decor-, kostuum- en lichtontwerp.

Fidelio - het verhaal van de voorstelling

Beethoven is dood. De kwade genius, Pizarro, heeft de macht overgenomen. Hij zal de harmonie in de kosmos verstoren. Ook de liefde tussen Leonore en Florestan moet worden verbroken. Hij roept daarvoor de hulp in van Rocco, Marzelline en Jaquino. Pizarro ontvoert Florestan naar zijn wereld, achter de spiegel. Leonore gaat op zoek naar haar geliefde en belandt in een duistere droomwereld. Zij moet zichzelf en Florestan bevrijden van het Kwaad en de orde herstellen.

Ludwig van Beethoven

Tijdlijn

Beethoven en zijn opera.

Tijdlijn

1770

Op 17 december 1770 wordt Ludwig van Beethoven geboren in Bonn. Hij groeit op in een muzikantenfamilie. Zijn grootvader met dezelfde naam was een musicus uit Mechelen die naar Bonn verhuisde en Kapellmeister werd aan het hof van Clemens August van Beieren. Zijn zoon Johan was zanger en gaf viool- en pianoles. Johan zou zijn zoon Ludwig zijn eerste muzieklessen geven.

1792

Ludwig van Beethoven verhuist op 21-jarige leeftijd naar Wenen om er te studeren bij Joseph Haydn. Naast zijn studie als componist wordt Beethoven in Wenen snel bekend als concertpianist, die naast zijn eigen werk ook andermans werk uitvoert, met name dat van Mozart. In de loop der jaren krijgt hij steeds meer bekendheid als componist.

1798

Op 19 februari gaat de opera Léonore, ou L’Amour conjugal in première in Parijs. Het werk van componist Pierre Gaveaux en librettist Jean-Nicolas Bouilly sluit aan bij een reeks bevrijdingsopera’s, die in Parijs in die tijd zeer populair waren. Het is een trend die later ook Wenen zal bereiken.

1803

In het voorjaar krijgt Beethoven van Emanuel Schikaneder, impresario van het Theater an der Wien, de opdracht om een opera te schrijven op een libretto van zijn hand met de titel Vestas Feuer. Als onderdeel van de vergoeding betrekt Beethoven een appartement in het theater. Beethoven kan zijn aandacht echter niet bij het libretto houden, en steekt zijn tijd dat jaar vooral in zijn Derde symfonie en de Waldsteinsonate. Aan het einde van het jaar heeft hij slechts tien minuten muziek van de opera gecomponeerd.

Het Theater an der Wien, vlak na de bouw in 1801
Het Theater an der Wien, vlak na de bouw in 1801

Winter 1803-1804

Beethoven ziet af van de verdere compositie van Vestas Feuer omdat het onderwerp hem niet meer aanspreekt. Hij ziet meer heil in de verhalen van de bevrijdingsopera. De Weense hofsecretaris, Joseph Sonnleithner, maakt een uitgebreide vertaling van het libretto van Bouilly’s Léonore, en op basis van deze versie begint Beethoven met componeren.

1804-1805

Beethoven en Sonnleithner zijn niet de enigen die aan de haal gaan met het werk van Gaveaux en Bouilly. In het jaar voor de première van Beethovens werk gaan twee Italiaanse versies van het stuk in première. In oktober 1804 gaat een versie van de Italiaanse componist Ferdinando Paer in première in Dresden, een werk waarvan Beethoven de partituur waarschijnlijk kende. In juni 1805 gaat een versie van Simon Mayr in première in Padua.

20 november 1805

De opera Fidelio gaat in première in het Theater an der Wien, een week na de Franse inval in Wenen door Napoleon. Veel van Beethovens aanhangers waren de stad vanwege de inval ontvlucht, en de zalen waren vooral gevuld met Franse officieren die niet veel voelden voor Duitse opera. Het stuk werd slechts drie keer uitgevoerd. Hoewel Beethoven de titel Leonore prefereerde, gaf het theater het stuk de titel Fidelio, om verwarring met andere zettingen van hetzelfde verhaal te voorkomen.

29 maart 1806

Een herwerkte versie van Fidelio wordt uitgevoerd, wederom in het Theater an der Wien. Met behulp van librettist Stephan von Breuning herziet Beethoven de volgorde van de verschillende nummers, schrapt passages en voegt nieuwe toe. Bovendien schrijft hij een nieuwe ouverture. De opera gaat van drie aktes naar twee, om meer aan te sluiten bij het originele libretto van Bouilly. Na twee uitvoeringen trekt Beethoven het werk terug, wellicht om een financiële kwestie met het theater.

1807

Voor een geplande uitvoering in Praag schrijft Beethoven een derde, nieuwe ouverture. Aangezien lang werd gedacht dat dit de originele ouverture uit 1805 was, kennen we deze nu als Leonore ouverture nr. 1. De originele ouverture uit 1805 staat bekend als Nr. 2 en die uit 1806 als Nr. 3. De geplande uitvoering in Praag heeft overigens nooit plaatsgevonden.

1810

Een pianoreductie van de versie uit 1806 wordt uitgegeven, de eerste openbare uitgave van het werk.

Het Kärntnertortheater door Karl Wenzel Zajicek
Het Kärntnertortheater door Karl Wenzel Zajicek

1814

Op verzoek van een aantal zangers van het Kärntnertortheater in Wenen wordt Fidelio geprogrammeerd. Voor deze uitvoering herziet Beethoven de partituur nogmaals, deze keer met hulp van dichter Georg Friedrich Treitschke, in maart en april van dat jaar. Deze keer gaat Beethoven rigoureuzer te werk. Passages die in 1806 werden verwijderd, worden weer toegevoegd en er wordt meer aangepast en herschreven.

23 mei 1814

De laatste versie van Fidelio gaat in première in het Kärntnertortheater. De nieuwe, vierde, ouverture die Beethoven voor deze versie schrijft, is dan echter nog niet klaar, waardoor deze pas bij de tweede voorstelling drie dagen later ten gehore wordt gebracht. Het werk wordt positief ontvangen. In het publiek zit de dan 17-jarige Franz Schubert, hij heeft zijn schoolboeken verkocht om een kaartje te bemachtigen.

21 november 1814

De eerste uitvoering van Fidelio buiten Wenen vindt plaats in Praag.

1822

Fidelio wordt nogmaals uitgevoerd in Wenen. Beethoven, die de voorstelling vanwege zijn doofheid niet zelf kan dirigeren, spreekt zijn ongenoegen uit over de zangeres die de rol van Leonore zingt, de dan 17-jarige Wilhelmine Schröder-Devrient. Haar optreden betekent echter de grote doorbraak van haar en van het stuk, en ze zal de rol later meermaals zingen in onder meer Parijs en Londen. Zij wordt later één van Wagners lievelingssopranen.

1824

Fidelio maakt een triomftocht door Europa. Op 13 november 1824 zou reeds de eerste uitvoering van de opera in Amsterdam hebben plaatsgevonden. Het werk gaat in 1829 in première in Kopenhagen, in 1832 in Londen en beleeft in 1839 zelfs al een première in New York. In de loop van de 19de eeuw wordt Fidelio een van de belangrijkste werken in het operarepertoire.

1826

De volledige partituur van de versie uit 1814 wordt uitgegeven onder de naam Fidelio met opusnummer 72. De twee vroegere versies dragen hetzelfde opusnummer, maar staan bekend als Leonore 1 en Leonore 2.

Het graf van Ludwig van Beethoven op het Zentralfriedhof in Wenen
Het graf van Ludwig van Beethoven op het Zentralfriedhof in Wenen

26 maart 1827

Beethoven overlijdt op 56-jarige leeftijd in Wenen. Vanwege zijn toenemende doofheid raakt hij vanaf de jaren 1810 steeds meer in zichzelf gekeerd en verliest hij het contact met de samenleving. Zijn uitvaartdienst in de Weense Dreifaltigkeitskirche trekt zo’n 10.000 bezoekers.

1945

In september 1945 is Fidelio in Berlijn de eerste opera die na de Tweede Wereldoorlog wordt uitgevoerd. De voorstelling werd geproduceerd door de Deutsche Oper Berlin, maar aangezien hun gebouw volledig was vernietigd tijdens de oorlog, vond de voorstelling plaats in het Theater des Westens, het enige onbeschadigde theater van Berlijn.

1946

Ook in Amsterdam is Fidelio in maart 1946 de eerste opera die na de Duitse bezetting in een volledige reeks voorstellingen te zien is. In december 1945 had het Gemeentelijk Theaterbedrijf Amsterdam, dat tijdens de bezetting was opgericht, al gepoogd een productie van Tosca op te zetten. Deze productie werd echter gestaakt vanwege het verzet tegen de vele zangers die ook voor de bezetter gewerkt hadden.

1986

Op 6 juni wordt in het dan nog te openen Muziektheater in Amsterdam, nu Nationale Opera & Ballet, een proefvoorstelling gehouden om het nieuwe theater te testen. Op het programma staat Fidelio, in regie van Harry Kupfer. De productie was de weken daarvoor uitgevoerd in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Op de bok stond Edo de Waart, die leiding gaf aan het net opgerichte Nederlands Philharmonisch Orkest.

Simon Machabeli, kostuumontwerp voor Dark Angel/Fidelio

‘Hongerig naar wat ik niet ken’

Regisseur Andriy Zholdak in gesprek met dramaturg Luc Joosten.

‘Hongerig naar wat ik niet ken’

“Wanneer het gaat over wat een kunstwerk in het algemeen, en Fidelio in het bijzonder, voor mij betekent Dan verwijs ik graag naar Francis Ford Coppola. Toen hem gevraagd werd waarover zijn Godfather-films gingen, verwees hij niet naar de voor de hand liggende onderwerpen als maffia, geweld of misdaad, maar zei hij: “De film gaat over familie”. Een onverwacht, maar treffend antwoord dat dit hele filmepos samenbrengt. Een centraal thema dat zich in verschillende lagen en vormen uit – soms letterlijk, maar vaak ook onderhuids. In die zin functioneert het thema als het ware als een magneet. Voor mij is die magneet in Fidelio ‘harmonie’.

Ik ben bij het werken aan deze regie bewust niet begonnen bij het libretto en de speelteksten, maar heb intens geluisterd naar de muziek en de stemmen. Beethovens muziek is groter dan de handelingen. Er klinkt een andere dimensie in door, iets dat de banaliteit van het burgerlijke theaterstuk of een louter politieke allegorie overstijgt. Een religieuze, metafysische dimensie. Het is muziek met een enorme associatieve kracht, die ik op me laat inwerken. Het contrast tussen licht en donker, het overwinnen van de duisternis door het terugbrengen van de harmonie en de schoonheid: dat zijn de grote krachten in de muziek van Fidelio. En die tracht ik te vatten en te verbeelden. Dat wil niet zeggen dat alles voortdurend in een gewichtige of plechtige toon verloopt – ik wil het evenwicht bewaren dat in het leven bestaat tussen ernst en plezier, tussen lichtheid en zwaarte. Die balans is voor mij ook in het intensieve werkproces van groot belang.

Fidelio speelt vandaag

“Ik maak een Fidelio voor vandaag. Toen Nabokov Lolita schreef was het boek een groot schandaal in Amerika – dat effect heeft het boek vandaag niet meer. Als ik een Lolita zou regisseren, dan moet ik op zoek gaan naar eenzelfde gevoel, naar dezelfde intentie, hetzelfde conflict en dezelfde catastrofe. Op dezelfde manier moet ik Fidelio naar onze tijd brengen. Toen ik voor het eerst naar het libretto keek en het simpele liefdesverhaal las, of de politieke intrige, en hoe de goede koning helpt alles weer in orde te brengen, viel me enerzijds de naïviteit op, en anderzijds hoe de onderliggende diepere boodschap verhuld werd door de concretisering van het verhaal en de handelingen. Daarom maak ik een abstracte interpretatie van de oorspronkelijke spreektekst en handeling.

Als je naar de toestand in de wereld van nu kijkt, met zijn oorlogen en onrecht, dan voel je dat de harmonie verstoord is. Dat is de sleutel voor wat ik vertel. Hoe ik dat doe is een ander verhaal. Maar de grote aantrekkingskracht blijft die gedachte van verstoorde harmonie. Natuurlijk gaat Fidelio ook over liefde, over Leonore, over de trouw aan haar echtgenoot en zijn bevrijding uit zijn politieke gevangenschap.

Uit een brief van Beethoven, 1822

Vrijheid, verder gaan, is in de kunstwereld net zoals in de gehele schepping het doel.

De harmonie is niet alleen iets dat in de wereld leeft, maar ook op het niveau van de kosmos en het menselijke, individuele leven. Als daar de harmonie verstoord is, grijpt men naar de wapens, bedriegt men zijn geliefde, gebruikt men geweld tegen kinderen…

Mijn enscenering begint daarom met een proloog: Leonore houdt een lezing op een wetenschappelijke conferentie waarin gesproken wordt over de invloed van duistere energie in de kosmos, en hoe deze energie de harmonie in de kosmos verstoort. Kort daarna wordt een keten van ongewone gebeurtenissen in gang gezet die de verhouding tussen de geliefden Leonore en Florestan zal verstoren.

Pizarro, de verpersoonlijking van het kwaad

“Ooit zag ik een interview met de Zweedse filmmaker Ingmar Bergman op leeftijd, die vertelt over zijn demonen en hoe deze zijn leven beheersen. Zo leven we allemaal met een reeks demonen, met verpersoonlijkingen van kwade krachten. Dat gegeven komt ook vaak terug in zijn films. Denk maar aan de beroemde schaakscène van de ridder en de dood in Het Zevende Zegel. Dat is een inspiratie voor mij.

Ik vertel het verhaal van Fidelio als een verhaal over mezelf. Hoe ik zelf geconfronteerd word met het kwaad in mij en daartegen moet vechten. Het kwaad bepaalt mee wie we zijn – het neemt verschillende vormen aan, steeds weer een ander kostuum, een andere taal, een ander geslacht. Uiteindelijk ontneemt het onze eigen zeggenschap. Als ik dit in mezelf herken, dan ga ik ervan uit dat dat ook bij anderen leeft. Ik geloof dat de harmonie en de liefde waarin de harmonie gerealiseerd wordt, het kwaad kunnen overwinnen.”

Storyboard
Storyboard voor Fidelio, door Andriy Zholdak

Dat is een gedachte die de grenzen van religies overstijgt; of je nu Katholiek bent of Boeddhist, het gaat om het geloof in harmonie en liefde.

Pizarro is degene die de harmonie en de liefde wil verstoren. Voor mij is hij niet iemand die buiten onszelf staat, maar een onderdeel uitmaakt van wie we zijn en hoe de wereld in elkaar zit. Dat laat ik hem ook zeggen in de voorstelling: “Beethoven is dood – ik neem het over en zal kwaad zaaien, de orde verstoren. Ik ben deel van iedereen, en iedereen is een deel van mij.” Hij voert Florestan weg van zijn geliefde Leonore en neemt hem – als een Mephisto – mee naar een Danteske wereld waarin angsten, verlangens, nachtmerries, dromen, het verleden, pijn en geweld aanwezig zijn. Eigenlijk geef ik hiermee aan hoe het lot van Florestan zich voltrokken heeft nog voor we hem, zoals in het originele stuk het geval is, in een kerker aantreffen. Ik toon als het ware de tocht naar de kerker als het resultaat van een ontvoeringstocht door de meester van het kwaad.

De duivel spreekt ook een eigen taal. Hij heeft de menselijke taal afgelegd en gekozen om zich in cijfers uit te drukken – de taal van machines, van robots, van een harteloze wereld. Hij dwingt wie in zijn macht is die taal over te nemen. Zo kan hij ook de afstand tussen de geliefden vergroten. De taal functioneert zo niet als communicatiemiddel, maar zorgt juist voor afscheiding.”

Leonore, c’est moi

“Op de vraag wie Leonore is, is er voor mij een eenvoudig antwoord, en daarvoor citeer ik Flaubert: “Madame Bovary, dat ben ik.” Leonore, dat ben ik. Pizarro is een soort Lucifer, de gevallen engel, hij is het kwaad dat het menselijke systeem wil vernietigen en hij vernietigt ook het kind in mij. Hij vernietigt de Waarheid die in het kind schuilgaat.

Maar Leonore is een krachtige vrouw. Zij gaat op zoek naar haar geliefde, vastbesloten de harmonie weer te herstellen. Ze probeert door de spiegel heen te breken waarlangs haar geliefde ontvoerd is. Ik moest daarbij onder andere denken aan Jean Cocteaus Orphée, en uiteraard aan die vreemde wereld van Alice, Through the Looking Glass. De verhalen over afdalen in de onderwereld, of afreizen naar een andere wereld, zijn talrijk in onze cultuur. Ook Leonore daalt af in de cirkels van de hel, gaat de weg richting duisternis om haar geliefde terug in de wereld van het licht te brengen. Daarin sta ik in mijn vertelling niet ver af van wat in de originele tekst als betekenis aanwezig is. De strijd tussen licht en donker. De zoektocht in de menselijke krochten van de ziel, het overwinnen van de angst…”

De verhoudingen zijn veranderd

“Het publiek van vandaag is erg slim. Daarom wil ik in mijn voorstellingen het publiek iets aanreiken dat verder gaat dan een illustratie. De wereld die ik op het toneel laat zien is bevolkt met beelden, figuren en bewegingen, die als symbolen werken en bij het publiek associaties oproepen. Ik put daarvoor uit de rijkdom van de mythologie, de schilderkunst, de films van bijvoorbeeld Tarkovsky, von Trier, Bergman, Cocteau, uit de wereld van de kunst, de literatuur, van het leven en van de dromen."

Simon Machabeli, kostuumontwerp voor Florestan/Fidelio
Simon Machabeli, kostuumontwerp voor Florestan/Fidelio

Wat me interesseert in het werk van andere theatermakers, is hoe een regisseur met een bijzondere stem een verhaal vertelt over bijvoorbeeld liefde of oorlog. Ik beschouw iedere voorstelling als een boek, een encyclopedie met vele lagen, dat op meerdere manieren kan worden gelezen: de een kijkt alleen naar het verhaal, of naar de schoonheid, een ander leest de diepere lagen. De kunstvorm opera draagt die veelheid van lagen automatisch al in zich.

We kunnen vandaag de dag geen opera meer maken zoals vroeger. Het is 2024, we zijn een kwart eeuw onderweg in de 21ste eeuw. Vaak zie je in de grote operahuizen nog hoe de esthetiek van minstens dertig jaar geleden gehanteerd wordt. Die voorstellingen zijn allemaal heel professioneel gemaakt, met mooie decors en indrukwekkend licht, maar de tijden zijn veranderd. We leven nu tussen de quantum en kunstmatige intelligentie – de verhoudingen zijn veranderd. Daarop moeten we ook een antwoord bieden in de kunst. Ik word hongerig naar wat ik niet ken – dat is voor mij kunst. En die honger is mijn vertrekpunt.”

Oude voorstelling Fidelio

Fidelio - opera met een rijke opvoeringsgeschiedenis

Beethoven schreef slechts één opera. En die opera leek nooit af. Dat blijkt uit de inspanningen die de componist leverde om de opera na de wereldpremière nog verschillende keren te herzien. Ook de verdere opvoeringsgeschiedenis van het werk toont het beeld van een opera die aanzet geeft tot een creatieve omgang. Zowel de gesproken teksten als de muziek vormden het uitgangspunt van verscheidene nieuwe interpretaties.

Fidelio - opera met een rijke opvoeringsgeschiedenis

Op 20 november 1805 ging Beethovens eerste en enige opera in première in het Theater an der Wien in Wenen, onder muzikale leiding van de componist zelf. Een krap jaar later al, besloot Beethoven zijn partituur te herzien. Op 29 maart 1806 ging in hetzelfde theater, en wederom onder muzikale leiding van de componist zelf, de eerste gereviseerde versie van de opera in première. Onder meer de oorspronkelijke ouverture (die onder de titel Leonore ouverture nr. 2 bekendstaat) werd vervangen door de zogeheten Leonore ouverture nr. 3 (in C-groot). Maar Beethoven bleek nog steeds niet tevreden, en een tweede gereviseerde versie van Fidelio (Beethoven was inmiddels zelf deze titel ook gaan omarmen) ging op 23 mei 1814 in het Kärntnertortheater in Wenen in première. De nieuwe ouverture die voor deze versie werd geschreven, wordt de Fidelio-ouverture in E-groot genoemd. Na alle aanpassingen bleef een opera in twee bedrijven over in plaats van de drie bedrijven waarmee het werk aanvankelijk in première was gegaan.

Aanpassingen door dirigenten

Ook na Beethovens eigen bijschaafacties, werd er door dirigenten flink gesleuteld aan zijn Fidelio. Al snel werd bijvoorbeeld geprobeerd om de indrukwekkende Leonore ouverture nr. 3 opnieuw in te zetten. Otto Nicolai plaatste de ouverture vóór de tweede akte in Wenen in 1841, Karl Anschütz gebruikte haar als tussenmuziek vóór de finale van de tweede akte in 1849. Die laatste inlassing werd een traditie sinds Gustav Mahlers productie van Fidelio in 1904. Na zijn aanstelling als directeur van de Hofopera in Wenen had Mahler zich met zijn Fidelio in velen opzichten aan iets nieuws gewaagd: hij had de eerste akte in twee scènes verdeeld (de salon van de cipier en de binnenplaats van de gevangenis), Rocco’s ‘Goud-aria’ geschrapt en de derde Leonore-ouverture dus tussen de kerker- en de slotscène geplaatst.

Cast The Metropolitan Opera 1913
Cast Fidelio in The Metropolitan Opera (1913) | Foto: The Victrola book of the opera

Maar er werden ook andere bewerkingen geprobeerd: in Leningrad in 1928 werd de ouverture ingevoegd na het trompetsignaal terwijl de uitvoerenden hun kostuums uittrokken om het werk af te sluiten als een ‘plastische oratoriumcompositie’. Op die manier moest de afstand van het Sovjetvolk tot een koninklijk verordonneerde bevrijding tot uitdrukking worden gebracht. De ouverture werd zelfs als orkestraal naspel ná de finale gebruikt – bijvoorbeeld in de interpretatie van Gottfried Wagner (Bonn 1977) of in de productie van Joeri Ljoebimov (Stuttgart 1986), waarin in het zwart geklede vrouwen na de finale het toneel betraden en kaarsen aanstaken voor de gevangenen die teruggezonken waren in de kerkers, waarbij de derde Leonore-ouverture de voorstelling als het ware met een open vraag liet eindigen.

Ensceneringen

De uitvoeringen van Fidelio hebben door zijn uitvoeringsgeschiedenis heen heel uiteenlopende gedaantes aangenomen. Niet alleen op het muzikale vlak, middels aanpassingen aan de partituur, maar ook op ensceneringsniveau werd er veel geëxperimenteerd met het werk. Fidelio heeft zich als het ware als een kameleon aangepast aan de verschillende contexten waarbinnen het werd uitgevoerd. Zo ontkwam in de jaren twintig van de vorige eeuw ook Beethovens Fidelio niet aan de experimentele vrijheid die hoogtij vierde in de operawereld. In de jaren dertig kondigde zich een sterke afkeer van realistische interpretaties van Fidelio aan. In plaats daarvan wonnen mystificerende, pseudo-romantische ensceneringen terrein. Ze maakten de weg vrij voor het “völkisch-heroïsche” gebaar dat de Duitstalige podia na 1933 domineerde, vooral in het geval van Fidelio. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg de karakterisering van het werk als een ‘bevrijdingsopera’ weer een heel nieuwe lading, waarvan de betekenis in elk tijdsgewricht weer andere connotaties oproept. Buiten kijf staat dat geen enkel ander muziektheaterstuk het gebrek aan vrijheid in de specifieke sociale omstandigheden waarin het wordt opgevoerd zo meedogenloos en met zo’n krachtig ethisch pathos blootlegt.

Scepsis ten opzichte van het libretto

Zelden werd er in operahuizen op de eerste Leonore-ouverture teruggegrepen. Een van de uitzonderingen was de productie van Fidelio in 2008 in het Palais Garnier in Parijs (muzikaal leider: Sylvain Cambreling, regisseur: Johan Simons). Bovendien gaf deze Parijse productie blijk van een scepsis ten opzichte van het oorspronkelijke libretto, een tendens die ook de recente uitvoeringsgeschiedenis van Fidelio typeert. Nieuwe versies van de gesproken delen zijn nu eerder regel dan uitzondering. Al in Wieland Wagners baanbrekende Stuttgart productie van Fidelio uit 1954, die op haar beurt werd geopend door de tweede Leonore-ouverture en ook het trio uit de eerdere versies bevatte, werden de dialogen vervangen door tekstuele intermezzo’s, die werden voorgelezen door een verteller. In een oratorisch abstracte setting, ontdaan van historische ballast, werd de opera in Wieland Wagners interpretatie zo grotendeels uit de sfeer van het politieke verwijderd – een reactie op de uitvoeringen van het werk in Nazi-Duitsland.

Cast Fidelio in Royal Opera House Covent Garden (1961)
Cast Fidelio in Royal Opera House Covent Garden (1961)

Tot de bemerkingswaardige premières van Fidelio behoren ook de Kasselse Fidelioproductie uit 1968. Regisseur Ulrich Melchinger, dirigent Gerd Albrecht en decorontwerper Thomas Richter-Forgach lieten niet alleen decor, kostuums en rekwisieten achterwege, maar ook de muziek werd radicaal ingekort. Het openingsduet tussen Marzelline en Jaquino en Rocco’s ‘Goud-aria’, net als alle dialogen en ook het melodrama van de kerkerscène, werden geschrapt. Op de plek van de dialogen kwamen 20ste-eeuwse gedichten van onder meer Nelly Sachs, Apollinaire, Walter Bauer, Brecht, Jiří Orten en Henri Krea, die actuele politieke kwesties behandelden.

Voor zijn enscenering in 1969 in Wuppertal besloot Kurt Horres zijn zangers uitsluitend te laten zingen. De oorspronkelijke gesproken dialogen maakten plaats voor nieuwe ‘innerlijke monologen’ die door acteurs op een audioband waren ingesproken en tijdens de voorstelling werden afgespeeld, en uiting moesten geven aan de reacties en motieven van de personages. Ook werd er al gekozen voor het volledig weglaten van de gesproken teksten uit de voorstelling, met als doel de emotionaliteit van de muziek op de voorgrond te laten treden. Dat was ook het geval was bij de meest recente Nederlandse uitvoering van Fidelio door de Nederlandse Reisopera in april 2023 (muzikale leiding: Otto Tausk, regie: John Fulljames).

Aanpassingen tonen

Over het bewerken van Beethovens materiaal werd door regisseurs niet geheimzinnig gedaan. Voor verschillende ensceneringen werd een verteller ingevoegd, die de theatrale situatie benadrukte en de toeschouwer wees op de dramaturgische ingrepen die waren gedaan, zoals het invoegen van de derde Leonore-ouverture. Zo was bijvoorbeeld het geval bij bovengenoemde enscenering van Kurt Horres in Wuppertal, en Nikolaus Lehnhoffs enscenering uit 1974 in Bremen. Laatstgenoemde koos ervoor de verteller plaats te laten nemen op de eerste rij in het auditorium, waar hij commentaar leverde op dat wat zich op het toneel afspeelde.

Wat valt op te maken uit deze grove schets van Fidelio’s opvoeringsgeschiedenis, is dat Andriy Zholdaks radicale omgang met Beethovens materiaal geplaatst kan worden binnen het kader van een langlopende bewerkingstraditie, een traditie die haast net zo lang bestaat als het werk zelf.

Hoofdsponsor Nationale Opera & Ballet