De kostuum kringloop
Hergebruik van kostuums gebeurt al volop bij Nationale Opera & Ballet, maar er zijn nog meer dingen van belang bij duurzame kostuumproductie. De materiaalkeuze bijvoorbeeld. Hoewel dit nog best een zoektocht is, gaan Robby Duiveman (directeur van de afdeling Kostuums/Kap & Grime), Lars Willhausen (kostuumsupervisor opera) en Esmeralda Plompen (kostuumbeheerder) graag groener aan de slag.
Robby Duiveman, directeur van de afdeling Kostuums/Kap & Grime: “We proberen al zoveel mogelijk kostuums, of delen ervan, te hergebruiken. Dat is makkelijker bij kostuums die bestaan uit hedendaagse kleding dan bij historische kostuums, omdat die eerste minder herkenbaar zijn. Verder hebben we een opslag met stoffen die zijn overgebleven van eerdere producties. Die bieden we opnieuw aan de kostuumontwerpers aan.”
Accessoires, schoenen en onderkleding worden sowieso altijd opnieuw gebruikt. Duiveman: “Elk koorlid heeft bijvoorbeeld zijn eigen bruine rijglaarsjes, zwarte veterschoenen, sneakers, et cetera, die ze bij verschillende producties kunnen dragen.”
‘We gebruiken nog kostuums van 40 jaar geleden’
Toch blijft hergebruik wel een uitdaging, zegt kostuumsupervisor opera Lars Willhausen. “Bij de opera zijn we natuurlijk gebonden aan heel specifieke maten. Er zijn zangers in allerlei lengtes en breedtes, dus je ontkomt er niet aan om ook dingen opnieuw te maken.”
Bij ballet is hergebruik eenvoudiger omdat het veel reprises kent. Zo worden klassiekers als Het Zwanenmeer en The Sleeping Beauty om de zoveel jaar in dezelfde versie opgevoerd. Daar worden elke keer dezelfde kostuums voor gebruikt. Duiveman: “We gebruiken zelfs nog kostuums van 40 jaar geleden. Dat zegt iets over de kwaliteit van het naaiwerk en materiaal.”
Om de kostuums zo lang mogelijk te kunnen gebruiken, wordt er zeer zorgvuldig mee omgegaan. Esmeralda Plompen, kostuumbeheerder: “We hebben bijvoorbeeld repetitiekostuums, zowel voor opera als ballet. Die gebruiken we voor elke productie. De echte kostuums worden alleen tijdens de uitvoeringen gedragen.”
Milieuvriendelijk schoonmaken
Na de uitvoering worden de kostuums meteen schoongemaakt, zodat ze volgende dag weer gebruikt kunnen worden. Duiveman: “Nepbloed is op dit moment erg populair bij regisseurs. Dat moeten we meteen na de voorstelling verwijderen, anders trekt het in de kostuums. Ook halen we transpiratievlekken weg. We maken de binnenkant van het kostuum zo goed mogelijk schoon, met groene zeep en wodka.”
Aan het einde van de voorstellingenreeks, voordat de kostuums naar de opslag gaan, worden ze in de ozonkast geplaatst om bacteriën te doden en geurtjes te verwijderen (ozon is een gas dat uit zuurstof wordt gemaakt en ook snel wordt afgebroken, red.). Duiveman: “Ik ben geen voorstander van chemisch reinigen. Niet alleen is het erg belastend voor het milieu, maar de kostuums worden er ook niet mooier van.”
‘We zullen ook moeten werken aan bewustwording bij de ontwerpers’
De stofkeuze is ook van belang bij duurzame kostuumproductie. Lang niet elk materiaal is even milieuvriendelijk. Willhausen: “Op dat gebied moeten we nog wel wat dingen uitzoeken. Daarom gaan we een haalbaarheidsonderzoek doen: wat kunnen we aanpassen bij ons stofgebruik en wat niet?”
Duiveman: “Een tutu is bijvoorbeeld van nylon, omdat-ie licht moet zijn. Maar nylon wordt van aardolie gemaakt, dus de productie ervan is niet zo duurzaam. Gelukkig gaan die tutu’s wel heel lang mee.”
Willhausen: “We zullen ook moeten werken aan bewustwording bij de ontwerpers, want lang niet iedereen is al met duurzaamheid bezig. Alhoewel we merken dat het onderwerp voor jonge ontwerpers wel belangrijk is.”
Duiveman: “Voor de hele verduurzaming geldt: al doende leert men. Bijvoorbeeld hoe we met een duurzame stofkeuze toch bepaalde vormen in de kostuums kunnen maken, en of we die dan bij een andere productie als basis kunnen gebruiken. We moeten kijken hoe we elkaar kunnen triggeren om stappen te zetten.”
Kostuums die te specifiek zijn of al een poos niet zijn gebruikt, worden verkocht. Daar is altijd veel belangstelling voor.
Duiveman: “Begrijpelijk, want die opslag is een ware schatkamer, van trollenpakken uit Der Ring des Nibelungen tot de kostuums uit Ritratto, ontworpen door modeontwerper Jan Taminiau. Echt unieke stukken bewaren we trouwens wel, bijvoorbeeld de jurk die stersopraan Eva-Maria Westbroek droeg in Lady Macbeth van Mtsensk, de productie waarmee ze haar wereldcarrière startte. Maar we bewaren ook kostuums die heel specifiek voor een bepaalde epoche zijn, bijvoorbeeld door hun vormen of materiaalkeuze.”
Kostuumverkoop
Plompen: “We zijn nu voor de vierde keer een grote kostuumverkoop aan het voorbereiden. Dat is echt nodig, want de opslag begint vol te raken.”
Die verkoop lijkt overigens op een grote kastopruiming: heb je nét die ene broek weggedaan, blijkt dat het model ineens weer enorm in de mode is. Duiveman: “Dat gebeurt ons ook altijd. Net als we iets hebben verkocht, heeft de ontwerper van de volgende productie precíés zoiets nodig!”
Tekst: Anne Havelaar