Duurzamere decors
Voor het maken van de decors voor Nationale Opera & Ballet wordt veel materiaal gebruikt. Hoe zorg je ervoor dat je de milieubelasting daarvan zo laag mogelijk houdt zonder dat er aan creativiteit wordt ingeboet? Dat is een vraag waar hoofd Decoratelier Rolf Hauser zich dagelijks mee bezighoudt.
Rolf Hauser: “Er is, bij het ontwikkelen van een decor, een verschil tussen artwork en constructie. Het artwork laten we over aan de ontwerpers, maar de materialisatie ervan is ons pakkie-an. En daarbij is het onze taak om de droom van de ontwerpers uit te voeren. Dat proberen we zo slim mogelijk te doen. Al in de jaren 90 zijn we gaan werken met een systeem waarmee we modulair kunnen werken: Layher, een Duits steigersysteem van stalen buizen, waarmee we de constructies maken. Het is oersterk en herbruikbaar. De onderdelen die we in de jaren 90 kochten, gebruiken we nu nog steeds. Superduurzaam dus.”
Modulaire basis
Layher vormt, als het even kan, de basis van de decors. Dat scheelt tijd op de tekentafel, omdat de tekenaars, door de gestandaardiseerde afmetingen van alle onderdelen, precies weten waar ze aan toe zijn. Hauser: “Layher wordt over de hele wereld gebruikt, dus als een van onze producties in het buitenland wordt opgevoerd, geven we door welke onderdelen ze waarvoor moeten gebruiken, zodat ze die kunnen huren. Dat scheelt ons maakuren, materiaalkosten, transportvolume en opslagkosten.”
Wat betreft de andere materialen probeert het Decoratelier zoveel mogelijk recyclebare materialen te gebruiken. Hauser: “Dus materialen als polyester en kunsthars hebben we al in de ban gedaan. Het afval van ons polystyreen (piepschuim), mogen we aan de leverancier teruggeven, die het op zijn beurt weer hergebruikt.”
Materialenpiramide
Bij de keuze voor de materialen wordt zoveel mogelijk gekeken naar de materialenpiramide die Nationale Opera & Ballet heeft gemaakt. Daarin zijn de materialen naar impact gerangschikt. Hauser: “Het slechtste materiaal, dat boven aan de piramide staat, is aluminium. Bauxietmijnen, waar aluminiumerts wordt gedolven, zijn namelijk enorm milieubelastend. Dat is voor de decorbouwers trouwens wel jammer, want aluminium is heel licht in gewicht. Bovendien kan het goed gerecycled worden. We gebruiken nu staal. Dan kan ook worden gerecycled, maar is wel veel zwaarder.”
‘Ons zaagsel wordt tot briketten geperst die worden opgehaald voor recycling’
Onder aan de piramide staat hout, omdat dat opnieuw kan groeien zonder het ecosysteem uit te putten. Hauser: “We gebruiken al zeker 20 jaar geen tropisch hardhout meer, maar vooral Europees naald-, populieren- en berkenhout. Ons zaagsel wordt tot briketten geperst die worden opgehaald voor recycling.”
Helemaal aan de basis van de piramide – als beste optie dus – staan herbruikbare materialen. Als een decor nog op het repertoire staat, wordt het zolang opgeslagen in een loods in de Noordoostpolder. Na het afvoeren van een productie kunnen onherkenbare onderdelen van het decor opnieuw worden gebruikt. Al kan niet alles worden bewaard, want dan zou de opslagplaats snel te klein worden. Hauser: “Dat is een probleem waarmee alle operahuizen worstelen, en waar ik het geregeld met hoofden van decorateliers van andere Europese huizen over heb. In Duitsland, Frankrijk en Schotland zijn inmiddels initiatieven van bedrijven die de weg te gooien decors opkopen en die doorverkopen aan andere gezelschappen. Het zou mooi zijn als wij ons bij een dergelijk initiatief gaan aansluiten.”
Auteursrecht
Hergebruik van decors kan ook lastig zijn vanwege het auteursrecht van de ontwerpers. Hauser: “Zo mogen wij onderdelen van beroemde kunstenaars en ontwerpers niet zomaar voor een ander decor gebruiken.”
Het Decoratelier kan dus alleen onherkenbare delen hergebruiken. Hauser: “Dat betekent dat het qua circulariteit fijn is als we het artistieke schilletje zo dun mogelijk maken. Maar dat is lastig, want we dienen de kunst en we willen de ontwerper zo veel mogelijk de vrije hand geven. Ons huis staat bekend als een plek waar mensen kunnen experimenteren. Als decorontwikkelaars zeggen we nooit simpelweg ‘nee’, maar wel: ‘zo zou je het ook kunnen doen’. Gelukkig komen we daar altijd wel uit. We moeten al aan zoveel praktische zaken denken bij decorbouw, daar kan duurzaamheid best bij, vind ik.”
Tekst: Anne Havelaar